Lezersrecensie
Goed gedocumenteerde historische roman
‘Het Zwarte Verdriet’ gaat over de Belgische koloniale periode, een zwart hoofdstuk uit onze geschiedenis.
Het speelt zich af van 1936 tot1942. Centraal staan Albert en zijn gezin. Verder maken we ook kennis met Paul en de mensen in zijn nabije omgeving.
Albert woont in het Vlaamse Duffel, is getrouwd met Maria en heeft een dochter van bijna 18 jaar, Lieve. Hij zit op alle gebied vastgeroest. Op zijn werk in Brussel is hij al jaren de onopvallende, grijze muis. Zijn vrouw behandelt hem als stront en bedriegt hem aan de lopende band. Lieve is dan weer het licht in zijn leven en aanbidt haar vader. Hij heeft nood aan een verandering van omgeving en besluit zich kandidaat te stellen voor een positie in Kongo (spelling is bewust zo). Zijn gezin moet uiteraard mee.
Paul van den Eynde, rijke erfgenaam van een selfmade industrieel, woont in Stanleystad, Kongo. Dieudonné en diens vrouw Maïmouna zijn er zijn bedienden waar hij een erg goede relatie mee heeft. Paul is ook de neef van Henri van Emsen, de rechterhand van de gouverneur-generaal van de kolonie. Hij heeft ook een nauw contact met vader Emmanuël (Manu), een prediker van ‘het ware geloof’ op missie in Kongo. Paul zelf durft zich echter kritisch op te stellen en is het helemaal niet eens met de behandeling van de Kongolezen.
Albert ontdekt tijdens zijn opleiding al dat er erg neerbuigend gepraat wordt over de Kongolezen. Als hij in Kongo aankomt, vallen de schelpen helemaal van zijn ogen. Racisme is de norm en de onmenselijke behandeling van de Kongolezen is iets waar hij zich helemaal niet in kan vinden. Hij wordt gestationeerd in Stanleystad waar hij kennismaakt met Paul. Albert probeert toch het beste te maken van zijn jaren daar, ondanks de uitdagingen binnen zijn eigen huwelijk als de levensomstandigheden waarin ‘zijn’ Kongolezen moeten leven.
De schrijver heeft zijn huiswerk gedaan. Je merkt dat er echt heel grondig research is gedaan naar de Belgische koloniale geschiedenis. Je leest fictie, maar deels zijn de gebeurtenissen waargebeurd. Dat maakt dit boek zo aangrijpend. Ik schaam me als ik dit lees. Bijna niet te geloven.
Deze quote uit het boek geeft perfect weer hoe over de Kongolezen gedacht werd. En het schrijnende is dat deze quote niet verzonnen is. Zo was het gewoon.
"Die ‘wilden’ een hogere opleiding geven is nutteloos, want verstandelijk zijn en blijven het kleine kinderen. Dat volk is gewoonweg niet in staat om moeilijke of gedetailleerde instructies te bevatten of te verwerken. Een zwarte op de universiteit? Laat me niet lachen, de gedachte alleen is al ridicuul. We moeten ze onder de knoet houden, een schouderklopje geven als het kan, maar met de zweep tuchtigen als het moet."
Het is verweven met een fictief verhaal. Ik vind vooral Albert schitterend. Van een zielige, grijze muis evolueert hij doorheen het boek naar een man die weet wat hij wilt (en niet wilt!) en die stevig in zijn schoenen staat. Hij durft in het koloniale Kongo toch buiten de lijntjes kleuren.
Af en toe werd er Vlaams dialect geschreven. Dit vond ik toch wel wat lastig lezen soms. Het Frans dat er soms tussen stond vond ik dan weer wel een meerwaarde, want dat was toen toch zeker de eigenlijke voertaal in onze kolonie. De romance van dochter Lieve in Kongo was af en toe een verademing tussen al het racisme en geweld, de relatie met haar beste vriendin aan het begin van het boek vond ik dan weer niet echt nodig.
Ook vond ik de seksuele uitspattingen van Maria niet nodig voor in het verhaal, het was soms wat te platvloers allemaal. Hoefde niet voor mij.
Het wordt verteld vanuit een alwetende verteller, hij/zij perspectief. Ik moest af en toe goed mijn hoofd erbij houden om te weten over wie het ging. Het wisselde tussen Albert en Paul, af en toe vanuit Maria en Lieve. Goed opletten was toch belangrijk.
Maar al bij al een goed gedocumenteerde historische roman. Niet eentje om tussendoor vlug te lezen, wel een waar je tijd voor moet nemen. Het is een waardevol boek over een periode die niet vergeten mag worden, een periode die toch meer in ons collectief geheugen zou moeten zitten.
Het speelt zich af van 1936 tot1942. Centraal staan Albert en zijn gezin. Verder maken we ook kennis met Paul en de mensen in zijn nabije omgeving.
Albert woont in het Vlaamse Duffel, is getrouwd met Maria en heeft een dochter van bijna 18 jaar, Lieve. Hij zit op alle gebied vastgeroest. Op zijn werk in Brussel is hij al jaren de onopvallende, grijze muis. Zijn vrouw behandelt hem als stront en bedriegt hem aan de lopende band. Lieve is dan weer het licht in zijn leven en aanbidt haar vader. Hij heeft nood aan een verandering van omgeving en besluit zich kandidaat te stellen voor een positie in Kongo (spelling is bewust zo). Zijn gezin moet uiteraard mee.
Paul van den Eynde, rijke erfgenaam van een selfmade industrieel, woont in Stanleystad, Kongo. Dieudonné en diens vrouw Maïmouna zijn er zijn bedienden waar hij een erg goede relatie mee heeft. Paul is ook de neef van Henri van Emsen, de rechterhand van de gouverneur-generaal van de kolonie. Hij heeft ook een nauw contact met vader Emmanuël (Manu), een prediker van ‘het ware geloof’ op missie in Kongo. Paul zelf durft zich echter kritisch op te stellen en is het helemaal niet eens met de behandeling van de Kongolezen.
Albert ontdekt tijdens zijn opleiding al dat er erg neerbuigend gepraat wordt over de Kongolezen. Als hij in Kongo aankomt, vallen de schelpen helemaal van zijn ogen. Racisme is de norm en de onmenselijke behandeling van de Kongolezen is iets waar hij zich helemaal niet in kan vinden. Hij wordt gestationeerd in Stanleystad waar hij kennismaakt met Paul. Albert probeert toch het beste te maken van zijn jaren daar, ondanks de uitdagingen binnen zijn eigen huwelijk als de levensomstandigheden waarin ‘zijn’ Kongolezen moeten leven.
De schrijver heeft zijn huiswerk gedaan. Je merkt dat er echt heel grondig research is gedaan naar de Belgische koloniale geschiedenis. Je leest fictie, maar deels zijn de gebeurtenissen waargebeurd. Dat maakt dit boek zo aangrijpend. Ik schaam me als ik dit lees. Bijna niet te geloven.
Deze quote uit het boek geeft perfect weer hoe over de Kongolezen gedacht werd. En het schrijnende is dat deze quote niet verzonnen is. Zo was het gewoon.
"Die ‘wilden’ een hogere opleiding geven is nutteloos, want verstandelijk zijn en blijven het kleine kinderen. Dat volk is gewoonweg niet in staat om moeilijke of gedetailleerde instructies te bevatten of te verwerken. Een zwarte op de universiteit? Laat me niet lachen, de gedachte alleen is al ridicuul. We moeten ze onder de knoet houden, een schouderklopje geven als het kan, maar met de zweep tuchtigen als het moet."
Het is verweven met een fictief verhaal. Ik vind vooral Albert schitterend. Van een zielige, grijze muis evolueert hij doorheen het boek naar een man die weet wat hij wilt (en niet wilt!) en die stevig in zijn schoenen staat. Hij durft in het koloniale Kongo toch buiten de lijntjes kleuren.
Af en toe werd er Vlaams dialect geschreven. Dit vond ik toch wel wat lastig lezen soms. Het Frans dat er soms tussen stond vond ik dan weer wel een meerwaarde, want dat was toen toch zeker de eigenlijke voertaal in onze kolonie. De romance van dochter Lieve in Kongo was af en toe een verademing tussen al het racisme en geweld, de relatie met haar beste vriendin aan het begin van het boek vond ik dan weer niet echt nodig.
Ook vond ik de seksuele uitspattingen van Maria niet nodig voor in het verhaal, het was soms wat te platvloers allemaal. Hoefde niet voor mij.
Het wordt verteld vanuit een alwetende verteller, hij/zij perspectief. Ik moest af en toe goed mijn hoofd erbij houden om te weten over wie het ging. Het wisselde tussen Albert en Paul, af en toe vanuit Maria en Lieve. Goed opletten was toch belangrijk.
Maar al bij al een goed gedocumenteerde historische roman. Niet eentje om tussendoor vlug te lezen, wel een waar je tijd voor moet nemen. Het is een waardevol boek over een periode die niet vergeten mag worden, een periode die toch meer in ons collectief geheugen zou moeten zitten.
1
Reageer op deze recensie