Lezersrecensie
Leerzaam en belangrijk verhaal
Als kind vond ik het niet meer dan normaal om vrij te zijn op Tweede Pinksterdag, Tweede Paasdag en Hemelvaart. Het waren dagen waarop we trouw naar de kerk gingen om te vieren wat er op die dagen gevierd moest worden. Nu ik een eigen gezin heb, geven we niet meer dezelfde invulling aan deze dagen. We slapen uit, gaan naar het museum, werken in en om het huis of pakken een terrasje. Ondertussen zie ik om me heen dagen die meer aandacht verdienen, zoals Keti Koti: belangrijk genoeg om er een nationale feestdag van te maken. Op 1 juli wordt namelijk gevierd dat de slavernij werd afgeschaft in Suriname en op de Nederlandse Antillen. Dat is een gedeelde geschiedenis die ons allemaal aangaat en waarvan het van groot belang is dat we vieren dat er vrijheid is, maar ook dat we stilstaan bij het gegeven dat zo ontzettend veel mensen tegen hun wil in tot slaaf gemaakt zijn. Of misschien zoals ik vandaag las in NRC, in een artikel van Clarice Gargard: ‘We moeten op zoek naar de verbindingen in het verleden die het heden tekenen en nieuwe manieren van omgang in de toekomst bedenken.’ Keti Koti kan ons helpen om die nieuwe manieren van omgang te bedenken en dat is keihard nodig.
Zo mondjesmaat komt er ook in kinderboekenland meer aandacht voor boeken over slavernij. Henna Goudzand Nahar is hier een voorloper in. Al eerder schreef zij ‘Op de rug van Bigi Kayman’ en onlangs verscheen ‘Suikerland’. Verhalen die zich in de tijd van de slavernij afspelen en een duidelijk beeld geven van hoe het moet zijn geweest om als totslaafgemaakte te leven. Met het boek ‘Een vrolijke optocht op Keti Koti’ slaat ze een nieuwe weg in. Alhoewel het verleden nog steeds een belangrijke rol speelt in dit verhaal, vinden de gebeurtenissen plaats in het heden. Hoofdpersonen zijn Bas en Joeme die samen met Joemes ouders naar Suriname gaan om aldaar verjaardagen te vieren, maar ook om zich voor te bereiden op Keti Koti. Eenmaal teruggekomen in Nederland vertellen Bas en Joeme in de klas over hun avonturen in Suriname en over dat grote feest. De rest van de klas wil vervolgens ook graag Keti Koti vieren. Zou dat zomaar kunnen?
Henna Goudzand Nahar vertelt niet alleen een verhaal, maar probeert ons tegelijkertijd ook heel veel informatie te geven. Daarmee wordt het een superleerzaam boek. Zo leerde ik niet alleen wat Keti Koti is, maar dat bij dat feest ook een vrolijke optocht hoort: Bigi Spikri. Tevens leerde ik dat in Suriname brood wordt gemaakt van cassave en op welke manier dat wordt gedaan. Dat is het mooie van dit boek: op aanstekelijke wijze weet de schrijver me van alles te leren over de Surinaamse cultuur en geschiedenis. Op sommige momenten blijft ze daar een beetje in hangen, zit het het verhaal misschien zelfs een beetje in de weg. Ze wil ons namelijk zóveel vertellen dat het verhaal niet altijd even spontaan voelt, misschien zelfs een beetje gekunsteld om ons alle informatie mee te geven die meegegeven wordt.
Brian Elstak maakte de illustraties voor dit boek. Door de roze lijnen die zijn toegevoegd aan de grijze afbeeldingen krijgt het geheel een feestelijk tintje. Het leuke is dat deze kleur roze ook weer terugkomt in de hoofdstuktitels, die niet recht worden weergegeven, maar op zichzelf al een feestje vieren. Ook de liedjes in het boek zijn in diezelfde kleur roze weergegeven. Een liedje gaat over het verschil tussen kletskous en kletskop: Henna Goudzand Nahar heeft het spel met taal in dit boek een prominente plek gegeven. De allermooiste illustratie vind ik die van Joeme die van haar tante Liene een koto krijgt: een traditioneel kledingstuk. Joeme is daar trots op en die trots heeft Brian Elstak perfect weten te vangen in de bijbehorende beeltenis.
Ik denk dat ik Henna Goudzand Nahar op haar sterkst vind als ik haar verhalen lees over het verleden, omdat ze daarover zo invoelend kan schrijven. Door haar heb ik veel meer inzicht gekregen in hoe de slavernij daadwerkelijk was. Dit boek gaat veel meer over vieren, over gewoonten en over familie: misschien ontbreekt de urgentie die ik eerder in haar werk voelde hier enigszins.
Desalniettemin is ‘Een vrolijke optocht op Keti Koti’ een boek dat aan zoveel mogelijk kinderen voorgelezen mag worden. Omdat het laat zien waarom Keti Koti zo belangrijk is en waarom het een feestdag is die iedereen mee mag vieren: een nationale feestdag waard.
Zo mondjesmaat komt er ook in kinderboekenland meer aandacht voor boeken over slavernij. Henna Goudzand Nahar is hier een voorloper in. Al eerder schreef zij ‘Op de rug van Bigi Kayman’ en onlangs verscheen ‘Suikerland’. Verhalen die zich in de tijd van de slavernij afspelen en een duidelijk beeld geven van hoe het moet zijn geweest om als totslaafgemaakte te leven. Met het boek ‘Een vrolijke optocht op Keti Koti’ slaat ze een nieuwe weg in. Alhoewel het verleden nog steeds een belangrijke rol speelt in dit verhaal, vinden de gebeurtenissen plaats in het heden. Hoofdpersonen zijn Bas en Joeme die samen met Joemes ouders naar Suriname gaan om aldaar verjaardagen te vieren, maar ook om zich voor te bereiden op Keti Koti. Eenmaal teruggekomen in Nederland vertellen Bas en Joeme in de klas over hun avonturen in Suriname en over dat grote feest. De rest van de klas wil vervolgens ook graag Keti Koti vieren. Zou dat zomaar kunnen?
Henna Goudzand Nahar vertelt niet alleen een verhaal, maar probeert ons tegelijkertijd ook heel veel informatie te geven. Daarmee wordt het een superleerzaam boek. Zo leerde ik niet alleen wat Keti Koti is, maar dat bij dat feest ook een vrolijke optocht hoort: Bigi Spikri. Tevens leerde ik dat in Suriname brood wordt gemaakt van cassave en op welke manier dat wordt gedaan. Dat is het mooie van dit boek: op aanstekelijke wijze weet de schrijver me van alles te leren over de Surinaamse cultuur en geschiedenis. Op sommige momenten blijft ze daar een beetje in hangen, zit het het verhaal misschien zelfs een beetje in de weg. Ze wil ons namelijk zóveel vertellen dat het verhaal niet altijd even spontaan voelt, misschien zelfs een beetje gekunsteld om ons alle informatie mee te geven die meegegeven wordt.
Brian Elstak maakte de illustraties voor dit boek. Door de roze lijnen die zijn toegevoegd aan de grijze afbeeldingen krijgt het geheel een feestelijk tintje. Het leuke is dat deze kleur roze ook weer terugkomt in de hoofdstuktitels, die niet recht worden weergegeven, maar op zichzelf al een feestje vieren. Ook de liedjes in het boek zijn in diezelfde kleur roze weergegeven. Een liedje gaat over het verschil tussen kletskous en kletskop: Henna Goudzand Nahar heeft het spel met taal in dit boek een prominente plek gegeven. De allermooiste illustratie vind ik die van Joeme die van haar tante Liene een koto krijgt: een traditioneel kledingstuk. Joeme is daar trots op en die trots heeft Brian Elstak perfect weten te vangen in de bijbehorende beeltenis.
Ik denk dat ik Henna Goudzand Nahar op haar sterkst vind als ik haar verhalen lees over het verleden, omdat ze daarover zo invoelend kan schrijven. Door haar heb ik veel meer inzicht gekregen in hoe de slavernij daadwerkelijk was. Dit boek gaat veel meer over vieren, over gewoonten en over familie: misschien ontbreekt de urgentie die ik eerder in haar werk voelde hier enigszins.
Desalniettemin is ‘Een vrolijke optocht op Keti Koti’ een boek dat aan zoveel mogelijk kinderen voorgelezen mag worden. Omdat het laat zien waarom Keti Koti zo belangrijk is en waarom het een feestdag is die iedereen mee mag vieren: een nationale feestdag waard.
2
Reageer op deze recensie