Een wonderlijke groepsselfie
Rebekka de Wit is een jonge Nederlandse actrice, theatermaakster en schrijfster. In haar theaterwerk staan humor, taal en verwondering centraal. Zo gaat ze in haar recente voorstelling Presentatie van een ongecensureerd moppenboek op zoek naar de rol die humor, ironie of cynisme kunnen spelen om met de uitdagingen van onze hedendaagse tijd om te gaan.
Ook in haar romandebuut We komen nog één wonder tekort belicht ze indirect de betekenis van humor, maar dan wel binnen een context van immens familieverdriet. De hoofdpersoon is een tienermeisje dat na een heftige periode van opeenvolgende overlijdens (o.a. van haar moeder en de verloofde van haar zus) aan een impulsieve vakantie naar het zuiden begint, samen met haar vader, zus en broer. Het wordt een wat stuurloze verwerkingstocht, initieel zonder duidelijk doel ("De weg is belangrijker dan de bestemming"), met een kleine auto vol gadgets, attributen, relikwieën uit haar jeugd. Een aantal weken zullen ze door rouw, verdriet, kleine discussies en irritaties, maar vooral door eenvoudig gezinsgeluk in een kosmische eenheid met elkaar, de natuur en het ‘nu’ verbonden zijn, uitkijkend over een Franse vallei, die eigenlijk een (emotionele) afgrond had moeten of kunnen zijn.
Het gezin grasduint in hun gemeenschappelijke herinneringen en diverse anekdotes uit hun verleden sijpelen het verhaal binnen. Ze worden levendig en soms hilarisch beschreven zonder dat de gemakkelijke sentimentaliteit of melancholie het overneemt. De lezer kijkt en geniet mee van dit fotoalbum van een gebroken gezin: een mooie, postmodernistische collage vol citaten, ironische oneliners, en met liedjes van Paul Simon op de achtergrond.
Zo vormt de vakantie ook een nakend afscheid van een jeugd. De adolescente hoofdpersoon voelt de angst voor een zelfstandig, volwassen leven, waarin ze vreest de warme verbondenheid van het gezin te verliezen. Ze had het vroeger zelfs al lastig om als individu in canon te zingen, omdat “ik steeds meeging met degene die naast mij stond”. Ze vindt het dan ook moeilijk haar “stem te houden, stand te houden in een wereld die oneindig veel groter is dan jij”. Vandaar de hoop dat deze vakantie eeuwig zal blijven duren, zodat die toekomst nog een tijdje kan wachten.
De personages zijn bewust vrij schetsmatig neergezet, als figuranten binnen een groter geheel, waarin verdriet, verbondenheid én geluk de hoofdrol opnemen. De verschillende manieren van verwerking van het verlies krijgen een prominente plaats in het boek, maar zonder overdreven drama of emotionaliteit. Deze worden verdrongen door de humor, de muziek, de ontwapenende gezinsinteracties, maar ook de Franse fauna en flora die hun plaats in het verhaal opeisen. De otter van de omslagfoto wordt gebruikt in een mooie omschrijving: otters “houden elkaars hand vast in het wild” en “drijven op het water”: geluk en hechting vanuit een spontane, bijna kinderlijke verwondering gevisualiseerd.
De schrijfster combineert de bevreemdende, soms wrange, maar ook verfrissende humor met de momenten van intens verdriet. Deze is spitsvondig, scherp en vaak absurd en presenteert zich in zijn verschillende vormen en functies: als entertainment, als communicatie, als verbinding tussen mensen, maar ook als veilige, beschermende cocon ("de stilte buitenhouden"). De taal die hierbij gebruikt wordt, is levendig en beeldend, met hier en daar een onvermijdelijk cliché. Rebekka de Wit is echter op haar best als het pantser van de humor wordt afgelegd en de diepere, intense emoties zachtjes komen bovendrijven.
We komen nog één wonder tekort is een sprankelend, persoonlijk en puur boek over verdriet, angst, geluk en verbondenheid. Een wonderlijke groepsselfie als momentopname van een gezin in pijn, even halthoudend voor de afrit naar de toekomst. Rebekka de Wit schrijft een opvallend en geslaagd literair debuut, waarmee ze haar veelzijdigheid alvast stevig in de schijnwerpers zet.
Reageer op deze recensie