De zoete leugen van het hart
Wat is waar? Wat is gelogen? En wat is het verschil? Het is gewaagd in een fictief, en dus ‘gelogen’, werk deze lastige vragen te stellen. De Duitse tekenaars Bernd Kissel en Flix (die hier als scenarist actief was) nemen dan nog Karl Friedrich Hieronymus baron von Münchhausen, de architypsiche leugenaar bij uitstek, als referentiepunt in deze luchtige, maar niet minder intrigerende graphic novel. Maar de waarheid komt niet zo makkelijk boven.
Londen 1939: de naar de Britse hoofdstad gevluchte beroemde psychoanalyticus Sigmund Freud wordt ondanks zijn frêle gezondheid bij een gevangene geroepen. Een Duitser is van het dak van Buckingham Palace geplukt en hij beweert aardbeien te hebben gegeten op de maan. Krankzinnig of geniaal? Of een spion die beide veinst? De Britten willen van Freud weten of de man de waarheid spreekt: maanreizen lijkt hen wel nuttig om sterk te staan in de dreigende oorlog. Freud hoort de man uit, die de onwaarschijnlijkste verhalen vertelt, maar hem bezweert nog nooit gelogen te hebben.
Iedereen kent de fantastische verhalen van de baron von Münchhausen. Destijds een historisch figuur dat bekendstond om zijn straffe verhalen, later uitgegroeid via volksverhalen tot het bekendste voorbeeld van de leugenliteratuur. Kissel en Flix situeren hun Münchhausen in een totaal andere omgeving en tijd, maar maken in de ongelofelijke verhalen van het personage rond en na de Eerste Wereldoorlog dankbaar gebruik van bekende anekdotes en avonturen van de baron: hoe hij zichzelf door een gat in het dak bevrijdt door zich op te trekken aan zijn eigen haren, het rijden op een doorgesneden paard, het vliegen op een kanonskogel, het paard aan de kerktoren… Ze hebben deze vertellingen slim in het verhaal geweven.
Onze baron beweert dus ook naar de maan gereisd te hebben, die aan de achterkant een kleurrijk paradijs is, waar de doden leven. Het in sobere grijstinten verluchte boek wordt bij deze passage letterlijk kleurrijk. Freud stelt zich inmiddels de vraag: waarom heeft de mens van nature de neiging dingen te verzinnen? Heeft de leugen een functie? Is het een beschermingsmechanisme? En zo ja, waarvoor? ‘Is deze wereld dan zo ondraaglijk… dat de geest moet kunnen vluchten?’ Hij blijft ons het antwoord schuldig. Aanvankelijk is hij ervan overtuigd dat Münchhausen een fantast is. Al wat hij vertelt, is gewoon onmogelijk: een paard valt niet van een kerktoren zonder om te komen, zoveel sneeuw kan niet ongemerkt smelten in één nacht, een menselijke stem kan niet bevriezen tot ijsblokjes, er waren geen Duitse elitetroepen bij de Oostenrijkse kroonprins in Sarajevo in 1914… Verzint hij het om de aandacht af te leiden van de beschuldiging van moord op zijn familie? Of gewoon om aandacht te vragen? Het zogenaamde Münchhausen-syndroom. Tot hij de baron herkent op een foto bij de aanslag in Sarajevo… Uiteindelijk maakt het volgens Freud niet uit of iemand je gelooft. Als het hart zegt dat het de waarheid is, dan is het waar.
In deze tijden van fake news is het goed kritisch te zijn, maar Kissel en Flix lijken een pleidooi te houden voor goedgelovigheid, voor dromen, voor het hart in plaats van het verstand. Het is waar: hoeveel mooie dingen zijn er niet voortgekomen uit het hart? Met een plaats in het tot nog toe uitsluitend autobiografische en documentaire ‘waargebeurde’ fonds van Soul Food Comics is dit overigens heel aardig en breed toegankelijk getekende werk een uitroepteken van een vraagteken bij wat we onder fictie moeten verstaan: zelfs een fictief verhaal kan een waarheid als een koe vertellen. En heeft ieder niet zijn eigen waarheid? Is dé waarheid zo fictief als rechtvaardigheid? Een vrij eenvoudig, klassiek en rechtlijnig verteld stripboek als dit werpt toch heel wat vragen op waar het niet meteen op kan antwoorden. Misschien is dat de waarheid: dat er geen antwoorden zijn.
Reageer op deze recensie