Stad op stelten
Al tien jaar publiceren schrijfster Annemarie Bon en illustratrice Gertie Jaquet Haas-verhalen, bevolkt door een bont gezelschap van dieren met hun eigenaardige kenmerken. In dit twaalfde boek trekt het hele gezelschap van het bos naar de stad. Elk dier had van de postduif een bericht gekregen dat ‘ie een reis naar de stad gewonnen had. Bon leert haar lezers meteen iets over marketing wanneer de dieren doorhebben dat het hier helemaal niet om een prijs en een gratis trip gaat, maar een publiciteitsstunt om bezoekers te lokken.
Als ze er dan toch zijn, besluiten de dieren hun tijd goed te besteden. En ook leren ze al gauw dat ieder zijn eigen voorkeuren heeft en ze allen dus maar best individueel op verkenning gaan. Dat geeft de auteurs meteen de gelegenheid om diverse aspecten van de grote stad uit de doeken te doen. Bosstad is bovendien een handige microkosmos waarin alle mogelijke steedse voorzieningen – van bioscoop en zwemparadijs tot museum en koekjesfabriek en van haven en ziekenhuis tot theater en voetbalveld – voorhanden en bovendien op een beperkt oppervlak bereikbaar zijn. Een plattegrond op het schutblad is daarbij een handige leidraad voor de lezer.
Elk bezoek in dit uitvoerig geïllustreerde, in korte hoofdstukjes ingedeelde leesboek leert de lezer in min of meerdere mate iets over het echte leven: een terrasje doen is niét gratis, muntjes laat je best liggen in de fontein, ongelikte beren heb je overal... De lezer ervaart met Das dat je tegelijk Grote Kunst in het museum maar niks kan vinden en toch zelf populaire kunst kan produceren: ‘dat kan ik ook’, denkt Das in het museum, die tot zijn verbazing zijn eigen schilderwerkjes als zoete broodjes kan verkopen. Een steek van de auteurs naar de literaire pers? De auteurs durven weleens stout te zijn: zo laten ze Rat een brandje blussen door erop te plassen en zetten de dieren uiteindelijk de stad op stelten in een betoging tegen van alles en nog wat. Uil neemt het voortouw in een demonstratie tegen de burgemeester die de bibliotheek deed sluiten, ‘om de burgers dom te houden’. Burgemeester Gorilla loopt hier voorop op een ontwikkeling die onlangs door de Vlaamse overheid is ingezet, die gemeenten niet langer verplicht bibliotheken te organiseren en toelaat die middelen elders te besteden. De bibliotheek van Bosstad is dan maar (letterlijk) ondergronds gegaan, waar toch kwaliteit te vinden blijft, getuige de exemplaren van De Gruffalo, Pippi Langkous, Muis en Kikker.
Zoals deze bib-guerilla aantoont schuwen de auteurs kleine noch grote maatschappijkritiek. Echter altijd impliciet, zonder die te benoemen. Zij gaan er bewust niet expliciet op in en laten het aan de lezers over misstanden zelf op te merken. Soms is die wel duidelijk: zo maakt Rat in de supermarkt kennis met ongemotiveerd personeel en het onpersoonlijke aanbod van de super. Soms minder: Haas en Kip ervaren de onzin van de energieverspillende warmeluchtblazers bij de ingang van het warenhuis.
Andere hoofdstukken zijn erg pedagogisch. Zo reizen Egel en Mol domweg heen en weer met de metro, waarmee de lezer de kans krijgt zelf zijn oriëntatie- en kaartleesvermogen te testen. De tekeningen zijn levendig en vol details, de tekst is verhalend en af en toe spits, zoals in de dialoog tussen Uil en een voorbijganger wanneer Uil de bibliotheek zoekt (p.38). Bon steekt soms ook humor in haar taal: zo gaat Kip, wanneer ze de textielafdeling van het warenhuis betreedt, ‘zowat licht geven, zo erg straalt ze’ (p.57). Of raadt Egel, die nooit last heeft van gedrum, zijn vrienden een ‘spijkerjasje’ aan (p.91). De redactie had echter beter gekund: zo staan op p.89 maar liefst twee fouten in de tekst: de met een handtas en kralenketting uitgeruste Uil wordt opeens een ‘hij’ en de slotzin eindigt halverwege. Los hiervan: een prima onderhoudend en bij wijlen ongemerkt opvoedend boekje.
Reageer op deze recensie