Het boek dat hij liever niet had hoeven schrijven
33 jaar na de door Ayatollah Khomeini uitgesproken fatwa vanwege zijn boek De duivelsverzen werd de Amerikaans-Brits-Indiase auteur Salman Rushdie (76) op 12 augustus 2022 aan de start van een lezing in de staat New York aangevallen door een jongeman met een mes.
'Mislukte aanslag, gelukt boek.' – recensent Koen
Rushdie begint zijn memoires naar aanleiding van die aanslag als een thriller. Niet met een opbouw naar de moordpoging toe – want we weten dat hij die overleefde, al verloor hij een oog – maar als een zoektocht naar het waarom, en waarom nú nog. De aanvaller, die hij A. noemt (van 'aanvaller' en ook 'asshole'), had het boek niet eens gelezen. Hij was een 'moorddadig spook uit het verleden' terwijl de wereld allang 'was verdergegaan en dat onderwerp was afgesloten'. Mes is een boek dat Rushdie 'liever niet had hoeven schrijven', maar wel moest schrijven om opnieuw aan het werk te kunnen.
In twee delen vertelt Rushdie in dit boek over de aanslag zelf, zijn revalidatie en het leven erna. Hij maakt daarbij gebruik van diverse stijlmiddelen, waardoor het boek heel afwisselend van toon en sfeer wordt en allerminst verveelt. Hij is soms afstandelijk, soms heel persoonlijk. De auteur blikt vooruit, waarbij hij de lezer verraadt wat er zal gebeuren, en doet aan associatief denken: op de avond voor de aanslag kijkt hij naar de maan, waarop hij uiteindelijk tot de stomme film van Georges Méliès komt, waarin een ruimteschip in het rechteroog van de maan geschoten wordt. Precies het rechteroog dat hij zal verliezen.
Rushdie laat geen detail ongemoeid om er bespiegelingen bij te hebben. Zo filosofeert hij over de vreemde intimiteit van een aanslag met een mes. Het doet hem beseffen dat taal zíjn mes is, die ook vele functies heeft en kan kwetsen. Hij neemt hier niet de verdediging van De duivelsverzen ('dat boek') op, dat doet hij allang niet meer. Maar zegt er ook geen wroeging over te hebben. Wel schrijft hij 'voor het laatst' nogmaals zijn opvatting over godsdienst neer.
Toch is Mes niet zwaar of zeurderig, en allerminst sensationeel. Rushdies inzichten blijven origineel en raak en bovendien wisselt hij ernst af met ironiserende of komische opmerkingen, die de spanning wegnemen. Bijvoorbeeld bij de arts die beweerde 'kampioen draineren' te zijn, waarop hij zich afvraagt: 'Ik wist niet dat er een kampioenschap was? Een World Series draineren? Een Super Bowl draineren? Wie zou tijdens de rust optreden? Muddy Waters?' Of bij de vaststelling dat hij sindsdien fel vermagerd was: 'Ik was blij met het gewichtsverlies (hoewel ik het met iedereen eens was dat dit dieet niet echt aan te raden was).'
Vooral in het eerste deel is hij vaak erg nuchter en prozaïsch in zijn beschrijving van de aanslag. Zoals zijn gevoel toen hij op het podium lag te bloeden: 'Dat is een hoop bloed', en zich zorgen maakte om zijn Ralph Lauren-pak. De aanslag haalt ook zijn partner Eliza Griffiths teder voor het voetlicht, die 'in superheldmodus' ging, maar – zo blijkt – achter haar liefde en kracht haar lijden verbergt.
Het aangrijpendst is het boek, kundig vertaald door Karina van Santen en Martine Vosmaer, wanneer Rushdie een fictief bezoek brengt aan de humorloze, geïndoctrineerde, eenzame A. in de gevangenis. De beklijvende dialoog is een bewijs van hoe kunst een antwoord biedt op geweld. Ook aan het slot spreekt hij A. aan voor een fictieve rechtbank (de echte rechtszaak werd uitgesteld precies omdat Rushdie dit boek schreef) waar hij A. definitief en vernietigend van zich afschrijft. De irrelevantie van het viseren van een persoon is uiteindelijk geleverd met dit contemplatieve boek: kunst overleeft de kunstenaar altijd, net zoals ideeën en overtuigingen. Mislukte aanslag, gelukt boek.
Wil jij ook meer en leuker lezen? Lees dan dit boek voor de Hebban Reading Challenge van 2024!
Vink er bijvoorbeeld de volgende checklistcategorieën mee af: 'Lees een waar boek' en 'Lees een kwetsbaar boek'. Meedoen kan via Hebban.nl/challenge.
Reageer op deze recensie