Lezersrecensie
Indrukwekkend verhaal
Helpman 1944
Aan doden dacht ik niet
maar wist dat deze levenden
me door hun moed
voor moord behoedden
en ook dat ik
door een gevaarlijk woord
bijvoorbeeld door mijn
echte naam te noemen
groot onheil halen kon
over de hele Quintuslaan.
Als ik denk aan de Tweede Wereldoorlog dan denk ik aan het gevaar waarin zoveel mensen hebben verkeerd. Ik denk ook aan de moed van degenen die in het verzet zaten, die probeerden anderen te helpen met gevaar voor eigen leven. Ik denk eraan, maar ik heb het zelf (gelukkig) niet beleefd. Het blijft bij denken, bij meeleven, maar echt snappen hoe moeilijk het is geweest kun je denk ik alleen als je het daadwerkelijk hebt meegemaakt.
Bovenstaand gedicht is afkomstig van Judith Herzberg, een dichter die de oorlog heeft meegemaakt. Van haar vijfde tot haar tiende zat ze ondergedoken in verschillende gezinnen. Haar ouders zaten in een kamp, maar wonderwel werd het gezin herenigd na de oorlog. Dat betekende echter niet dat alles weer helemaal goed was. In een interview met de VPRO in 2012 zegt Judith Herzberg dan ook dat ze nooit meer een goede relatie met haar moeder heeft gekregen.
Judith Herzberg was een van de velen. In de Tweede Wereldoorlog zijn er zo’n 25.000 joden ondergedoken, waarvan ongeveer een derde later werd opgepakt. Dat zijn immense getallen. In het boek ‘Noem geen namen’ van Astrid Sy lees je een van de vele verhalen die er te vertellen zijn over de Tweede Wereldoorlog. Dit verhaal gaat over Rosie, Kaat en Josephine die ieder op hun manier bijdragen aan het redden van zoveel mogelijk joodse kinderen.
Alle drie de vrouwen zijn betrokken bij een grote geheime operatie waarbij zoveel mogelijk kinderen uit de Crèche, die hoorde bij de Hollandse Schouwburg, worden gesmokkeld. In dit boek lees je over de gigantische risico’s die ze nemen, de keuzes die ze maken en de overtuiging waarmee ze dit doen. Precies zoals in bovenstaand gedicht beschreven wordt eigenlijk. Astrid Sy heeft ‘Noem geen namen’ gebaseerd op een waargebeurd verhaal waarin tijdens de Tweede Wereldoorlog op deze manier daadwerkelijk honderden kinderen zijn gered.
Vanaf het begin had het boek me in de greep. Sy wist me direct mee te nemen in het verhaal. De personages werden zo geïntroduceerd dat ik direct een band met hen voelde. Dat betekende overigens niet dat ik ze direct aardig vond, maar ik was wel nieuwsgierig naar ze, wilde meer van ze weten. Naarmate het verhaal zich verder ontvouwt, leer je met name Kaat en Rosie beter kennen. Niet alleen zien we hun bevlogenheid met betrekking tot het redden van zoveel mogelijk kinderen, maar zien we ook hoe privé hun leven zich ontwikkelt. Het is een mooie toevoeging: het zorgde ervoor dat het geheel soms wat lichter aanvoelde, een welkome afwisseling met zo’n zwaar onderwerp als dit.
Het meest indrukwekkende vind ik de urgentie die alle betrokkenen voelen om zo veel mogelijk kinderen te redden. En dat, wanneer het niet lukt om één kind te redden, dat gevoel veel zwaarder weegt dan al die andere kinderen die ze wel hebben kunnen redden. Ook de zorg voor de ondergedoken kinderen is groot. Zo worden er lijsten bijgehouden zodat alle kinderen na de oorlog weer verenigd kunnen worden met hun ouders, áls die tenminste terugkeren van de kampen waar ze naar toe zijn gestuurd.
Het boek werkt toe naar de bevrijding en die komt. In eerste instantie is er wellicht euforie, maar daarna komt het moment van verslagenheid, van verdriet en gemis. Of zoals er aan het einde staat: ‘Langzamerhand werd het land opgeschoond en werden alle zichtbare tekenen van de oorlog weggeveegd. Maar het verdriet zou nooit helemaal overgaan.’ Het doet me denken aan de dichter met wie ik mijn bespreking begon: herenigd als gezin, maar niet meer in staat om een goede relatie aan te kunnen gaan met elkaar door alles wat ze hebben moeten meemaken.
Astrid Sy heeft indruk op me gemaakt en ook in mijn colleges vertel ik over dit boek: door non-fictie en fictie met elkaar te verbinden is ‘Noem geen namen’ een verhaal geworden dat je bijblijft, dat wellicht zelfs kan bijdragen aan een klein beetje snappen, in plaats van alleen denken en meeleven.
Aan doden dacht ik niet
maar wist dat deze levenden
me door hun moed
voor moord behoedden
en ook dat ik
door een gevaarlijk woord
bijvoorbeeld door mijn
echte naam te noemen
groot onheil halen kon
over de hele Quintuslaan.
Als ik denk aan de Tweede Wereldoorlog dan denk ik aan het gevaar waarin zoveel mensen hebben verkeerd. Ik denk ook aan de moed van degenen die in het verzet zaten, die probeerden anderen te helpen met gevaar voor eigen leven. Ik denk eraan, maar ik heb het zelf (gelukkig) niet beleefd. Het blijft bij denken, bij meeleven, maar echt snappen hoe moeilijk het is geweest kun je denk ik alleen als je het daadwerkelijk hebt meegemaakt.
Bovenstaand gedicht is afkomstig van Judith Herzberg, een dichter die de oorlog heeft meegemaakt. Van haar vijfde tot haar tiende zat ze ondergedoken in verschillende gezinnen. Haar ouders zaten in een kamp, maar wonderwel werd het gezin herenigd na de oorlog. Dat betekende echter niet dat alles weer helemaal goed was. In een interview met de VPRO in 2012 zegt Judith Herzberg dan ook dat ze nooit meer een goede relatie met haar moeder heeft gekregen.
Judith Herzberg was een van de velen. In de Tweede Wereldoorlog zijn er zo’n 25.000 joden ondergedoken, waarvan ongeveer een derde later werd opgepakt. Dat zijn immense getallen. In het boek ‘Noem geen namen’ van Astrid Sy lees je een van de vele verhalen die er te vertellen zijn over de Tweede Wereldoorlog. Dit verhaal gaat over Rosie, Kaat en Josephine die ieder op hun manier bijdragen aan het redden van zoveel mogelijk joodse kinderen.
Alle drie de vrouwen zijn betrokken bij een grote geheime operatie waarbij zoveel mogelijk kinderen uit de Crèche, die hoorde bij de Hollandse Schouwburg, worden gesmokkeld. In dit boek lees je over de gigantische risico’s die ze nemen, de keuzes die ze maken en de overtuiging waarmee ze dit doen. Precies zoals in bovenstaand gedicht beschreven wordt eigenlijk. Astrid Sy heeft ‘Noem geen namen’ gebaseerd op een waargebeurd verhaal waarin tijdens de Tweede Wereldoorlog op deze manier daadwerkelijk honderden kinderen zijn gered.
Vanaf het begin had het boek me in de greep. Sy wist me direct mee te nemen in het verhaal. De personages werden zo geïntroduceerd dat ik direct een band met hen voelde. Dat betekende overigens niet dat ik ze direct aardig vond, maar ik was wel nieuwsgierig naar ze, wilde meer van ze weten. Naarmate het verhaal zich verder ontvouwt, leer je met name Kaat en Rosie beter kennen. Niet alleen zien we hun bevlogenheid met betrekking tot het redden van zoveel mogelijk kinderen, maar zien we ook hoe privé hun leven zich ontwikkelt. Het is een mooie toevoeging: het zorgde ervoor dat het geheel soms wat lichter aanvoelde, een welkome afwisseling met zo’n zwaar onderwerp als dit.
Het meest indrukwekkende vind ik de urgentie die alle betrokkenen voelen om zo veel mogelijk kinderen te redden. En dat, wanneer het niet lukt om één kind te redden, dat gevoel veel zwaarder weegt dan al die andere kinderen die ze wel hebben kunnen redden. Ook de zorg voor de ondergedoken kinderen is groot. Zo worden er lijsten bijgehouden zodat alle kinderen na de oorlog weer verenigd kunnen worden met hun ouders, áls die tenminste terugkeren van de kampen waar ze naar toe zijn gestuurd.
Het boek werkt toe naar de bevrijding en die komt. In eerste instantie is er wellicht euforie, maar daarna komt het moment van verslagenheid, van verdriet en gemis. Of zoals er aan het einde staat: ‘Langzamerhand werd het land opgeschoond en werden alle zichtbare tekenen van de oorlog weggeveegd. Maar het verdriet zou nooit helemaal overgaan.’ Het doet me denken aan de dichter met wie ik mijn bespreking begon: herenigd als gezin, maar niet meer in staat om een goede relatie aan te kunnen gaan met elkaar door alles wat ze hebben moeten meemaken.
Astrid Sy heeft indruk op me gemaakt en ook in mijn colleges vertel ik over dit boek: door non-fictie en fictie met elkaar te verbinden is ‘Noem geen namen’ een verhaal geworden dat je bijblijft, dat wellicht zelfs kan bijdragen aan een klein beetje snappen, in plaats van alleen denken en meeleven.
1
Reageer op deze recensie