Erg stille stille nacht
Uitgevers buiten het Duitse taalgebied hebben de Duitse illustrator Frank Flöthmann graag: aan een vertaalde editie van zijn boeken zijn namelijk geen eurocent vertaalkosten! Zelfs de títel van dit boek hoefde niet vertaald te worden. Stille nacht is immers ook Stille Nacht in het Duits. De ondertitel ‘Het kerstverhaal zonder woorden’ is eigenlijk een overbodige toevoeging: één blik op de cover of in het boekje is voldoende. Het bekendste verhaal ter wereld behoeft ook geen tekst en uitleg. Toch is Flöthmanns heel erg stille versie van de kerstnacht er eentje die we nog niet eerder gezien hebben, maar daarom niet minder hilarisch.
Ondanks een zonder vertaling makkelijke productie heeft het vier jaar geduurd eer dit kerstverhaal, keurig op tijd voor de kerst, ons bereikt heeft. Maar het was het wachten waard. We konden inmiddels al vertrouwd raken met Flöthmanns manier van vertellen in beelden met een vorig boek: een amusant en bijzonder origineel kijkboek waarin sprookjes van Grimm herverteld – en heruitgevonden – werden (want Flöthmann gaf zowat elk sprookje naast een bijzondere structuur een verrassende wending).
In Stille nacht blijft hij dichter bij het oorspronkelijke, bekende verhaal van de geboorte van Jezus: de aankondiging door de engel, de volkstelling, de volle herbergen, de stal, de herders en de drie koningen... Geen vreemde wendingen hier. Geen tweeling voor Maria, geen blokkendoos voor Jezus. Al zou het geen Flöthmann zijn als aan het kerstverhaal niet wat apocriefe details toegevoegd werden: van (over wie ’s nachts aan de beurt is om bij de schapen te waken) ruziënde herders en drie koningen die zich – Monty Python-gewijs – vergissen van boreling, tot een timmerman Jozef die op zijn duim slaat of het nachtelijk ongemak van een huilende baby ten huize Jozef en Maria. Door deze humoristische toevoegingen maakt de auteur het gebeuren veel menselijker en minder profaan, al is hij niet zuinig met engelenkoren en hemels licht. Leuk hoe de auteur zelfs het ontstaan van enkele kersttradities – de kerstman, de sokken aan de haard… – in het verhaal smokkelt.
Flöthmann kent zijn stripklassiekers. De eerste pagina, met een kaartje van de streek, is een vette knipoog naar Asterix. En ook daarna biedt hij dapper weerstand tegen alle stripconventies. Niet dat dit de lezer voor moeilijkheden zet. Om een woordloos verhaal als dit te kunnen ‘lezen’ volstaat het opgegroeid te zijn in onze beeldcultuur. De auteur bewijst dat de Egyptenaren met hun pictografische beeldtaal het niet bepaald bij het verkeerde eind hadden. Hij maakt uitvoerig gebruik van universele iconografische ‘vertalingen’ van wat ook in schrift uitgedrukt kan worden. De pagina tot dubbele pagina grote tekeningen, enkel in de kleuren rood, blauw, zwart en wit, zijn stilistisch sober en strak. Ondanks de grote tekenvlakken zit de aardigheid vaak in het detail. Ogen en monden zijn uiterst basic, maar drukken zoveel uit. Een sceptisch halfdicht oogje bij Jozef of een tuitmondje bij een weeën krijgende Maria: ze zijn meteen ‘leesbaar’. Het is knap hoe de auteur erin slaagt in simpele lijntjes zoveel verschillende uitdrukkingen weer te geven. Ook Flöthmanns pictogrammen in de ‘tekst’ballonnen zijn tegelijk eenvoudig en begrijpelijk: een Jozef met een zotskap lees je als ‘wat doe je toch gek, Jozef’. Of een dik en een dun ventje samen staan voor ‘wat zijn jullie, net als de Dikke en de Dunne, toch idioten’. Een davidster met een kroontje: de koning van de Joden. Een vork in de weg met een vraagteken: ‘welke kant moeten we uit?’
Tussen de overvloed van alle geïllustreerde kerstverhalen springt dit grappige, spitsvondige en speelse boekje eruit als een kerstroos in een dennenbos. Het enige jammere ervan is dat je het in vijf minuten gelezen hebt. Maar gelukkig is het volgend jaar alweer Kerstmis!
Reageer op deze recensie