Tekenen maakt vrij
Grafisch ontwerper Hyshil Sander maakte met fijne potloodtekeningen een fragiel prentenboekje over zichzelf: met een potlood creëert Mine (die net als zij een oosters uiterlijk kreeg) een wereld van mooie bloemen en vormen waarin alles mogelijk is, maar ook een wereld die als een bubbel om je heen zit. Het is zaak ook eens uit je bubbel te komen, interactie met de anderen aan te gaan. Die al net zulke wonderlijke bubbels kunnen maken die samengaan met die van jou.
Mine woont in een schijnbaar grijze wereld die ze zelf kleur geeft in een blauwe bloemenbubbel. Ze is wat zonderling en eenzaam (werkt in de schoolbib, is alleen op de speelplaats…), maar haar mooie dromen ziet niemand. Op een goede dag vindt ze een blauw potlood en daarmee maakt ze haar droom waar door alles te scheppen wat in haar opborrelt: een reuzenzeepbel, vleugeltjes… Tot ze uit haar bubbel barst en de echte wereld rond zich ziet, die voor haar openstaat.
Fantasie en creativiteit zijn dus allemaal goed en wel, maar je mag niet los van de wereld zijn, lijkt de boodschap van dit sobere prentenboekje. Daarin gaat Sander net ietsje verder dan bijvoorbeeld de ruim 60 jaar oude klassieker Paultje en het paarse krijtje (van Crockett Johnson, vertaald door Annie MG Schmidt). Sander is zowel in tekeningen als in woorden erg summier en ingetogen en laat de lezer veel ruimte om zelf aan te vullen. Haar tekeningen zijn subtiel en aangenaam, tegelijk dromerig en realistisch. De zeepbel bijvoorbeeld is niet zoals we ons dat cartoonesk voorstellen perfect rond, maar hoekig en bobbelig, zoals dat in werkelijkheid ook is. Mines blauwe vleugeltjes vullen het grijze meisje mooi aan. Ook de suggestie van de bubbel rond het meisje is onopvallend en toch duidelijk.
Inhoudelijk rammelt het boekje echter een beetje. De overgang van Mines fantasiebubbel naar de realiteit is nogal arbitrair en geforceerd: ‘Plotseling ziet ze haar blauwe bloemenbubbel met andere ogen.’ Hoezo plotseling? Waardoor dan? Welke andere ogen: hoe ziet ze die dan? Sander schrijft: ‘Alles is mogelijk’ en ‘Allerlei dromen razen als een bloemenstorm om Mine heen’, waarop ze als het ware wakker wordt op het schoolplein en een vriendinnetje maakt. Zoals gezegd laat Sander veel aan de lezer over, maar dit is te willekeurig, te ‘magisch’. Niettemin blijven het gevoel en de boodschap die ze wil uitdrukken overeind en sluit het boekje hoopvol en aanmoedigend. Al had die laatste uitroep (‘Je hebt mijn boek gelezen. Zo bijzonder, wat een wonder!’) niet gehoeven, maar graag gedaan, hoor.
Reageer op deze recensie