De tijd als eindeloos kijkboek
Niets minder dan de geschiedenis van de oerknal, 13,7 miljard jaar geleden, tot vandaag, 2015, was de opzet van de Gentse illustrator Peter Goes voor zijn eerste eigen boek Tijdlijn. Alleen al deze ambitie maakt het grafische project adembenemend, nog afgezien van de honderden figuurtjes, beestjes, gebouwen, machines, voorwerpen, boompjes et alia die hij, verspreid over de millennia, decennia en jaren uit zijn pen schudde voor een dolle rit door de tijd. We zijn getuige van het eerste leven in de oerzeeën en de vroege mens die zich de aarde eigen maakt, we zien de exploten van Oude Grieken en Romeinen, van veroveraars en ontdekkers, kunstenaars en wetenschappers, we maken natuurrampen en glorieuze momenten mee uit alle tijdperken en de tijden daartussen.
Zoals de geschiedenis een lange, langzame stroom van gebeurtenissen is, glijdt de ene plaat in de andere via een beweeglijke zwarte stroom centraal op de pagina’s, gevuld met min of meer alles wat er over dat tijdsgewricht te vertellen valt. Begeleid door korte inleidingen en nog kortere onderschriftjes wriemelen de tekeningen over, onder en boven de eindeloze tijdlijn. In dubbele of soms enkele platen in sobere steunkleuren, spaarzaam verlicht met kleuraccenten in vlaggen, kleding of de tekst, leren we al kijkend over de Vikingen en de Azteken, over de ruimtevaart en de gruwel van de Eerste Wereldoorlog. Na de middeleeuwen wordt de geschiedenisles vooral in afzonderlijke eeuwen gegeven. De platen zijn niet per se chronologisch van links naar rechts te lezen. Het is ook geen sinecure bijvoorbeeld dertig eeuwen Egyptische geschiedenis in één plaat te steken.
In dit geschiedeniskijkboek figureren de badende wiskundige Archimedes en Eddy Merckx, maar ook Karel de Grotes witte olifant Abul Abbas of de Russische ontdekker Jakov Permjakov en talloze andere onbekende tot heel bekende historische figuren. Goes beperkt zich dus niet tot de Grote Geschiedenis. Al kan je je soms afvragen wat er nu zo interessant of historisch was aan een Thaise revolutie in de jaren 30 of de Deense koningin Margarethe in de 14de eeuw. Ook zijn het niet altijd historische feiten die de tijdlijn bevolken: zo duiken als vissers ingezette aalscholvers op in de Ming-plaat of gaat een niet nader genoemde astronaut op ruimtewandeling. Leuk overigens hoe Star Trek en Futurama ook een plekje krijgen in de verovering van de ruimte.
Terwijl Goes erin slaagt de (allerminst vredige) geschiedenis van de mens zonder bloedvergieten weer te geven (let op het stippellijntje met schaar op de nog net niet onthoofde Engelse koning Karel), steekt hij veel humor in zijn platen én tekst: kleine dino’s die van de rug van de grote glijden, een ‘triceratopsje’ tussen twee grote triceratopsen of ‘nog een mammoet’, een kerstbal in een boom bij de eerste mensen, een Poseidon met een anker-tattoo… De platen steken boordevol details, zoals kanonskogels en vliegtuigbommen in de vorm van schedels. Ook voor de opmerkzame lezer die soms meer weet dan de tekst meegeeft: een ‘schild en vriend’-icoontje bij de Brugse metten bijvoorbeeld.
Goes is overigens zeer evenwichtig in het meegeven van Vlaamse en Nederlandse weetjes - van de Guldensporenslag tot Abel Tasman, en geen Rembrandt zonder Rubens. Al zijn er toch ook voor de hand liggende nationale helden ‘vergeten’. Andere details gaan vreemd genoeg zonder tekst op in de tijdlijn, zoals het Belga-meisje (jaren 50) of het Playmobil-mannetje (jaren 70). Daarnaast is hij vaak briljant in zijn weergave: zo wordt het baanbrekende computerwerk van Steve Jobs en Bill Gates uitgebeeld met de garages waarin zij begonnen.
Om het begrijpelijk en eenvoudig te houden moet Goes de geschiedenis soms wat geweld aandoen. Zo werd er niet tot 2011 in Irak oorlog gevoerd tegen Saddam. En is zijn aanpak onvermijdelijk westers getint, met bijvoorbeeld pas aandacht voor China in de Ming-dynastie. Maar het is hem vergeven: dit prettige en eindeloze kijkboek is boeiend van begin tot eind (de aanslag op Charlie Hebdo).
Reageer op deze recensie