Een oude rocker die bewijst dat hij het nog steeds kan
Wanneer Stephen King een verhaal vertelt dan luister je, of je nu wilt of niet. Soms luister je met verbazing over waar de mens in zijn diepste slechtheid toe in staat is, soms met afgrijzen als het gaat om de bloederige horror, maar altijd met ontzag voor de manier waarop hij universele angsten oproept en je daarmee in vervoering weet te brengen.
In ‘Mr. Mercedes’ is dat niet anders en gaat het over een angst die in de eerste veertien jaar van dit millennium vooral is gevoed door 9/11, door de schietpartij op het Noorse eiland Utoya, door de bomaanslagen tijdens de marathon van Boston, door het bloedbad op de Columbine High School en voor ons Nederlanders met name door de gebeurtenissen op Koninginnedag 2009 in Apeldoorn: de angst dat het noodlot toe kan slaan in de vorm van een onverwachte aanval, niet zelden gepleegd door een doorgeslagen individu, een lone wolf, waar de veiligheidsdiensten wereldwijd het minste vat op lijken te hebben.
Hebben we ons tijdens nationale vieringen en herdenkingen, tijdens concerten in immense stadions of op andere momenten waarop grote mensenmenigten bijeen zijn, niet allemaal een keer afgevraagd wat er zou gebeuren als dat noodlot nú toe zou slaan? Hebben we niet allemaal een keer met wantrouwen gekeken naar die ene man met die duistere blik in zijn ogen bij het boarden van het vliegtuig? Het is een angst die leeft bij ons allemaal en waaraan in onze maatschappij nauwelijks valt te ontkomen.
King gebruikt deze angst om je als lezer meteen naar het puntje van je stoel te dwingen. Vooral de tragedie in Apeldoorn vertoont veel overeenkomsten met de openingsscene van ‘Mr. Mercedes’, waarin de bestuurder van het voertuig uit de titel inrijdt op een grote groep werkzoekenden voor de ingang van een evenementenhal waar een banenbeurs plaatsvindt. Er komen acht mensen om en er vallen tientallen gewonden.
De dader wordt niet gepakt en als rechercheur Bill Hodges met pensioen gaat is het één van de zaken die hij onopgelost bij zijn collega’s achterlaat, maar die misschien wel het meest aan hem blijft knagen. Als de dader contact met hem zoekt en hem uit zijn tent probeert te lokken, is er geen houden meer aan en besluit Hodges op eigen houtje zijn onderzoek voort te zetten. Vanaf dat moment is het spel op de wagen en in de rest van het boek zijn we getuige van zijn verbeten zoektocht naar de ‘Mercedes Killer’.
Verschillende media schrijven dat King zich met ‘Mr. Mercedes’ voor het eerst op het terrein van de detectiveroman heeft begeven. Dat wekt de suggestie dat het in dit boek gaat om een puzzel, om de identiteit van een dader die door de held én door de lezer moet worden ontrafeld. Maar dat laatste speelt hier geen rol. Want hoewel Bill Hodges volledig in het duister tast over wie er achter het stuur van de Mercedes zat, is dat voor de lezer vanaf het begin glashelder, omdat we naast het perspectief van de ex-politieman, ook het perspectief van de dader volgen.
En juist dát is wat ‘Mr. Mercedes’ zo spannend maakt. Omdat we als lezer in het hoofd van zowel jager als opgejaagde zitten (rollen die gedurende het verhaal overigens regelmatig wisselen), is de lezer de enige die alles weet en het complete overzicht heeft. De lezer kan in beíde verhalen anticiperen omdat hij of zij weet wat er vanuit de tegenstander te gebeuren staat. Voorkennis dus, door Hitchcock omschreven als de ultieme vorm van suspense, waardoor je als lezer soms de neiging krijgt tegen de bladzijde te schreeuwen om de personages te waarschuwen.
Maar dat is niet het enige wat ‘Mr. Mercedes’ tot een buitengewoon geslaagd boek maakt.
In ‘On writing’, het boek dat King schreef over schrijven, het schrijverschap en over zijn leven, zegt hij dat als er maar genoeg kracht van een situatie uitgaat, de plot er niet veel meer toe doet. Met ‘Mr. Mercedes’ bewijst hij zijn gelijk. Hoewel het boek meer dan 400 pagina’s telt, is de vertelling feitelijk vrij klein. Natuurlijk gebeurt er veel en zijn er talloze wendingen, maar op een paar uitzonderingen na zijn de stappen niet heel groot. Het gaat om het psychologische spel dat twee mannen met elkaar spelen en om het voortdurende gevoel van onheil en dreiging dat boven het verhaal hangt. Dát is wat je als lezer zo boeit en beklemt.
Dat je daarnaast toch het idee hebt dat je in een ijzingwekkend tempo op een onafwendbare climax afdendert, heeft alles te maken met de manier waarop King dicht op de huid van zijn twee hoofdkarakters gaat zitten. Je kruipt als lezer in hun hoofden en voelt alles met ze mee. Je begrijpt waarom ze zijn wie ze zijn en wat hen drijft.
De ‘Mercedes Killer’ mag dan psychopathisch zijn, in zijn eigen ogen is hij volkomen redelijk en normaal. Vergelijkbaar met Annie Wilkes uit ‘Misery’. King beschrijft hem op een manier die hem menselijk maakt, in zekere zin zelfs een slachtoffer van omstandigheden waar hij zelf maar beperkt invloed op heeft kunnen uitoefenen. Alsof je een kijkje krijgt in het hoofd van Anders Breivik. Niet dat je wat hij doet goedkeurt, maar je snapt wel beter waar zijn gruwelijke daad uit voort is gekomen.
Bill Hodges daarentegen is de rechercheur die je in je buurt zou wensen als jou zelf iets overkwam. Geplaagd door het leven, maar met een sterk rechtvaardigheidsgevoel, het hart op de juiste plek, de vereiste dosis moed en een sluwe intelligentie. Je voelt aan alles dat deze zaak hem uit de depressie zou kunnen trekken die hem na zijn pensionering is overvallen en het hele boek door hoop je dat hij hierin slaagt; dat hij de dader pakt om recht te doen aan de slachtoffers, maar ook om zijn eigen leven weer op de rails te krijgen.
Behalve op zijn karakters, zit King ook dicht op de tijdgeest. Dat blijkt niet alleen uit de eerder genoemde angst voor terreur, maar ook uit kleinere, herkenbare zaken. Zo verwijst hij veelvuldig naar artiesten uit de hedendaagse popmuziek en noemt hij Netflix en tv-series als CSI, Bones, The Wire, 24 en het Britse Luther, waarmee hij misschien wel wil onderstrepen hoe zeer het kijken naar tv-series op momenten dat het jou uitkomt, het lezen van boeken langzaam maar zeker naar de achtergrond dringt. Ook in zijn dialogen die naturel, to the point en hier en daar erg geestig zijn, geeft hij sterk het gevoel dat het verhaal zich in het hier en nu afspeelt, waardoor de onheilspellende en angstaanjagende gebeurtenissen voor de lezer alleen maar dichterbij komen.
Is er dan helemaal níets aan te merken op ‘Mr. Mercedes’? Ach. Richting het einde neemt niet alleen de spanning toe, maar ook de humor en dat heeft net iets teveel kwinkslagen tot gevolg die weliswaar grappig zijn en lucht brengen, maar op sommige momenten ook storen. Daarnaast maakt één personage een wel hele grote omslag door als het gaat om diens geestelijke gesteldheid.
Maar… het mag de pret niet drukken.
Wanneer je ‘Mr. Mercedes’ leest, heb je het gevoel te luisteren naar een oude rocker die bewijst dat hij het nog steeds kan, maar die tegelijkertijd laat zien dat hij bereid is mee te gaan met zijn tijd en nieuwe wegen in durft te slaan. Op deze manier is ‘Mr. Mercedes’ typisch King, maar wel King anno 2014. Een groter compliment kun je een schrijver niet geven.
Reageer op deze recensie