Lezersrecensie
Geen feministische Toverberg, maar...
Olga Tokarczuk won de Nobelprijs voor Literatuur 2018 en schreef o.a. ‘Jaag je ploeg over de botten van de doden’, ‘De jacobsboeken’ en ‘De rustelozen’. Karol Lesman vertaalde ‘Empusion’ naar het Nederlands en won samen met de Poolse auteur de Europese Literatuurprijs 2024. Tokarczuk zou volgens de cover een feministisch antwoord op de Toverberg hebben geformuleerd.
Mieczysław Wojnicz, ingenieur in opleiding, reist per trein naar het beroemde kuuroord Görbersdorf, verblijft niet in het sanatorium zelf, maar in een pension voor heren. Naphta en Settembrini duiken op in de gedaante van August en Lukas. Helaas worden hun discussies gevoed door flessen Schwärmerei, een plaatselijke paddenstoelenlikeur, zodat de filosofische overpeinzingen uit de Toverberg gereduceerd worden tot enkele korte discussies over de staatsvorm, het geloof of een derde dimensie die keer op keer uitmonden in het spuien van vrouwenhaat. Alhoewel Olga Tokarczuk een diepe bewondering voor de Toverberg koestert, lijkt deze roman een parodie op Thoman Manns meesterwerk.
Gelukkig is de coming of age van Mieczysław Wojnicz niet afhankelijk van de narcistische cafépraat. Dr. Semperweiß speelt een belangrijke rol in het aanvaarden van zijn bijzondere ik, evenals een vrouwenlijk. Het lugubere is nooit ver weg, zit verscholen in de natuur en wordt versterkt door een vrouwelijke wij-verteller. De enige vriendschapsrelatie wordt met de student Thilo van Hahn opgebouwd, die hem op een andere manier naar de wereld leert kijken.
‘Die verachting was zijn innerlijk skelet, zonder haar zou hij ineenstorten en als een smeltende sneeuwpop wegvloeien.’ (Lukas)
‘De als tot een gebed gevouwen handen van meneer August werden in werkelijkheid een instrument om te pikken, ze vormden een supersnavel, waarmee hij als een specht in de hoofden van zijn luisteraars verschillende kenniswegen uithakte, trajecten van begrip, fundamentele educatieroutes.’
Haar schrijfstijl is zo gedetailleerd dat er moeiteloos zowel poëtische natuurbeschrijvingen als haarfijne karaktertekeningen uit haar pen vloeien. Haar woordenschat etaleert een onuitputtelijke rijkdom en moet een uitdaging voor de vertaler geweest zijn, die lang vergeten Nederlandse woorden – zoals plachten, peroreren, omvademen, altoos - tevoorschijn tovert om de lezer zo in de sfeer van 1913 onder te dompelen. Regelmatig duiken Duitse woorden op die duidelijk maken in welk taalgebied we ons toen bevonden. Het Kurort van Dr. Brehmen met Regenbad en Strahlendusche heeft wel degelijk bestaan, maar ligt nu in Pools gebied: Sokołowsko.
Paddenstoelen kruipen als een Leitmotiv van schimmel tot Schwärmerei door het verhaal. Olga Tokarczuk toont ons een fluïde wereld waarin de grens tussen werkelijkheid en surrealisme vervaagt. In de buurt van een sanatorium liggen thema’s als ziekte, genezing, hoop en dood voor de hand, maar er is ook aandacht voor identiteit en diversiteit. Toch springt vooral de misogynie in het oog, gebaseerd op uitspraken van bekende personen die helaas in het boek anoniem blijven. Een lijst achteraan met namen én uitspraken was geen overbodige luxe geweest.
‘In filosofische zin kunnen we de vrouw niet beschouwen als een volmaakt geheel...’
‘Aangezien ze kinderen baart, is ze gemeenschappelijk bezit...’
Het unheimliche zweeft door het verhaal: van geluiden op zolder via verhalen over heksen naar jaarlijkse rituele moorden. Zo wordt het een natuurkundig griezelverhaal. Geen feministisch antwoord op de Toverberg die zeven jaren in beslag neemt, maar eerder een parodie die in een tijdsbestek van amper twee maanden een supersnelle ontwikkeling van de hoofdpersoon laat zien tegen een achtergrond van een poëtisch beschreven natuur, waarin wraak sluimert en een wrede dood dreigt als antwoord op de vrouwenhaters.
Mieczysław Wojnicz, ingenieur in opleiding, reist per trein naar het beroemde kuuroord Görbersdorf, verblijft niet in het sanatorium zelf, maar in een pension voor heren. Naphta en Settembrini duiken op in de gedaante van August en Lukas. Helaas worden hun discussies gevoed door flessen Schwärmerei, een plaatselijke paddenstoelenlikeur, zodat de filosofische overpeinzingen uit de Toverberg gereduceerd worden tot enkele korte discussies over de staatsvorm, het geloof of een derde dimensie die keer op keer uitmonden in het spuien van vrouwenhaat. Alhoewel Olga Tokarczuk een diepe bewondering voor de Toverberg koestert, lijkt deze roman een parodie op Thoman Manns meesterwerk.
Gelukkig is de coming of age van Mieczysław Wojnicz niet afhankelijk van de narcistische cafépraat. Dr. Semperweiß speelt een belangrijke rol in het aanvaarden van zijn bijzondere ik, evenals een vrouwenlijk. Het lugubere is nooit ver weg, zit verscholen in de natuur en wordt versterkt door een vrouwelijke wij-verteller. De enige vriendschapsrelatie wordt met de student Thilo van Hahn opgebouwd, die hem op een andere manier naar de wereld leert kijken.
‘Die verachting was zijn innerlijk skelet, zonder haar zou hij ineenstorten en als een smeltende sneeuwpop wegvloeien.’ (Lukas)
‘De als tot een gebed gevouwen handen van meneer August werden in werkelijkheid een instrument om te pikken, ze vormden een supersnavel, waarmee hij als een specht in de hoofden van zijn luisteraars verschillende kenniswegen uithakte, trajecten van begrip, fundamentele educatieroutes.’
Haar schrijfstijl is zo gedetailleerd dat er moeiteloos zowel poëtische natuurbeschrijvingen als haarfijne karaktertekeningen uit haar pen vloeien. Haar woordenschat etaleert een onuitputtelijke rijkdom en moet een uitdaging voor de vertaler geweest zijn, die lang vergeten Nederlandse woorden – zoals plachten, peroreren, omvademen, altoos - tevoorschijn tovert om de lezer zo in de sfeer van 1913 onder te dompelen. Regelmatig duiken Duitse woorden op die duidelijk maken in welk taalgebied we ons toen bevonden. Het Kurort van Dr. Brehmen met Regenbad en Strahlendusche heeft wel degelijk bestaan, maar ligt nu in Pools gebied: Sokołowsko.
Paddenstoelen kruipen als een Leitmotiv van schimmel tot Schwärmerei door het verhaal. Olga Tokarczuk toont ons een fluïde wereld waarin de grens tussen werkelijkheid en surrealisme vervaagt. In de buurt van een sanatorium liggen thema’s als ziekte, genezing, hoop en dood voor de hand, maar er is ook aandacht voor identiteit en diversiteit. Toch springt vooral de misogynie in het oog, gebaseerd op uitspraken van bekende personen die helaas in het boek anoniem blijven. Een lijst achteraan met namen én uitspraken was geen overbodige luxe geweest.
‘In filosofische zin kunnen we de vrouw niet beschouwen als een volmaakt geheel...’
‘Aangezien ze kinderen baart, is ze gemeenschappelijk bezit...’
Het unheimliche zweeft door het verhaal: van geluiden op zolder via verhalen over heksen naar jaarlijkse rituele moorden. Zo wordt het een natuurkundig griezelverhaal. Geen feministisch antwoord op de Toverberg die zeven jaren in beslag neemt, maar eerder een parodie die in een tijdsbestek van amper twee maanden een supersnelle ontwikkeling van de hoofdpersoon laat zien tegen een achtergrond van een poëtisch beschreven natuur, waarin wraak sluimert en een wrede dood dreigt als antwoord op de vrouwenhaters.
4
Reageer op deze recensie