Lezersrecensie
Wat moet zijn, zal zijn.
Nevels, het zesde boek van de hand van schrijfster Marceline de Waard, speelt zich af op de grens van dag en nacht op het Drentse platteland. Daar waar de nevels zich hechten aan het veen. De sfeer en stemming in de roman wrikt en kraakt als de traptreden in het oude majestueuze landhuis waar hoofdpersonage Felicia, roepnaam Fay, opgroeide.
In de eerste hoofdstukken schetst de auteur ogenschijnlijk moeiteloos een sprookjesachtige jeugd op het platteland. De lezer ervaart hier, door de metaforische schrijfstijl vol weemoed, direct een deskundige schrijvershand. De ambiance verandert als het verhaal naar het heden wordt getrokken vanwege de zorgen over de lethargische houding van de inmiddels hoogbejaarde moeder van Fay, mevrouw Swanette uit ‘t Veen. Broer Olaf vermoedt dementie en stuurt aan op een gedwongen verhuizing naar een verpleeghuis. Wat er dan ontstaat is een schoolvoorbeeld uit familieopstellingen, een alternatieve vorm van psychotherapie. Traag ontvouwt zich een ontroerend, intiem en schrijnend, psychologisch relaas in de belevende ik-vorm. Door de herkenbaarheid prikt het boek pijnlijk in het gemoed van de lezer. Marceline de Waard weet gevoelens als afwijzing, vervreemding en schaamte bijzonder goed te vatten in haar beeldende en schrijnende zinnen.
Tussen de hoofdstukken in het boek verschijnen teksten uit een dagboek, vol herinneringen en hersenspinsels van een vrije geest. Wie schreef de mijmeringen op? En zouden deze woorden een geheim kunnen ontrafelen? Een geheim dat steeds even een stukje van het ochtendgloren ziet, om dan weer schielijk onder te gaan in de duisternis van het veen.
Fay weet wat haar te doen staat… wat moet zijn, zal zijn.
In de eerste hoofdstukken schetst de auteur ogenschijnlijk moeiteloos een sprookjesachtige jeugd op het platteland. De lezer ervaart hier, door de metaforische schrijfstijl vol weemoed, direct een deskundige schrijvershand. De ambiance verandert als het verhaal naar het heden wordt getrokken vanwege de zorgen over de lethargische houding van de inmiddels hoogbejaarde moeder van Fay, mevrouw Swanette uit ‘t Veen. Broer Olaf vermoedt dementie en stuurt aan op een gedwongen verhuizing naar een verpleeghuis. Wat er dan ontstaat is een schoolvoorbeeld uit familieopstellingen, een alternatieve vorm van psychotherapie. Traag ontvouwt zich een ontroerend, intiem en schrijnend, psychologisch relaas in de belevende ik-vorm. Door de herkenbaarheid prikt het boek pijnlijk in het gemoed van de lezer. Marceline de Waard weet gevoelens als afwijzing, vervreemding en schaamte bijzonder goed te vatten in haar beeldende en schrijnende zinnen.
Tussen de hoofdstukken in het boek verschijnen teksten uit een dagboek, vol herinneringen en hersenspinsels van een vrije geest. Wie schreef de mijmeringen op? En zouden deze woorden een geheim kunnen ontrafelen? Een geheim dat steeds even een stukje van het ochtendgloren ziet, om dan weer schielijk onder te gaan in de duisternis van het veen.
Fay weet wat haar te doen staat… wat moet zijn, zal zijn.
3
4
Reageer op deze recensie