Beestig leuke fabel
Kuikens die denken dat ze vossen zijn, een vos die een kieken is, kippen from hell, een hond zo lui als een varken, een varken zo ijverig als een mier, een konijn zo dom als een gans. Enkel de wolf valt niet uit zijn rol van gulzige slechterik. (Hij is dan ook de enige die er bekaaid afkomt.) Deze dolle dierentuin is het stelletje protagonisten van een hilarische vertelling, in 2016 laureaat van de Prix Jeunesse op het stripfestival van Angoulême en in 2017 goed voor de bulk van Le Grand Méchant Renard et autres contes..., winnaar van een César voor beste animatiefilm. Om maar te zeggen: dit boek is beestig goed.
Titelheld van dienst is een loser van een vos die op de boerderij niet bepaald ernstig genomen wordt wanneer hij er nog eens binnendringt in een poging een kippetje te scoren. Tot hij op aanstoken van de wolf stiekem drie eieren jat, die hij – ook weer op aanraden van de wolf – met enige moeite uitbroedt om de kuikens op te kweken tot malse hapjes. Een en ander wordt echter moeilijk wanneer de hapjes na het uitkomen hem ‘mama’ noemen. Ook de vos ontkomt er niet aan en hecht zich uiteindelijk aan zijn ‘vosjes’. Tot ongenoegen van de ongeduldige wolf. Waarop de vos, vermomd als kip, met zijn kuikens asiel zoekt op de boerderij. De kippen, die zichzelf trainen in vossenweerbaarheid, zien na een tijdje echter door zijn vermomming heen wanneer de puberende ‘vosjes’ rebelleren…
In honderden kleine, slordige, al net zo klunzige prentjes als de vos zelf vertelt Renner zijn fabel. Dat wil dus zeggen: in pagina’s met telkens 6 à 9 plaatjes (zonder kader) met veel praatjes – op zijn Frans! – en weinig achtergronden. Die prentjes lees je als een tekenfilm, zo kort volgen ze op elkaar. De figuurtjes zijn rudimentair getekend en ingekleurd, en moeten het vooral van hun smoelwerk hebben. Dat is een hele uitdaging bij de piepkleine kuikens: ronde bolletjes met enkel een bekje en 2 oogjes. De vos is erg expressief in zijn humeurigheid, zijn paniek, zijn nervositeit, zijn woede, zijn vertedering… Zelfs in vermomming. Enkel wanneer hij de andere dieren brullend schrik probeert aan te jagen overtuigt hij niet, maar dat is precies ook de bedoeling van de tekenaar.
Het 189 pagina’s dikke boek leest als een trein. Het onwaarschijnlijk leuke verhaal ontwikkelt zich heel geloofwaardig – hoe raar dat ook klinkt in een verhaal met pratende en kibbelende dieren – volgens de aard van de personages. Origineel is dat die personages absoluut niet beantwoorden aan de clichés die we ons bij deze dieren voorstellen: de vos is verre van sluw, de hond het tegendeel van dapper, de kippen allerminst mak en machteloos… Heerlijk hoe Renner deze oerbeelden in de prullenmand gooit en niet alleen letterlijk buiten de lijntjes kleurt. Bovendien leest zijn tekentaal heel gemakkelijk, waardoor het geschikt en genietbaar is voor jonge en volwassen lezers. Bijvoorbeeld wanneer de auteur wil uitdrukken dat de vos heel lang moet broeden op zijn eieren, volstaat één plaatje met een hol vol spinnenwebben. Laat je dus als volwassen lezer niet afschrikken door het ‘kinderlijke’ uiterlijk van de strip of door de bekroning als beste jeugdstrip.
Want geloof maar niet dat dit grappige verhaal zomaar vrijblijvend is: eigenlijk zegt dit komische avontuur een heleboel over vooroordelen, over aanvaarding, over xenofobie en integratie zelfs. Vervang de dieren door rassen of bevolkingsgroepen en je leest opeens een echte fabel die ook iets over mensen vertelt. Spijtig voor de wolven onder ons…
Reageer op deze recensie