Prins Harry en de roddelpers
Zelden werd er de laatste jaren zo reikhalzend uitgekeken naar een biografie als naar die van Harry, hertog van Sussex. Eindelijk zouden we weten wat er zich afspeelde in de tochtige gangen van Windsor Castle of achter de onverwoestbare muren van Balmoral Castle. Prins Harold, Harry voor de vrienden, is de tweede zoon van Diana Spencer en koning Charles. Aan die laatste dankt dit boek zijn naam. Charles liet zich immers ooit ontvallen dat hij twee zoons had; zijn opvolger – Prins William – en de reserve. Die reserve besloot dus nu zijn memoires naar buiten te brengen. Ze werden vanuit het Engels vertaald door Alexander Van Kesteren, Edzard Krol, Frans Reusink en Theo Schoemaker. In ons taalgebied deed Hollands Diep dienst als uitgeverij.
'Maar dat zorgt er wel ook voor dat het boek bij momenten tegen het zelfmedelijden aanschurkt.' – Recensent Kristof
Hoewel Harry nog veertig moet worden, beslaat het verhaal van zijn leven – tot dusver, zoals hij het zelf stelt op de allerlaatste pagina van zijn dankwoord – een kloeke vijfhonderd bladzijden, onderverdeeld in drie grote delen met ronkende titels als 'Einde van de nacht die me bescherming biedt' en 'De gezagvoerder van mijn ziel'.
Hij laat zijn verhaal beginnen bij de dood van zijn moeder, die hij ervan verdenkt een ondergedoken bestaan te leven, ver weg van de paparazzi. Hij beschrijft zijn tijd op eliteschool Eton, die voor hem eigenlijk te hoog gegrepen was. De prins vertelt ons over druggebruik en hoe hij in godsnaam in een nazi-uniform op een feestje terecht kwam. We lezen over zijn liefjes en ontmaagding. Hij weidt uit over zijn liefde voor Afrika – en Botswana in het bijzonder – en zijn tijd als boerderijknecht in Australië. Ook zijn tijd in het leger komt uitgebreid aan bod. Hij dient in Afghanistan en vertelt ons over zijn frustraties als hij wil gaan vechten, maar meermaals wordt teruggeroepen omdat hij als Prins Harry nu eenmaal een geliefd doelwit voor de Taliban is.
Het derde hoofdstuk is integraal gewijd aan 'de mooiste vrouw die hij ooit zag', zijn vrouw Meghan Markle. Maar bovenal is Reserve een verhaal over een jongen die op zeer jonge leeftijd zijn moeder verloor en nooit de kans kreeg dat een plaats te geven, omdat hij, net als als iedereen in zijn omgeving, vastzat in het verstikkende keurslijf van het protocol. Het is het verhaal van opgroeien onder het constante geflits van paparazzi en de waanzinnige roddels van een bepaald soort pers. 'Negeer het, lieve jongen,' krijgt hij regelmatig te horen van zijn vader, die ook maar wat probeert en daarvoor veel krediet krijgt van Harry. Hij heeft het ook uitgebreid over de relatie met zijn broer en schoonzus, die helemaal verzuurt na zijn huwelijk met Megan. De ster van het verhaal is evenwel de Queen. Ze komt niet zo veel ter sprake, maar het is duidelijk dat Harry dol is op zijn grootmoeder. En zij op hem.
De mensen die dit boek ter hand nemen om de Britse kroon ontbloot te zien, zullen van een kale reis thuiskomen. In het beste geval wordt er een klein hoekje van de satijnen sluier opgelicht. Fervente royaltywatchers zullen dus weinig bijleren, aangezien Harry’s leven al uitgebreid aan bod is gekomen in de eerder genoemde gespecialiseerde pers. Hooguit krijg je zijn versie van de feiten te lezen. De prins trekt vooral van leer tegen de Britse roddelpers; er is bijna geen pagina in het hele boek te vinden waar ze niet door het slijk worden gehaald en dat kan je hem moeilijk kwalijk nemen. Maar dat zorgt er wel ook voor dat het boek bij momenten tegen het zelfmedelijden aanschurkt. Harry schrijft met veel humor en zelfrelativering en met de nodige inside jokes die fans van het Britse koningshuis zeker zullen smaken. Het boek voor iedereen aanraden is echter moeilijker. Daarvoor is het gewoonweg te langdradig.
Reageer op deze recensie