Het verleden van de tijd
Al zolang de mens bestaat, zoekt hij een manier om de tijd te vatten. Onze voorouders leefden in de natuur en werden er volledig door in beslag genomen. Hun interne klok was hun allereerste horloge. Naderhand verschenen er meer en meer manieren om de tijd te meten. Van het gekerfde 'Lebombobeentje', gevonden in Zuidelijk Afrika, tot de smartwatches van vandaag; het zijn allemaal uurwerken, pogingen van de mens om de tijd aanschouwelijk te maken. De Britse Rebecca Struthers, een van Engelands laatste ambachtelijke horlogemakers, besloot er een boek aan te wijden.
'Ze is ook Brits, dus Engeland staat te vaak in het middelpunt van haar verhaal.' – recensent Kristof
Struthers is doctor in de tijdmeetkunde. Ze bestiert samen met haar man een atelier waar ze oeroude horloges uit elkaar haalt en weer herstelt. Daarnaast is ze ook juwelier en auteur. In die laatste hoedanigheid heeft ze nu het boek geschreven Voor alles is er een uur. Het wordt bij ons uitgegeven door uitgeverij Lebowski, in een vertaling van Theo Schoemaker.
Ondanks haar dagtaak als horlogemaker, gaat Struthers In Voor alles is er een uur veel verder dan de horlogetechniek. Hoewel die techniek natuurlijk uitgebreid aan bod komt via soms saaie, lange passages, gaat haar boek toch voor het grootste gedeelte over de menselijke verhouding met het concept tijd. Ze doet dat grondig en begint in de prehistorie, waar de mensen gedwongen waren tot een dag-nachtritme en hun biologische klok. Het gaat langs het oude Nabije Oosten, waar het idee ontstond om de dag in te delen in vierentwintig uur, langs de oudheid en de middeleeuwen. Langs de uitvinding van de kalender en de decimale tijd, via de Franse Revolutie, waar het hele idee van tijdverdeling in de prullenbak werd gekieperd en opnieuw werd uitgevonden. Om enkele jaren later de oude manier opnieuw van onder het stof te halen tot wat we nu kennen. Natuurlijk krijgt ook het polshorloge de nodige aandacht, van het snufje voor de allerrijksten in de 18e en 19e eeuw, tot de smartwatches van nu en luxehorloges voor iedereen.
Zoals eerder gesteld kunnen de passages waarin ze verder ingaat op de technische kant van het maken en herstellen van horloges, nogal langdradig zijn. Voor de leek zijn ze ook gestoffeerd met de nodige technische termen die de lezer bij het dichtklappen van dit boek niet meer zal kunnen nazeggen. Ze is ook Brits, dus Engeland staat te vaak in het middelpunt van haar verhaal. De hoofdstukken over de geschiedenis van de tijdmeting en de menselijke verhouding tot het verstrijken van de tijd, zijn dan weer zeer de moeite waard en lopen over van de interessante weetjes en overpeinzingen. Voor alles is er een uur is dan ook aan te bevelen voor mensen die nog even wat tijd over hebben en wat willen bijleren over het meest alledaagse onderwerp denkbaar.
Wil jij ook meer en leuker lezen? Lees dan dit boek voor de Hebban Reading Challenge van 2024!
Vink er bijvoorbeeld de volgende checklistcategorieën mee af: 'Lees een droog boek' en 'Lees een waar boek'. Meedoen kan via Hebban.nl/challenge.
Reageer op deze recensie