Leuk én leerzaam
De filosofie, vanaf Descartes tot vandaag is het tweede deel van de stripversie gebaseerd op De wereld van Sofie van Jostein Gaarder. Vorig jaar verscheen het eerste deel, De filosofie, van Socrates tot Galileï, van dit tweeluik. Het vervolg van dit beeldverhaal is wederom geschreven door Vincent Zabus en geïllustreerd door Nicoby.
'Vorm en inhoud getuigen van een vrolijke creativiteit, zonder af te dalen naar een al te kinderlijk niveau.' – recensent Lieke
Het eerste boek eindigt met de ontdekking van de jonge Sofie dat zij en haar filosofieleraar Alberto bij hun cursus over en door de geschiedenis van de filosofie gestuurd worden door een onzichtbare hand: zij zijn personages in een strip. Het vervolg begint met een kleine samenvatting van het voorgaande door Alberto en gaat daarna verder waar het verhaal gebleven was. Inmiddels is het duo bij hun leergang aangekomen bij Descartes.
In vergelijking met het vorige deel is de tekenstijl het eerste dat opvalt aan dit boek. De illustraties zijn wat schetsmatiger en minder netjes. Zoiets opmerken klinkt al snel als kritiek – en dat is het natuurlijk ook een beetje – maar door deze vermeende slordigheid ontstaat er eveneens een dynamischer geheel. De ietwat ruwere stijl sluit mooi aan bij hoe Sofie zich regelmatig probeert te ontworstelen aan het keurslijf van de auteur en de kaders van de strip. Haar ontsnappingspogingen nemen steeds surrealistischere vormen aan en de enigszins gehaast aandoende tekeningen geven haar ongeduld en frustratie goed weer. Het is slechts een van de inventieve manieren waarbij de stripvorm wordt gebruikt om het verhaal te bevorderen.
Ook van de voornaamste taak van het origineel en deze verstripping – de lezer iets bijbrengen over het belang van filosofie – kwijt dit deel zich met verve. Soepel beweegt het verhaal van rationalisme en determinisme naar de achtergrond van empirisme en vervolgens over naar existentialisme en nihilisme. Alle ismen worden in recordtempo behandeld, zonder dat de uitleg aan effectiviteit inboet. Het bronmateriaal en het eerste boek deden af en toe nog een tikkeltje infantiel aan, maar dit deel laat dat kinderlijke achterwege, zelfs als Sneeuwwitje en anders sprookjesfiguren even opduiken. Ondertussen speelt het verhaal met het gegeven dat Sofie en Alberto niet zelf beslissen wat ze doen, waar ze naartoe gaan en wat ze zeggen, op een manier die ook begrijpelijk is voor de minder filosofisch ingestelde geesten.
Bijzonder behulpzaam is de wijze waarop de filosofie door de eeuwen heen herhaaldelijk gekoppeld wordt aan het hier-en-nu. Zo blijft het niet in het abstracte hangen als iets 'waar je toch niets aan hebt in het echte leven', zoals jongeren vaak geneigd zijn te zeggen van op het oog minder praktische leerstof. Sofie werpt hetzelfde vooroordeel op, maar moet uiteindelijk toegeven dat dit onjuist is. Dat is een bemoedigende conclusie, die hopelijk door (jonge) lezers gedeeld zal worden.
Het afsluitende deel van deze verstripping breit een waardig einde aan de ontdekkingsreis van Sofie. Vorm en inhoud getuigen van een vrolijke creativiteit, zonder af te dalen naar een al te kinderlijk niveau. De filosofie, vanaf Descartes tot vandaag is een zeldzaamheid: leuk én leerzaam.
Wil jij ook meer en leuker lezen? Lees dan dit boek voor de Hebban Reading Challenge van 2024!
Vink er bijvoorbeeld de volgende checklistcategorieën mee af: 'Lees een denkend boek' en 'Lees een genummerd boek'. Meedoen kan via Hebban.nl/challenge.
Reageer op deze recensie