Het leven als een film
De schrijver A.B. Yehoshua is in ons taalgebied minder bekend, maar heeft zich door zijn oeuvre (romans, verhalen, essays en toneelstukken) ontwikkeld tot een grote naam in de Israëlische literatuur. Veel van zijn romans volgen hetzelfde stramien: een plot met verschillende, complexe verhaallijnen en steeds terugkerende thema’s, zoals de confrontatie tussen leven en dood, de moeilijke verstandhouding tussen man en vrouw en de uiteenlopende spanningen tussen culturen en religies. Hij schuwt ook de controverse niet en heeft uitgesproken oplossingsgerichte meningen over het Joods-Palestijns conflict. Van deze elementen maakt hij ook gebruik in zijn roman Het eerbetoon, die eerder dit jaar verscheen in een Nederlandse vertaling van de originele, Hebreeuwse versie.
De 70-jarige, Joodse filmregisseur Jaïr Mozes wordt uitgenodigd op een onverwachte retrospectieve van zijn werk in de ‘heilige’ Spaanse stad Santiago de Compostella; hij wordt vergezeld door de actrice Ruth, een belangrijk ‘personage’ uit zijn films én leven. Op het programma staan een aantal vertoningen van het eerder surrealistische werk uit zijn beginperiode, dat hij maakte met zijn voormalige leerling en briljante scenarioschrijver Trigano. Beide mannen hebben dertig jaar geleden bruusk het contact verbroken, na een incident tijdens de opnames van de slotscène van een van hun films; Ruth, de toenmalige vriendin van Trigano, was hierbij betrokken. Gaandeweg komt Mozes (in Spanje en daarna in Israël) tot belangrijke inzichten over zichzelf, zijn verleden en zijn relaties, en zoekt hij tijdens het proces van schuld, boete én barmhartigheid opnieuw toenadering tot zijn vroegere vriend. Dit leidt uiteindelijk tot een met veel symboliek geregisseerde finale van het boek.
Het eerste deel van de roman geeft een zeer gedetailleerde beschrijving van de driedaagse retrospectieve vanuit het perspectief van de zelfzuchtige, maar tevens eenzame en gekwelde Mozes. Door de ogen van de regisseur kijkt de lezer mee naar de in het Spaans nagesynchroniseerde films; hierdoor ontstaat een intieme, soms bewust verwarrende, maar steeds boeiende leeservaring. Tijdens de vertoningen beseft Mozes dat hij zijn eigen films, de scenario’s van Trigano en de bijhorende herinneringen geregeld op een onjuiste manier geïnterpreteerd heeft: "Het wordt tijd dat je begrijpt dat er in de films die jij gemaakt hebt, ook dingen verstopt zitten waar je niet van wist en die je niet begreep." Geleidelijk aan wordt de regisseur zo geconfronteerd met zijn onvolmaaktheden en ook met fouten uit het verleden én heden.
Yehoshua weet hoe hij een verhaal moet overbrengen en spanning kan opbouwen; hij houdt hierbij goed de controle over alle personages, scènes en subplots. De haarfijne beschrijvingen van de vele gebeurtenissen en gedachten doen sterk denken aan de hyperrealistische stijl van Karl Ove Knausgård in de succesvolle romancyclus Mijn strijd. Uiteraard zijn er qua inhoud en achtergrond grote verschillen, maar net zoals bij Knausgård wordt de lezer in Het eerbetoon verplicht alle details tot zich te nemen en te verwerken, alsof ook Yehoshua duidelijk de vermoeidheid van de oude regisseur, door de overvloed aan stimuli en gedachten tijdens de retrospectieve, wil laten voelen doorheen de uitgebreide beschrijvingen.
Deze realistische vertelstijl staat in schril contrast met de surrealistische inhoud en diepe symboliek van Mozes’ films en van de dialogen tussen de personages. De unieke, ongewone en zeer beeldende schrijfstijl van Yehoshua blijft goed overeind in de Nederlandse vertaling van Hilde Pach, zoals blijkt uit opvallende zinnen, zoals "Het einde is een compromis tussen wat er was en wat er nooit zal komen" en "Haar intellectuele bronnen zijn niet talrijk."
Het eerbetoon levert de lezer een zeer interessante stilistische mengeling van culturen, talen, religies en persoonlijkheden binnen een geheel van verrassende en vaak onconventionele verhaallijnen. De auteur meandert via vele vertakkingen uiteindelijk wel heel doelbewust naar het gepaste hoogtepunt, om ons daarna deels gelouterd achter te laten; maar wel nog lang mijmerend over hoe we zelf met onze zonden omgaan, én met die van anderen.
Reageer op deze recensie