Kasteel van papier
Net als Zonnekoning Louis Quatorze – die het zijn roem gaf – of de Mona Lisa – die er ooit hing – kent iedereen het kasteel van Versailles. Maar wat weten we er écht van? Wil je het voormalige epicentrum van de Franse macht tot in de verste uithoeken van zijn uitgestrekte park, tot in de geheime romantische doorgangen van de koninklijke appartementen en tot in de kleinste details van zijn nog korte, maar al zeer bewogen geschiedenis kennen, dan is dit boek van Johan Op de Beeck een goede, maar beetje saaie gids.
'Een boeiende en erudiete, maar soms al te gedetailleerde en vrij onpersoonlijke lofzang op het kasteel van Versailles.' - recensent Koen
De voormalige journalist/amateurhistoricus/francofiel schreef eerder al boeken over de Zonnekoning, de Franse Revolutie en Napoleon Bonaparte. Zijn kennis hierover kwam dus zeer van pas om te hergebruiken in dit boek, waarin geen staatsman of historische omwenteling maar een gebouw centraal staat. Eigenlijk een gebouwencomplex, want het kasteel van Versailles is de loop van de 17de en 18de eeuw almaar gegroeid en er werden in het domein nog meer en nog luxueuzere lustoorden opgetrokken, aanvankelijk bewoond door maîtresses, later ook door koninginnen en keizers.
Met journalistieke zakelijkheid valt Op de Beeck met de deur in huis. Aan Louis XIII, die Versailles als een klein jachtslot bouwt en slechts kort regeerde, maakt hij niet veel woorden vuil. Des te meer aandacht gaat naar zijn zoon, Louis XIV. Die ontwikkelde in zijn jeugd (op de vlucht voor de adel die op de kroon aasde) en zijn wilde jaren (als rokkenjager) een voorkeur voor Versailles. In de loop van zijn liefst 72-jarige regime bezorgde hij het kasteel de luister die het vandaag nog geniet, hoewel er in de 19de en 20ste eeuw door de republikeinse staat zeer stiefmoederlijk mee werd omgegaan en het zelfs tot tweemaal toe de barbaarse Pruisische horden over de vloer kreeg.
Soms verliest de auteur zich in talloze namen, titels en feiten die de lezer onmogelijk kan onthouden, en uitgezonderd enkele anekdotes blijven de kasteelkronieken afstandelijk en de vele personages van papier, ze komen niet helemaal tot leven. Toch komt uit zijn daden Louis XIV duidelijk wel naar voren als een afgunstig, spilzuchtig en wispelturig monarch, ook in zijn omgang met Versailles, waar de ene uitbreiding op de andere verbouwing volgde. Op de Beeck beschrijft haast bewonderend hoe de Zonnekoning in Versailles zijn absolute macht opbouwt en concentreert door de hoogste (en verraderlijkste) edellieden bij hem aan het hof te houden. In deze gouden en drukbevolkte kooi kon de koning zijn vijanden dicht bij zich in de gaten houden.
Behalve de pracht en praal en de wel erg dwaze hofrituelen passeren ook het (gebrek aan) sanitair en de dames aan het hof. De auteur neemt het kritisch voor hen op en vraagt zich af waarom de vertrekken van Louis XIV’s maîtresse (en latere – geheime – echtgenote) Madame de Maintenon zo ver van de zijne lagen en enkel publiekelijk toegankelijk waren. Ook koningin Marie-Antoinette krijgt eerherstel. Op de Beeck schetst een onschuldiger beeld van haar (als iemand die louter op luxe en plezier was gesteld) dan ‘s konings politieke rivalen de almaar nooddruftiger bevolking voorkauwden, in de prelude op de Franse Revolutie. Zelfs de toenmalige restauratiekosten van het kasteel werden schromelijk overdreven om de koning zwart te maken. Of hoe fake news ook eind 18de eeuw al bestond. Zelfs de bestorming van Versailles begin oktober 1789 heeft veel weg van die van het Capitool in januari 2021.
Versailles is een boeiende en erudiete, maar soms al te gedetailleerde en vrij onpersoonlijke lofzang op het kasteel van Versailles. De ruim tweehonderd jaar dat er geen monarch meer resideert, behandelt de auteur wel, maar niet zo uitvoerig als de glanstijd onder Louis XIV. Het boek is ruim geïllustreerd met prenten van vergane glorie, maar had bij de tekst soms wel wat meer hedendaagse foto’s kunnen gebruiken. Alsof het hier eerder om een luchtkasteel ging.
Reageer op deze recensie