Geen onvoorwaardelijke lofrede
Vraag aan eender welke passant op straat wie de belangrijkste persoon is in zijn of haar leven en de kans is groot dat die 'mijn moeder' antwoordt. Ze is de vrouw die ons op deze planeet zet, ons beschermt en tot een heel eind in onze volwassenheid aan onze zijde staat. Ze is je belangrijkste medestander en het allerlaatste toevluchtsoord, zelfs als iedereen je de rug heeft toegekeerd. Het mag dan ook niet verbazen dat de top van het Nederlandse en Belgische schrijversgilde zijn moeder al in romanvorm heeft vereeuwigd. Tom Lanoye (Sprakeloos), Tommy Wieringa (Dit is mijn moeder), Adriaan Van Dis (Ik kom terug), Dimitri Verhulst (De laatste liefde van mijn moeder) en zo kunnen we nog wel even doorgaan. Allemaal beschreven ze hun moeder. Niet allemaal even flatterend, dat moet gezegd.
Aan die indrukwekkende lijst voegt nu ook Guus Luijters Moeders lopen nooit weg toe, in een uitgave van Nieuw Amsterdam. Luijters, bekend dichter en non-fictieschrijver met een voorliefde voor zijn geboortestad Amsterdam, kennen we ook van In Memoriam, waarin hij gedeporteerde Joodse kinderen een gezicht gaf, één van zijn talloze boeken over Amsterdam tijdens de Tweede Wereldoorlog.
In Moeders lopen nooit weg volgen we het levensverhaal van Luijters’ moeder Connie; Puck voor vrienden. Het boek loopt over van de mooie herinneringen aan een vrouw die zielsveel hield van haar man, haar zoon en van luxe. Hij beschrijft de intieme, innige band die hij met zijn moeder had. Ook zijn vader, arbeider bij Fokker, komt uitgebreid aan bod.
Het is geen eenzijdig lofdicht geworden. Natuurlijk beschrijft hij de mooie momenten met zijn moeder. Maar evengoed schrijft hij over momenten die men vandaag – met een beetje kwade wil, dat wel – zou brandmerken als emotionele verwaarlozing. Al erg vroeg in het boek kom je te weten dat klein Guusje het leeuwendeel van zijn weekends doorbrengt bij zijn grootouders, omdat mama en papa zijn gaan zeilen. In de zomer wordt hij wekenlang op jeugdkamp gezet, zodat zijn ouders rustig op vakantie kunnen naar Corsica. In de herfst van haar leven komt het zelfs tot een feitelijke breuk tussen moeder en zoon. Hij heeft het ook over een vrouw die haar enige zoon nooit beschermt tegen de verbale aanvallen van diens vreselijke tante.
Moeders lopen nooit weg is daarnaast een tijdsdocument over het Amsterdam van de jaren 50 en 60, toen toeristen het nog niet wisten te liggen en alles er mogelijk leek. Het laat op de achtergrond een stad zien die zich herstelt van haar oorlogstrauma’s.
Luijters levert een fraai staaltje vertelkunst af. Je bent snel mee in het leven van een voor de rest totaal onbekende vrouw die eigenlijk als enige verdienste had dat ze de moeder van Guus Luijters was. Het irriteert soms dat hij daarbij wel eens vervalt in snoeverij; 'kijk eens hoe welstellend wij thuis waren'. Zo is het voor te stellen dat mensen uit Amsterdam en niet zo verre omgeving dit boek net iets beter zullen vinden omwille van de vrij specifieke plaatsbeschrijvingen, die voor anderen eigenlijk niet zo interessant zijn. Maar alles bij elkaar is dit een genietbare toevoeging aan 's mans indrukwekkende bibliotheek.
Reageer op deze recensie