Geen uitweg uit een nachtmerrie
Wie vaker een boek van Kevin Brooks heeft gelezen, weet dat in zijn romans jongeren zich gigantisch in de nesten werken. Dat is in Bunkerdagboek ook het geval. Alleen komt dit keer de dreiging niet van binnenuit, maar van buitenaf.
Linus wordt op een verlaten stationsplein bedwelmd en ontvoerd. Als hij bijkomt, zit hij in een ondergrondse bunker. Er zijn zes slaapkamers, een badkamer, een keuken en een woonkamer. Geen raam, geen deuren. De enige uitgang is een lift zonder bedieningspaneel. Linus is alleen. Hij vermoedt dat hij ontvoerd is voor losgeld. Maanden geleden liep hij weg van huis. Maar wie weet nou dat hij de zoon is van een bekende striptekenaar?
Een paar dagen later ligt er een meisje in de lift. Ze heet Jenny, is negen jaar en was op weg naar school toen ze in een busje werd gesleurd. Na Jenny arriveren drugsverslaafde Fred, makelaar Anja, zakenman Bird en tenslotte Russell, een oude natuurfilosoof – met aids. Samen zitten ze gevangen in de bunker en zijn ze overgeleverd aan de grillen van hun ontvoerder.
Jenny keek me aan. Ik haalde mijn schouders op. […]
'Waarom doet hij zo tegen ons, Linus?' vroeg ze en veegde een traan weg. 'Waarom is hij zo gemeen?'
'Ik weet het niet. Sommige mensen zijn nou eenmaal zo, denk ik. Ze zijn graag gemeen.'
'Waarom?'
'Ik weet het niet.'
Door een dagboek bij te houden, probeert Linus een weg te vinden uit de bunker. Hij beschrijft de dagen van verveling, van wanhoop, van pogingen te ontsnappen; pogingen die door ‘hem’ genadeloos worden afgestraft door urenlang snoeiharde muziek te draaien, door de verwarming veel te hoog of te laag te zetten, door bedwelmend gas in de ruimte te spuiten, of nog veel erger. Het lijkt of de zes mensen bespioneerd en bespeeld worden door iemand die er een sadistisch genoegen in schept om te manipuleren, te treiteren, te straffen of zomaar willekeurig iets te doen en te kijken wat er gebeurt.
Bunkerdagboek is een nachtmerrie: inktzwart, claustrofobisch, uitzichtloos. Kevin Brooks durft het aan om het verhaal totaal te laten ontsporen, door een onbekend personage op te voeren dat louter slechte eigenschappen lijkt te hebben en volstrekt meedogenloos handelt. Sommige mensen gun je bijna hun ondergang; Anja en Bird zijn ook niet zo aardig. Maar een klein meisje als Jenny, dat kinderliedjes zingt om zichzelf te troosten, zoiets is hartverscheurend.
Op de vraag waarom er zes willekeurige mensen worden opgesloten, komt geen antwoord. Dat is briljant. Om een boek te kunnen schrijven dat zó uitzichtloos is, moet je van goeden huize komen. Brooks heeft al meer broeierige jongerenromans gepubliceerd, maar met Bunkerdagboek levert hij een meesterwerk af. Een boek zonder uitweg. Gruwelijk. Fascinerend. Fantastisch.
Lidewij.
Zoek je nog een boek over een onbekende persoon die een groep mensen manipuleert? Lees dan de recensie van Saeculum van Ursula Poznanski.
Reageer op deze recensie