Meer dan 6,0 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Hebban recensie

De Bommel in Toonder

Koen Driessens 04 april 2018 Hebban Recensent

Na eerdere beschouwingen over Tom Poes en strips, over tekenfilms, literatuur en maatschappij en enkele korte verhalen zijn nu zijn tweede vaderland Ierland en hijzelf aan de beurt om door Marten Toonder beschouwd te worden. De essays vertellen meer over Toonder als gevoelig en tegelijk nuchter kunstenaar, die meer stilstaat bij levensvragen dan zijn strips prijsgeven en die zich verbonden weet met de traditie, de natuur en zijn naasten. Met dit vierde boekje (officieel het derde) op een jaar tijd is de reeks met Het Complete Proza nu compleet. Alhoewel deze uitgave nog enkele aanvullingen en later opgedoken stukjes bevat die thuishoren in de vorige delen. Wie weet brengt de reeks nog wel wat vergeten Toonder-stukjes aan de oppervlakte?

Zoals ook in de andere uitgaven van deze interessante reeks voor Bommel-liefhebbers leidt samensteller Klaas Driebergen de publicatie in met zijn bevindingen en de herkomst van de bijdragen. Het eerste deel in deze uitgave bevat zeven korte tot langere stukjes met Ierland als onderwerp. Omstreeks 1965 verhuisde Toonder naar het groene eiland, naar eigen zeggen omdat hij er zich zo verbonden mee voelde (‘het land dat ik altijd geprobeerd heb te tekenen, ook toen ik er nog nooit geweest was’), maar handig was er ook het voor kunstenaars belastingvrije klimaat. (Al zet Toonder zich in een opgenomen lezersbrief in het NRC Handelsblad stellig af tegen dergelijke beweringen: ‘Geld is wel prettig. Maar ik ben van mening dat het geen rol mag spelen.’)

Uit de Ierse essays, waarin onvermijdelijk al eens iets herhaald wordt (dat Ierland 72 tinten groen kent, lezen we liefst driemaal), blijkt vooral hoe Toonder de moderniteit betreurt, hoe het ongerepte eiland almaar (en dan vooral sinds het deel uitmaakt van de Europese Unie) meer van zijn onschuld verliest: de achteruitgang van de vooruitgang. Dat de levensstandaard is verbeterd en ook dat Europa de bescherming van heel wat landschapsmonumenten op zich genomen heeft, vergeet hij daarbij. Hij flirt met het Ierse (bij)geloof in het bovennatuurlijke, om toch ergens te stellen dat dat niet bestaat. Toonder is altijd een nuchtere Rotterdammer gebleven.

In het tweede deel staat Toonder, veelal op vraag, stil bij zwaardere thema’s. Onder meer de tijd, God of de dood, waar – zo betreurt hij – hem in gewone interviews nu eens nooit naar gevraagd wordt. Opmerkelijk is hoe berustend hij wat dat betreft is: de dood is voor hem een onderdeel van het leven, ‘bestaat eigenlijk niet’. De dood als ‘neusverkoudheid’, een onderbreking van het leven: je blijft eeuwig leven, en dan heeft hij het niet eens over zijn nalatenschap, zijn oeuvre. Toonder poneert interessante stellingen, waar je het als lezer mee eens of oneens kunt zijn, maar die alleszins tot reflectie aanzetten. Toonder relativeert ook. Wanneer hij een inzicht krijgt over yin en yang in een tekening van een Japanse animator-zenboeddhist, zet deze hem weer met de voetjes op de grond: het is maar papier. Ook dat zet Toonders nalatenschap zelf weer in een ander licht.

Vooral in de levensbeschouwelijke stukken klinkt hij minder ‘Bommels’ en meer zichzelf. Al is het natuurlijk altijd prettig dat typische Bommeltaalgebruik te herkennen in zijn teksten. Bijvoorbeeld over de greep van de (Europese) vooruitgang op Ierland: ‘De knappe koppen die met de Gemeenschap naar binnen vlogen, zagen onmiddellijk dat hier zaken gedaan konden worden wanneer de boel maar krachtiger werd aangepakt.’ In de stukjes van het derde deel, waarin hij het over zichzelf heeft of zichzelf beschrijft, komt de Bommel in hem het vaakst naar boven: ‘Zo gaat het nu altijd wanneer men in stilte goed wil doen.’ Of in een reactie op een boze lezer op de ‘gangsterverhalen’ van zijn ‘flodderstrips’: ‘Ik zal me dan ook als een miskend doch wijzer man terug pogen te trekken in de onschuldige wereld van het sprookje.’ Gelukkig heeft hij dat nooit gedaan.

1

Reageer op deze recensie

Meer recensies van Koen Driessens

Gesponsord

Aan het lot kun je niet ontsnappen ... of wel?

Intermezzo is een prachtige roman over broers en geliefden, van dé literaire stem uit Ierland.

Door de late middeleeuwen letterlijk aan te raken blaast Van Loo ons verre verleden meer dan ooit nieuw leven in.

Een ode aan de Hollandse keuken en de smaak van thuis.

Meer dan 200 recepten voor de kerstdagen.

Superdikke editie met 3D-beeld, geuren en vele andere extra's!

Het leukste cadeau voor iedereen: lol verzekerd!

Toine Heijmans neemt zijn lezers mee naar de uiterwaarden, de laatste Nederlandse wildernis.

Een roman over iemand die floreert als onderzoeker, maar zich het comfortabelst voelt als ze zelf in de schaduw blijft

In Lijtje deelt Harmen van Straaten ontroerende, grappige en herkenbare verhalen over zijn dementerende moeder.

De schitterende beelden en poëtische teksten vertellen het verhaal van een bijzondere vriendschap, tussen het meisje en de drie dieren.

Een magisch coming-of-age-verhaal over een jongen die zijn eerste weekend zonder zijn ouders doorbrengt. . . en een leeuw die op hem komt passen.

Een thriller over verloren zielen, familiebanden en dodelijke loyaliteit.

Deze nieuwe fase kan er een zijn van vreugde, vervulling en verdieping.

De Gouden Griffel-winnaar in een luxe uitgave!

De auteur van Het meisje in de trein is terug! Ligt de waarheid op het eiland begraven?

Kenia, 1926. De jonge Ivy staat voor grote uitdagingen. Ondertussen is Ranjana, een jonge Indiase vrouw, op de vlucht.

Een nieuwe, inclusieve geschiedenis van het vroegst bewoonde continent van de wereld.

Een prachtig overzicht van de liefdespoëzie, van de vroege middeleeuwen tot nu

Hoe kunnen we ons een weg banen door dit alles?

Drie jaar geleden overleed haar beste vriendin, en sindsdien staat Erins leven stil.

Kenia, 1910. Als de jonge Ivory meereist met haar vader op safari, wordt ze onmiddellijk verliefd op het land en de natuur