Holocaust-herinneringen van moeder Arnon Grunberg
"Het belangrijkste effect van mijn schrijverschap (…) is de uitgave van dit boek", schrijft Arnon Grunberg in het nawoord van het boek van zijn moeder, Hannelore Grünberg-Klein. Zij had eind jaren tachtig, louter voor zichzelf, "om er vanaf te zijn", haar oorlogservaringen als kind te schrift gesteld. Voordat haar zoon doorbrak als auteur in 1994 had zij één keer vergeefs het manuscript bij een uitgever aangeboden. Ruim twintig jaar later was er wél interesse voor een uitgave. Die bestaat uit een chronologisch verslag van haar jeugd in Berlijn tot haar aankomst in Amsterdam eind 1945, geïllustreerd met familiefoto’s uit die periode.
We maken kennis met een welgestelde Joodse familie en een snel blozend en op haar leerkrachten verliefd meisje dat niets van antisemitisme merkt tot de Kristallnacht van 1938, wanneer alles anders wordt. Het gezin bemachtigt nog net visa voor Cuba, maar beleeft een hallucinante overtocht. Voor het oog van de wereld sollen de corrupte Cubaanse machthebbers met 900 radeloze Duitse Joden tot hun schip, de St. Louis, niet anders kan dan terugkeren naar Hamburg. Voor deze sterke passage in het boek - tegelijk spannend en verontwaardiging wekkend – put Hannelore Klein uit gedetailleerde documentatie, want als 12-jarig kind had zij niets van de vertwijfeling van haar ouders en landgenoten gemerkt. De ongelukkige vluchtelingen op de ‘St. Louis’ krijgen echter asiel in Europa. De in Nederland geïnterneerde familie Klein valt een jaar later toch in nazi-handen bij de Duitse inval in mei ’40 en belandt in Kamp Westerbork.
Tot in detail – de organisatie van het kamp, de liedjes die ze er leert, ontstoken amandelen – beschrijft Hannelore Klein het kampleven. De sfeer wordt grimmiger wanneer vanaf juli ’42 de eerste bewoners op transport gezet worden. Ook nu weer lezen we over de werkweek, de appels, de huisvesting… Voor de jonge Hannelore en haar Schülerklreisgenootjes gleden de oorlogsgebeurtenissen, die de Joden enkel via geruchten konden volgen, "grotendeels langs ons heen". Wanneer ook de Kleins op transport moeten, "waren wij kinderen zeer nieuwsgierig naar het nieuwe dat ons te wachten stond, niet vermoedend dat het alleen maar ellende zou betekenen". De familie belandt in Theresienstadt, van waaruit later eerst vader Klein en later Hannelore en haar moeder naar Auschwitz gedeporteerd worden. Daar worden haar ouders bij aankomst naar de gaskamers gestuurd, terwijl Hannelore terwerkgesteld wordt in een vliegtuigenfabriek bij Freiberg. Daarop lezen we over het overleven in de barakken: de honger, de kleren vol luizen… Uiteindelijk komt Hannelore terecht in Mauthausen, waar de leefomstandigheden helemaal onmenselijk zijn. De bevrijding merken de uitgemergelde gevangenen nauwelijks op. In de laatste bladzijden verhaalt Hannelore Klein nog de opvang in een ‘ontnazificeringskamp’ en bij een Frans-Joods gezin. Uiteindelijk kan ze terecht bij haar grootouders in Amsterdam, trekt ze nog naar Israël, maar keert ze terug naar Nederland wanneer haar grootvader sterft, die – zo schrijft ze – nog de ‘grondlegger’ van haar huwelijk met Hermann Grünberg was, "maar dat is een heel ander verhaal..."
Dat gaan we echter niet meer van haar hand lezen, want voor het verschijnen van dit boek overleed Hannelore Grünberg-Klein op 9 februari 2015, 87 jaar oud. Arnon Grünberg, die een innige relatie met zijn moeder had, die niet zelden in zijn oeuvre opduikt, mag haar en haar boek 'het centrum' noemen en zijn eigen oeuvre 'een voetnoot bij dit boek', maar veel nieuwe inzichten geeft dit Holocaust-verhaal – hoe gruwelijk ook – niet; bovendien is het uit verschillende versies samengestelde manuscript geen literair, maar louter verhalend relaas geworden, waarin weinig van de auteur doorschemert, behalve dat ze erg gelovig was en als kind vaak geen idee had van wat er om zich heen gebeurde. Haar overlevingsstrijd is heftig, maar wordt niet door diepe bespiegelingen begeleid: haar verhaal – dat persoonlijk is, maar tegelijk ook dat van vele lotgenoten - moet voor zichzelf spreken en dat doet het. Als boek kan dit alleszins niet meer vergeten worden.
Reageer op deze recensie