Lezersrecensie
“Ik probeerde de zelfhaat als een wolk voorbij te laten drijven.”
In ‘All fours’ besluit een 45-jarige vrouw zichtzelf opnieuw uit te vinden. Ze heeft alleen geen idee wat het gaat opleveren.
‘All fours’ was voor mij een beetje ontnuchterend. Een hedendaagse, diepe roman waarin sommige zinnen binnenkwamen: “Met teleurgesteld bedoelde hij eigenlijk zwaarmoedig. Ik was de laatste tijd wat neerslachtig, niet echt gezellig thuis.”.
Ik heb daar eerlijkheidshalve regelmatig last van. Ik kan me moeiteloos suf piekeren, levenskeuzes in vraag stellen en ‘last hebben’ van wat de maatschappij doorgaans verwacht. Dat typische verwachtingspatroon van huisje, tuintje, kindje, terwijl ik als 33-jarige nog steeds niet weet of dat kind er überhaupt ooit komt en spectaculair voor mij vaak gewoon niet hoeft. Maar ok, ‘All fours’ heeft net dat tikkeltje meer drama in zich, de crisis is net wat groter.
Veel groter. Dat je niet ver hoeft te reizen om jezelf gigantisch hard tegen te komen bewijst het hoofdpersonage in dit verhaal, dat kan ook best om de hoek. Dat ze vaak rare sprongen maakt, dat hoort er ook bij. Ik denk dat we ooit allemaal op een punt van bezinning komen, keihard tegen de muur aanlopen. Of dat nu door een midlifecrisis, een overgang of diep verdriet komt, of gewoon zomaar uit het niets. ‘All fours’ is een gedetailleerd uitgeschreven crisis, een uitgebreide innerlijke zoektocht – of je nu Parkeerder of Bestuurder bent, op zoek zijn we allemaal.
Af en toe was deze roman iets te Amerikaans voor mij, een klein beetje té in your face – maar al bij al het lezen zeker waard.
Ik staar bij het typen van deze laatste zinnen door een vuile ruit en ik besluit dat nog even te doen. Ik zal straks, of morgen, of op het moment wanneer ik mij verplicht begin te voelen ze te poetsen, de zon weer binnenlaten. Voor nu sluit ik het gordijn, het is toch te warm vandaag.
“Ik probeerde de zelfhaat als een wolk voorbij te laten drijven.”
“Bij zonsondergang had ik in elk geval het gevoel dat ik door een vrachtwagen was overreden; ik bevond me in een afschuwelijk vagevuur, een soort limbo, niet thuis maar ook niet echt ergens anders.”
“Het enige wat ik hoefde te doen, hield ik mezelf voor, was opstaan en Sams schoollunch klaarmaken. Daarna kon ik altijd nog doodgaan of gek worden.” … “Die lunch was het probleem niet. Dat was alles wat daarna kwam, mijn hele verdere leven.”
‘All fours’ was voor mij een beetje ontnuchterend. Een hedendaagse, diepe roman waarin sommige zinnen binnenkwamen: “Met teleurgesteld bedoelde hij eigenlijk zwaarmoedig. Ik was de laatste tijd wat neerslachtig, niet echt gezellig thuis.”.
Ik heb daar eerlijkheidshalve regelmatig last van. Ik kan me moeiteloos suf piekeren, levenskeuzes in vraag stellen en ‘last hebben’ van wat de maatschappij doorgaans verwacht. Dat typische verwachtingspatroon van huisje, tuintje, kindje, terwijl ik als 33-jarige nog steeds niet weet of dat kind er überhaupt ooit komt en spectaculair voor mij vaak gewoon niet hoeft. Maar ok, ‘All fours’ heeft net dat tikkeltje meer drama in zich, de crisis is net wat groter.
Veel groter. Dat je niet ver hoeft te reizen om jezelf gigantisch hard tegen te komen bewijst het hoofdpersonage in dit verhaal, dat kan ook best om de hoek. Dat ze vaak rare sprongen maakt, dat hoort er ook bij. Ik denk dat we ooit allemaal op een punt van bezinning komen, keihard tegen de muur aanlopen. Of dat nu door een midlifecrisis, een overgang of diep verdriet komt, of gewoon zomaar uit het niets. ‘All fours’ is een gedetailleerd uitgeschreven crisis, een uitgebreide innerlijke zoektocht – of je nu Parkeerder of Bestuurder bent, op zoek zijn we allemaal.
Af en toe was deze roman iets te Amerikaans voor mij, een klein beetje té in your face – maar al bij al het lezen zeker waard.
Ik staar bij het typen van deze laatste zinnen door een vuile ruit en ik besluit dat nog even te doen. Ik zal straks, of morgen, of op het moment wanneer ik mij verplicht begin te voelen ze te poetsen, de zon weer binnenlaten. Voor nu sluit ik het gordijn, het is toch te warm vandaag.
“Ik probeerde de zelfhaat als een wolk voorbij te laten drijven.”
“Bij zonsondergang had ik in elk geval het gevoel dat ik door een vrachtwagen was overreden; ik bevond me in een afschuwelijk vagevuur, een soort limbo, niet thuis maar ook niet echt ergens anders.”
“Het enige wat ik hoefde te doen, hield ik mezelf voor, was opstaan en Sams schoollunch klaarmaken. Daarna kon ik altijd nog doodgaan of gek worden.” … “Die lunch was het probleem niet. Dat was alles wat daarna kwam, mijn hele verdere leven.”
5
Reageer op deze recensie