Tijd voor een boek over tijd
Heb je even tijd? Want over de tijd valt heel veel te vertellen, zoals blijkt in dit uitvoerig met tekeningen en foto’s geïllustreerde werkje van Joke van Leeuwen. Zij stak enige tijd in het uitpluizen en delen van de leukste en interessantste weetjes over de tijd, tijdrekeningen en tijdcapsules, tijdklokken en tijdwijzers, maar ook van wat daarmee (van dichtbij of veraf) verband houdt: van nanoseconden en lichtjaren tot inwendige klokken en tijdsgebruik in muziek of strips. Ze doet dat heel leesbaar en begrijpelijk. Geen tijdverlies dit boekje.
De eerste druk verscheen al in 2018. Dat was ter gelegenheid van MoMeNT, een kunstfestival in Tongeren dat de tijd als rode draad had. Het non-fictie kinderboek staat nu echter weer in de belangstelling omdat het een van de kerntitels is van de Kinderboekenweek 2020, dat als thema geschiedenis heeft: 'En toen?' Gelukkig is wat Van Leeuwen hier vertelt allemaal tijdloos.
Haar verhaal over de tijd begint bij de oude Grieken, die al heel diep filosofisch over de tijd nadachten. Ook doet de auteur haar lezers af en toe stilstaan bij wat de tijd als begrip betekent, want niet alle tijd is meetbaar. Zoals de titel van het boek al aangeeft is er eigenlijk alleen maar ‘nu’ en dat is aan het einde van deze zin al ‘vroeger’. Het aardige is dat je als lezer niet alleen een heleboel weetjes over je heen krijgt, maar ook uitgenodigd wordt zelf eens na te denken en te filosoferen.
Uiteraard gaat het ook over voor de hand liggende zaken, zoals de tijdrekening op aarde, waarbij de verschillende tijdzones toegelicht worden. Maar de auteur geeft aan zulke uiteenzettingen graag een leuke toepassing, die een en ander wat inzichtelijker maakt. Zo schetst ze bijvoorbeeld hoe bewoners van de eilanden Amerikaans-Samoa en Kiribati – die dicht bij elkaar liggen, maar aan verschillende kanten van de datumgrens – door wat heen en weer reizen twee dagen na elkaar jarig kunnen zijn: iets wat jonge lezers zeker wel aanspreekt.
De verdwenen dagen van oktober 1582, de invoering van de Juliaanse en Gregoriaanse kalenders of de werking van waterklokken en zonnewijzers, dat zijn dingen die je ook op Wikipedia vindt, maar natuurlijk niet zo aanschouwelijk verteld. Zoals bijvoorbeeld wanneer de auteur het heeft over de aanwezigheid van de mens op aarde, waarvan het bestaan is uitgedrukt in een uur, die zich pas in de allerlaatste seconde daarvan situeert – dat doet een lezer toch wel even de dingen relativeren. Natuurlijk duiken er vaak grote getallen op in een boek over de tijd, maar toch doet Nu is vroeger later de lezer nergens duizelen omdat het je zo goed bij de hand neemt en bij de les houdt.
De opeenvolging van korte hoofdstukken is vrij lukraak, maar zo komt het niet over. Alsof Van Leeuwen één groot verhaal vertelt. Dat is deels te danken aan de manier waarop de auteur ook haar eigen ervaringen (zelfs als kind) in de tekst verwerkt en zo de lezer betrekt bij haar weetjes, bijvoorbeeld wanneer ze vertelt over hoe ze ‘tijd verloor’ op een vakantiebaantje. Of ze steekt er ter afwisseling af en toe een grappige cartoon of een gedichtje tussen.
Met een blik op de toekomst – of alleszins: hoe men in het verleden naar de toekomst keek, die nu vandaag is – en een pleidooi voor tijd nemen voor jezelf sluit het boek af en leert de lezer ook dat denken over de toekomst relatief is, want die ziet er toch altijd wel anders uit, en dat liggen niksen op de bank een zeer nuttige tijdsbesteding kan zijn. Dat kan ook gezegd worden over dit prettige en luchtige, maar verder niet echt beklijvende non-fictieboekje.
Reageer op deze recensie