Mooi vervolg dat te veel op één periode focust
Steffie van den Oord is schrijver en maker van documentaires. In 2002 bracht ze het succesvolle tijdsdocument Eeuwelingen uit - op het moment van deze recensie aan zijn 17e druk toe - waarin ze honderdjarigen interviewde over hun leven in de twintigste eeuw.
Twintig jaar en een internationale gezondheidscrisis later vond Van den Oord het tijd om een vervolg op dat boek te schrijven, met de niet geheel originele titel Nieuwe eeuwelingen en met Querido opnieuw als uitgever. Ook voor dit boek liep ze bejaardentehuizen en kloosters af op zoek naar de mooiste verhalen van mensen die in 2021 honderd jaar of ouder werden. Uiteindelijk tekende ze twaalf levensverhalen op van mensen van allerlei slag. Van een voormalig burgemeester via een molenaar tot zelfs een kloosterzuster, ze krijgen allemaal uitgebreid de tijd om over hun leven te vertellen. Van den Oord registreert de twaalf verhalen zonder er zelf onnodig aan toe te voegen. Ze hoedt zich om de verhalen overdreven te kruiden of om haar interviewees in een bepaalde richting te duwen. Ze blijft zelf heel erg op de achtergrond en je zal haar nergens op een waardeoordeel betrappen. Ze doet aan het begin van elk verhaal haar best om de sfeer waarin het interview vorm kreeg te schetsen.
Dat honderdjarigen heel wat hebben meegemaakt, is niet verbazingwekkend. Het is dan ook jammer dat het gros van de verhalen zich grotendeels concentreert rond één periode van vijf jaar in de twintigste eeuw: De Tweede Wereldoorlog. Die vormt zowat de rode draad in de levens van de geïnterviewden. Het spreekt voor zich dat zo’n gebeurtenis veel losmaakt bij de eeuwelingen; enkelen verloren zelfs familie of dichte vrienden. Maar dan zijn er nog minstens vijfennegentig ander jaren. Hoe ze de koude oorlog zagen, hoe ze staan tegenover recente maatschappelijk kwesties … Je komt het jammer genoeg zelden te weten. Niet dat andere periodes genegeerd worden, maar soms lijken die eerder opvulling als overgang naar het heden. Het enige verhaal waarin niet de oorlog, maar De Watersnoodramp van 1953 de hoeksteen vormt, van Jan Baron Von Knobelsdorff, is dan ook meteen het interessantste van het boek.
Nieuwe eeuwelingen is een mooi vervolg op Eeuwelingen uit 2002. De lezer krijgt een sfeervol beeld van een Nederland dat al lang niet meer bestaat. Een land waar iedereen daadwerkelijk op klompen leek te lopen en windmolens meer waren dan traditionele decorstukken, zonder te vervallen in een ‘vroeger was alles beter’-verhaal. Jammer genoeg focust het te veel op één periode om een echt interessant tijdsdocument te zijn.
Reageer op deze recensie