Van groen naar blauw en roze
Na toneel, poëzie, muziek, illustraties (onder andere voor de Hendrik Groen-boeken), romans en een prentenboek vinkt Victor Meijer nu ‘beeldroman’ af van zijn to do-lijstje. Voor ons hoeft het niet bij deze ene graphic novel te blijven. Hondsdol is immers een intrigerend werkstuk met vele lagen en schitterende tekeningen.
Wie zin heeft in iets luchtigs en vrijblijvends, hoeft niet verder te lezen. Deze adjectieven passen allerminst bij Meijer, noch bij Hondsdol. Wat niet betekent dat Meijers eerste echte strip zwaar op de hand te noemen is. Ondanks het thema: een jongen – die niet toevallig naamloos en dus universeel blijft – zit geprangd tussen zijn gescheiden ouders: zijn geobsedeerde en drankzuchtige vader is verbitterd van woede om dat ‘menopausale loeder’, terwijl zijn egoïstische en begriploze moeder de ene na de andere nieuwe vriend verslijt. Hij krijgt van zijn vader een hond, maar zijn moeder wil die ‘haarbal’ niet in huis en ook zijn vader wil niet voor de hond zorgen. Waarop ze weglopen.
Dat klinkt allemaal heel rauw realistisch, maar Hondsdol is eerder magisch realistisch: de jongen en de hond beleven na de afwijzing door zijn moeder een bovenwerkelijk en symbolisch geladen avontuur op een schip en een eiland. De hele, overigens woordloze, passage is een aanvankelijk vreemde cesuur in het huiselijke drama, maar is in feite een fantastische verbeelding van de gevoelens van verlies en verdriet van de jongen. Maar ook van zijn trouw aan zijn ouders: hij laat zijn vriendinnetje op het eiland achter om terug naar huis te keren. Vechtscheidende ouders hebben echter zelden oog voor het leed van hun kinderen, die vaak als enigen de dingen helder zien en alles ‘gewoon normaal’ willen hebben.
Ook de rol van de hond is allerminst gratuit: het beest spreekt de jongen vanaf het eerste plaatje dat ze elkaar zien letterlijk aan. Ze zijn meteen twee handen en vier poten op één buik, bloedbroeders, elkaars verlengde. Door de hond roze te tekenen in het grotendeels met blauwe en grijze tinten ingekleurde verhaal verbeeldt Meijer hoe het dier kleur brengt in het leven van de jongen. De inkleuring – afwezig in eerdere illustraties en prentenboeken – is een krachtige meerwaarde voor dit boek. Kleurgebruik toont bijvoorbeeld de verandering in de hond, die de tweemaal afgewezen jongen aanspoort om zijn ouders harder aan te pakken, om helemaal vrij te zijn: de lieve en warme roze speelkameraad wordt een bloeddorstig en ijzig blauw monster. Gelukkig voor hem – en zijn ouders – is de jongen echter wijs genoeg om de juiste keuze te maken.
Meijer vermijdt het pathos door af en toe wat humor in het boek te smokkelen (bijvoorbeeld wanneer de hond de jongen stoere namen voorstelt om te krijgen), en ook het avontuurlijke middenstuk doorbreekt de loodzware sfeer. Het helpt ook dat Meijers tekeningen helder en licht zijn, en uitermate toegankelijk. Overigens is de tekenaar heel sterk in het weergeven van gevoelens in gezichtsuitdrukkingen, bijvoorbeeld in de haast waanzinnige buien van de vader of de schuldige blik van de moeder, of de bekkentrekkende jongelui. Zelfs de fronsende tot dreigende blikken van de hond zeggen meer dan woorden kunnen uitdrukken.
Het 150 bladzijden lange verhaal is nergens saai belerend of ongeloofwaardig dromerig. Het bijwijlen surrealistische relaas blijft boeien in een moedige en overtuigende poging om de complexe en extreme emoties van een door zijn ouders verscheurd kind weer te geven. Bovendien is het boek een prettige en soms verrassende grafische ervaring. Enerzijds heeft de tekenaar zich het medium strip eigen gemaakt met een goed leesbaar gebruik van kaders, perspectieven en montage. Anderzijds doorbreekt de illustrator door met paginagrote platen of met quasi lege bladzijden te werken het verwachtingspatroon van de strip. Daarom zijn we dol op Hondsdol. Enkel de na het verhaal toegevoegde schetsen zijn wat van het goede te veel.
Reageer op deze recensie