Grafisch indrukwekkende non-binaire fantasyromantiek
Met een ambitieuze graphic novel over (onmogelijke) liefde levert de jonge Rotterdamse illustratrice Sterre Richard een stevig debuut af. Grafisch is De vloek van Rood een lust in rood-zwart-wit-grijs om naar te kijken: een knap staaltje van nu al (digitaal) tekenmeesterschap, dat de lat voor toekomstig werk hoog legt. Mogelijk ook een van de eerste strips waarin een non-binair personage een belangrijke en verantwoorde rol speelt in een lesbische driehoeksverhouding.
Met werk in de gamesindustrie en verscheidene webcomics in diverse stijlen timmerde Sterric aan haar ervaring en kunde. Ze is dus niet echt aan haar proefstuk met deze debuutbeeldroman, en ongetwijfeld maakt ze haar eigen epitheton ‘veelzijdig’ te zijn waar. De vloek van Rood lijkt immers in niets op haar webcomics of illustraties en getuigt van een zeldzame maturiteit. Zowel natuurbeelden als personages zijn grafisch overtuigend, van duistere bos- en rotspartijen tot gelaatsuitdrukkingen en bewegingen. Het gebruik van licht en donker, van schaduwen en reliëf, het sobere, maar daarom des te meer treffende kleurgebruik (onder meer van rood in lippen, bloemen, jurken en … bloed), de compositie en kadrering: de auteur lijkt het allemaal al onder de knie te hebben. De tekeningen variëren van kleine tot grote kaders of breken er helemaal uit los. De details in kleding, interieurs, het weer en de natuur, zelfs tot in de sproetjes van een van de personages, zijn – uiteraard met wat hulp van de computer – indrukwekkend en nooit storend overdadig. Zonder het verhaal te lezen of te volgen door dit boek bladeren is al een beleving op zich.
Het verhaal ziet er sprookjesachtig uit, met pratende dieren, vrolijke feesttaferelen en ruwe landschappen en zo, maar verwacht niet een zeemzoetig fabeltje. Het fantasy-element van het verhaal mag ook niet afschrikken, want eigenlijk gaat dit verhaal over de liefde. En wel tussen het meisje Aster en de Brienne of Tarth-achtige Jager, van wie niet meteen zichtbaar is of ze een man of een vrouw is. Jager is een vreemdelinge in Asters land, wat hun verhouding – die ze, meer dan de impulsievere Aster, geheim wil houden – nog bemoeilijkt. Het wordt helemaal lastig wanneer Aster door het toedoen van de jaloerse Mirit in een wolf verandert, terwijl Jager een rancune heeft voor wolven en haar naam niet gestolen heeft …
Ook het personage Mirit is androgyn, en bovendien non-binair. De andere personages benoemen hen ook zo in hun taalgebruik. Hun vosachtige uiterlijk wijst op iets leeps en onbetrouwbaars, maar uiteindelijk ook iets triests. Het is voor de lezer even wennen aan dit non-binaire gebruik van aanwijzende en bezittelijke voornaamwoorden en ook niet meteen duidelijk waarom hier per se zo’n personage aan te pas moet komen. Aanvankelijk komt het geforceerd over, maar naarmate het verhaal vordert lijkt dit transgenderelement wel te passen bij het tussen haat en liefde, tussen goed en kwaad schipperende personage. Net zoals een non-binair persoon niet mannelijk of vrouwelijk wil zijn. Bovendien staat Mirit pal tussen een meisjesachtig meisje en een manwijf in gesitueerd, een positie die dus ook seksueel symbolisch in geslachtsbeleving wordt uitgedrukt. Het ene moment heeft die iets van een struikrover, het andere van een onschuldig Roodkapje met een mandje eten voor wolf Aster. De knipoogjes naar bekende sprookjes in dit tragisch-romantische verhaal zijn dan ook legio. Soms is het sprookjeselement echter wat té vergezocht. Zo is de passage over de rode en reine ridders niet alleen amper te volgen zo saai, maar ook veel te gekunsteld en in de plot allicht ook te vermijden geweest. Het is zowat de enige smet op dit verder indrukwekkende boek.
Reageer op deze recensie