Geen zwart-wit oorlogsverhaal
De Amerikaanse schrijver Gwenn Strauss schreef eerder al kinderboeken, essays en korte verhalen. Tegenwoordig woont ze in Frankrijk. De negen is haar eerste non-fictieboek. Het werd vertaald door Irene Goes en uitgegeven in ons taalgebied door Boekerij.
'De negen' verwijst naar een groep vrouwen die in de laatste maand van de Tweede Wereldoorlog weet te ontsnappen tijdens een inderhaast geregeld gevangenentransport in Oost-Duitsland. Eén van die vrouwen, Hélène, is Strauss' groottante. Door de naderende Sovjettroepen zijn de Duitsers zwaar in paniek en willen ze nog tienduizenden gevangenen overplaatsen naar andere, volgens hen veiligere, kampen. Tijdens de zogenaamde Dodenmars, vanuit een kamp nabij Leipzig, weten de negen vrouwen te ontsnappen op een moment dat hun SS-bewakers even niet goed opletten.
De vrouwen in kwestie waren allen lid van het verzet in Frankrijk. Elk hoofdstuk is opgebouwd rond het verhaal van één van de negen protagonisten en zit ingebed in een doorlopend verhaal over de ontsnapping.
We komen van elk apart te weten waarom ze zich aansloten bij het verzet. De ene uit liefde voor een man, de ander uit idealisme of gewoon omdat ze op een bepaald moment op een bepaalde plaats waren. We komen van allen te weten – zes Françaises, twee Nederlandse en een Spaanse – hoe ze te werk gingen en uiteindelijk werden verraden. Doordat de schrijver voor elk van hen het transport, de vernederingen in het kamp en de dagelijkse urenlange appèls beschrijft, loert herhaling vaak om de hoek.
De beschrijving van de gruwelijkheden zijn talrijk en Strauss had makkelijk een 'goede verzetsstrijders versus slechte Duitsers'-verhaal kunnen schrijven. In die val trapt ze niet. Tijdens hun dagenlange ontsnapping – die leest als een geschreven roadmovie – in een zwaar in het defensief gedwongen Duitsland kunnen ze op heel wat hulp rekenen van de lokale bevolking. Zelfs als ze weten dat ze met Franse verzetsmeiden te maken hebben, bieden vele Duitsers hen onderdak en voedsel aan. Vaak uit opportunisme – de geallieerden komen er immers aan en dan kan het nooit kwaad om te kunnen zeggen dat je toch hulp hebt geboden aan mensen in nood – maar even vaak ook uit medemenselijkheid.
De echte sterkte van het boek zit dan weer achteraan. De schrijver besteedt bijzonder veel aandacht aan hoe het de vrouwen na de oorlog is vergaan. Ze heeft gesprekken met zonen en dochters en stelt vast dat de littekens van de oorlog de generaties overbruggen. Elke vrouw ging anders met haar trauma’s om, maar er bleek één grote constante: 'Als uit één mond zeiden de families van de negen vrouwen met wie ik heb gesproken dat ze bijna nooit spraken over wat ze in de oorlog hebben meegemaakt,' schrijft Strauss.
De negen is een boek dat wel eens in herhaling durft vallen en misschien wat bladzijden te veel nodig heeft om een spannend, waargebeurd verhaal te vertellen. Het is een boek over de wreedheden die mensen elkaar kunnen aandoen, maar ook – en eigenlijk vooral – een verhaal over moed en menslievendheid.
Reageer op deze recensie