Rondje ruzie in bijzondere vormgeving
Een vierkant boek over een driehoek die ruzie maakt met zijn vriendje, het vierkant. Driehoek haalt een grap uit met Vierkant, die op zijn beurt Driehoek (onbedoeld) een loer draait. Een licht absurd, maar stilistisch bijzonder boekje over vormen en vrienden. De bijzondere ‘vormgeving’ van dit verhaaltje over vormen doet dit boek zeker opvallen.
Driehoek is… een driehoek. Hij woont in een driehoek die staat in een omgeving met kleine en grote driehoeken. Driehoek besluit ‘een gemeen grapje’ uit te halen met zijn vriendje Vierkant en trekt naar het land van de vierkanten. We zien Driehoek op weg gaan, langs de almaar groter wordende driehoeken die op bergen lijken, en die stilaan overgaan in vormeloze vormen, vormen zonder namen, tot die weer veranderen in vierkanten en Driehoek het vierkante huis van Vierkant bereikt. Hij haalt zijn grapje uit, waarop Vierkant hem boos achternazit, weerom langs de vierkanten, de vormen zonder namen en de driehoeken. Driehoek loopt zijn driehoekige huisje in langs een driehoekige opening waarin het vierkante Vierkant vast komt te zitten. Niet leuk voor Vierkant, maar ook niet voor Driehoek: Vierkant blokkeert de ingang zodat het stikkedonker is in Driehoeks huis. En die houdt helemaal niet van het donker. De fopper gefopt dus.
Dit grappige prentenboek bevat minimale tekst, die onder aan de pagina’s staat en nooit meer dan één regel bedraagt, waardoor er flink wat vaart is in deze korte vertelling van toch een groot aantal pagina’s (ca. 46). Het aantrekkelijke van het boekje zit ‘m echter vooral in de zachte grijs-rood-bruine inkleuring. De kleurvlakken zijn gradueel en gaan in elkaar over. Ook de overgang van driehoek naar vormen zonder namen naar vierkanten en andersom is visueel goed zichtbaar.
Het absurde verhaaltje past wel bij het kubisme van zijn stijl. De figuurtjes (een driehoekje en een vierkantje met twee ogen en twee beentjes) zijn grappig in hun eenvoud en spreken in hun uniformiteit de jonge lezer wel aan. Veel diepgang of volume krijgen de geometrische figuurtjes echter inhoudelijk niet, net zoals ze vormelijk beperkt zijn. Waarom Driehoek een gemene grap wil uithalen met Vierkant weten we dus niet, maar hebben kinderen zelf een motief nodig om elkaar te plagen of beet te nemen? Ook niet.
De auteur betrekt de lezer bovendien actief in het boekje: niet alleen bouwt hij de spanning op (wát gaat Driehoek doen om Vierkant voor de gek te houden?), maar hij geeft de lezer ook de gelegenheid het gedrag van beide figuurtjes te doorprikken. Waaruit het kind dan weer iets leert over zijn eigen gedrag. Het is dus allerminst een boekje dat iets over geometrie wil meegeven, maar eerder heel herkenbaar is voor kinderen.
Reageer op deze recensie