Lezersrecensie
Last van xenofobie? Lees dit boek!
Xenofobie. Vreemde woorden mijd ik bij voorkeur. Had ik vreemdelingenhaat moeten gebruiken? Nee, want fobie betekent vrees, angst. Xenofobie betekent dus bang zijn voor het vreemde, het onbekende en dan wordt het meteen sympatiek. Want dit is een algemeen menselijke eigenschap, sterker nog, het is een uiterst positieve en belangrijke eigenschap: op je hoede zijn voor het onbekende omdat je niet weet of je bedreigd, aangevallen wordt. Dieren hebben het, mensen hebben het. Xenofobie uit lijfsbehoud.
Sander Terphuis is een bijzondere man. Dat lees je in de inleiding die Hebban bij het boek laat zien. Dat hoef ik dus niet te herhalen.
Als achttienjarige komt hij aan in Nederland, in Assen, en na de wedstrijden vlucht hij naar Amsterdam, ervan uitgaand dat daar de ambassade is. Daar moet hij zijn om asiel aan te vragen, denkt hij. Het begin is een aaneenschakeling van misverstanden die stuk voor stuk veel angst veroorzaken maar uiteindelijk belandt hij in Burgum waar hij toevallig zijn grote liefde Sjoukje ontmoet.
Hoewel hij vrijwel blind is, laat hij zich niet weerhouden door zijn beperkingen. hij is superintelligent en een echte doorzetter. Hij wordt uiteindelijk jurist maar het einddoel is politicus.
Terphuis schrijft in eenvoudig Nederlands, zonder drama of pathos, over z'n wederwaardigheden in z'n nieuwe thuisland en dat levert af en toe hilarische momenten op, culturele botsingen.
Zijn moeder komt op bezoek en ook dat zorgt voor de onvermijdelijke opgetrokken wenkbrauwen.
Terphuis vertelt over zijn besluit om zijn naam te veranderen. Dit is slechts één van zijn worstelingen.
De worstelaar is een sympatiek verhaal waarin we lezen dat vluchten naar een ander land niet zomaar iets is, maar een worsteling waaraan veel is voorafgegaan en waarop veel angst, onzekerheid, heimwee en verdriet volgt.
Sander Terphuis is een bijzondere man. Dat lees je in de inleiding die Hebban bij het boek laat zien. Dat hoef ik dus niet te herhalen.
Als achttienjarige komt hij aan in Nederland, in Assen, en na de wedstrijden vlucht hij naar Amsterdam, ervan uitgaand dat daar de ambassade is. Daar moet hij zijn om asiel aan te vragen, denkt hij. Het begin is een aaneenschakeling van misverstanden die stuk voor stuk veel angst veroorzaken maar uiteindelijk belandt hij in Burgum waar hij toevallig zijn grote liefde Sjoukje ontmoet.
Hoewel hij vrijwel blind is, laat hij zich niet weerhouden door zijn beperkingen. hij is superintelligent en een echte doorzetter. Hij wordt uiteindelijk jurist maar het einddoel is politicus.
Terphuis schrijft in eenvoudig Nederlands, zonder drama of pathos, over z'n wederwaardigheden in z'n nieuwe thuisland en dat levert af en toe hilarische momenten op, culturele botsingen.
Zijn moeder komt op bezoek en ook dat zorgt voor de onvermijdelijke opgetrokken wenkbrauwen.
Terphuis vertelt over zijn besluit om zijn naam te veranderen. Dit is slechts één van zijn worstelingen.
De worstelaar is een sympatiek verhaal waarin we lezen dat vluchten naar een ander land niet zomaar iets is, maar een worsteling waaraan veel is voorafgegaan en waarop veel angst, onzekerheid, heimwee en verdriet volgt.
1
Reageer op deze recensie