Lezersrecensie
De Muze van de schilder of liever Maannachten?
In de historische roman de Muze van de schilder maak je kennis met Josephine Fesser ( zo gaan heten na haar trouwen met Alexandre Fesser) en haar grote liefde Johan Jongkind. Zij neemt de getalenteerde schilder onder haar hoede in het Parijs van midden 19e eeuw. Jongkind is een schilder met een enorme schilderdrang, maar ook weinig talent voor zaken, het verkopen van zijn werken. En tevens gevoelig voor drank en verdovende middelen. Josephine neemt hem in huis en zorgt ervoor dat hij zijn verslavingen aan Absint en drank onder controle krijgt.
Daarnaast krijg je een kijkje in haar leven tot dan toe, hoe ze in Parijs belandde en Alexandre heeft ontmoet. Een gezette goedige kok, van wie ze na een nacht samenzijn een kind krijgt. Ze trouwen en al snel loopt hun huwelijk spaak. Alexandre vertrekt naar een chateau buiten Parijs, Josephine blijft in de stad, maar moet toezien dat Alexandre hun zoon meeneemt. Wanneer ze samenwoont met Jongkind reizen ze samen naar Alexandre en Jules. Jongkind kan het boven verwachting vinden met de zoon en met de vader.
Er volgen jaren van relatieve rust waarin Jongkind met Josephine naar Normandië reist om landschappen te schilderen in aquarel tot het moment waarop Jongkind in Parijs gechanteerd wordt door duistere figuren uit de kunstenaarswereld. Er wordt een ravage in zijn atelier aangericht en bij een brand komen die figuren min of meer door toedoen van Josephine in de kelders om het leven.
Het verhaal speelt zich af in het Parijs van tweede helft 19e eeuw, verplaatst zich met de reizen van Jongkind naar het buitenleven van het chateau waar Alexandre werkt en Normandie waar Jongkind zijn schetsen maakt.
Jongkind blijkt gaande het boek eigenlijk een patient met een psychiatrisch ziektebeeld, manisch-depressief, PTSS achtig beeld door (misbruik) traumas uit zijn jeugd wat zich uitte in misbruik van middelen (drank, Absint) en een vorm van kinderlijk gedrag, zoekend naar bevestiging, zoekend naar complimentjes, aansluiting vindend bij kinderen. Josephine stuurt dit, moedert over hem, leidt dit in goede banen. Soms met harde hoekige bewoordingen, handelingen, maar ook zakelijk en liefdevol.
Het boek is eerder uitgekomen onder de titel Maannachten, een verwijzing naar een schilderij van Jongkind geschilderd in zijn Nederlandse periode in Rotterdam, KLaaswaal. In het boek zitten regelmatig verwijzingen naar het maanlicht, de kleur van de nacht. Maar ook de donkere kant van zijn bestaan, zijn geest. Naar mijn idee een betere titel mede omdat De Muze mij toch meer op het verkeerde been zet ten aanzien van Josephine, die hem zeker stimuleerde, maar vooral hem op zakelijk gebied goed op de rails wist te houden naast alle liefdevolle zorgen die zij hem bood.
De stijl is zeker in het begin wat zakelijk, ietwat koel, bij vlagen wat belerend. Passend bij de karakterschets van Josephine. Later wordt het geheel wat zwieriger en word je ook meer in het verhaal gezogen, met mooie beschrijvingen van Parijs, Normandie en rondom BeauSejour. In het laatste deel krijgt ook Pauline de vrouw van Jules een rol die zeker net zo sterk is als die van Josephine, zij weet haarfijn pijnpunten bloot te leggen over verhoudingen in en leven met Jongkind en weet daarmee het gezin bijeen te houden.
Marja Visscher heeft gedegen onderzoek gedaan naar het leven van Jongkind en het schildersbestaan in de 19e eeuw, heeft Josephine een stem gegeven en waar de historie blanco's laat een mooie fictieve invulling geschreven.
Een boek over een sterke vrouw? Ja
Een vrouw die boven haar tijd uitsteekt door vooruitstrevende ideeën, handelingen? Nee
Maar zeker een historische roman die een beeld schetst van een tijd waarin Monet, van Gogh en anderen zich hebben bewogen of gingen bewegen tegen de achtergrond van de Frans-Pruisische Oorlog.
Daarnaast krijg je een kijkje in haar leven tot dan toe, hoe ze in Parijs belandde en Alexandre heeft ontmoet. Een gezette goedige kok, van wie ze na een nacht samenzijn een kind krijgt. Ze trouwen en al snel loopt hun huwelijk spaak. Alexandre vertrekt naar een chateau buiten Parijs, Josephine blijft in de stad, maar moet toezien dat Alexandre hun zoon meeneemt. Wanneer ze samenwoont met Jongkind reizen ze samen naar Alexandre en Jules. Jongkind kan het boven verwachting vinden met de zoon en met de vader.
Er volgen jaren van relatieve rust waarin Jongkind met Josephine naar Normandië reist om landschappen te schilderen in aquarel tot het moment waarop Jongkind in Parijs gechanteerd wordt door duistere figuren uit de kunstenaarswereld. Er wordt een ravage in zijn atelier aangericht en bij een brand komen die figuren min of meer door toedoen van Josephine in de kelders om het leven.
Het verhaal speelt zich af in het Parijs van tweede helft 19e eeuw, verplaatst zich met de reizen van Jongkind naar het buitenleven van het chateau waar Alexandre werkt en Normandie waar Jongkind zijn schetsen maakt.
Jongkind blijkt gaande het boek eigenlijk een patient met een psychiatrisch ziektebeeld, manisch-depressief, PTSS achtig beeld door (misbruik) traumas uit zijn jeugd wat zich uitte in misbruik van middelen (drank, Absint) en een vorm van kinderlijk gedrag, zoekend naar bevestiging, zoekend naar complimentjes, aansluiting vindend bij kinderen. Josephine stuurt dit, moedert over hem, leidt dit in goede banen. Soms met harde hoekige bewoordingen, handelingen, maar ook zakelijk en liefdevol.
Het boek is eerder uitgekomen onder de titel Maannachten, een verwijzing naar een schilderij van Jongkind geschilderd in zijn Nederlandse periode in Rotterdam, KLaaswaal. In het boek zitten regelmatig verwijzingen naar het maanlicht, de kleur van de nacht. Maar ook de donkere kant van zijn bestaan, zijn geest. Naar mijn idee een betere titel mede omdat De Muze mij toch meer op het verkeerde been zet ten aanzien van Josephine, die hem zeker stimuleerde, maar vooral hem op zakelijk gebied goed op de rails wist te houden naast alle liefdevolle zorgen die zij hem bood.
De stijl is zeker in het begin wat zakelijk, ietwat koel, bij vlagen wat belerend. Passend bij de karakterschets van Josephine. Later wordt het geheel wat zwieriger en word je ook meer in het verhaal gezogen, met mooie beschrijvingen van Parijs, Normandie en rondom BeauSejour. In het laatste deel krijgt ook Pauline de vrouw van Jules een rol die zeker net zo sterk is als die van Josephine, zij weet haarfijn pijnpunten bloot te leggen over verhoudingen in en leven met Jongkind en weet daarmee het gezin bijeen te houden.
Marja Visscher heeft gedegen onderzoek gedaan naar het leven van Jongkind en het schildersbestaan in de 19e eeuw, heeft Josephine een stem gegeven en waar de historie blanco's laat een mooie fictieve invulling geschreven.
Een boek over een sterke vrouw? Ja
Een vrouw die boven haar tijd uitsteekt door vooruitstrevende ideeën, handelingen? Nee
Maar zeker een historische roman die een beeld schetst van een tijd waarin Monet, van Gogh en anderen zich hebben bewogen of gingen bewegen tegen de achtergrond van de Frans-Pruisische Oorlog.
2
2
Reageer op deze recensie