Dit debuut is het nèt niet
Grete Simkuté (1991) is in Litouwen geboren en heeft in België, Noorwegen en delen van Azië gewoond. Artikelen van haar hand zijn verschenen in Belgische kranten en tijdschriften. De man die een berg werd is haar debuutroman.
De voornaamste verhaallijn speelt zich “niet veel later dan 1823” af in Noord-Japan. Daar bereidt de monnik Myo zich op voor de grootste beproeving: sokushinbutsu, een proces van onthouding dat eindigt met de dood. De orde waarin hij is opgenomen, gelooft dat je zo één wordt met de heilige berg. Myo hoopt op deze wijze boete te doen voor zijn zonden.
‘De berg is de overgangsplek tussen de levenden en
de doden, jongen. Hier is de scheidingslijn het dunst en kunnen
we makkelijk met de overledenen in contact komen.’
De ontberingen die Myo moet doorstaan, vallen in het begin mee. Samen met de rest van de orde mag hij tijdens de herfstpelgrimage gedurende een periode niet eten en niet baden. Myo is ondertussen aan voortdurende twijfel onderhevig. Heeft hij wel de juiste drijfveer? Zal hij slagen in zijn missie? Zijn brein verzint aan de lopende band excuses om af te zien van zijn doel en hij moet constant de neiging weerstaan om daaraan toe te geven. De auteur maakt goed inzichtelijk waarom iemand tot zo’n ingrijpende actie over zou gaan en geeft de monnik een begrijpelijke menselijke motivatie. Het mentale lijden wordt uitmuntend in beeld gebracht; het fysieke aspect wordt veel minder uitgewerkt. Als Myo zich afzondert op de berg en steeds minder gaat eten, drinken en bewegen, heeft Simkuté nog steeds vooral oog voor de geestelijke gevolgen van deze ontzegging, terwijl die toch ook pijnlijke consequenties heeft voor iemands lichaam.
Er gebeuren behoorlijke heftige dingen in de roman. Door middel van terugblikken naar het verleden van Myo wordt bijvoorbeeld duidelijk waarover hij zich schuldig voelt. Deze hele episode wordt echter zo mild beschreven dat de sfeer ten alle tijden senang blijft. Dat is prettig en past bij de opperste staat van verlichting die Myo wil bereiken, maar soms vlakt het de ernst van de gebeurtenis iets te veel af. Zo moet Myo een aantal verleidingen het hoofd bieden, tijdens zijn werk als monnik en tijdens zijn verblijf op de berg. Deze verzoekingen worden zinnenstrelend in woorden gevat, maar als lezer geloof je eigenlijk nooit dat Myo misschien voor de bijl zal gaan. Dat ligt niet aan de voorspelling die in de titel besloten ligt of het feit dat een deel van de verleiding zich afspeelt vóór het onthoudingsritueel. Het is puur de kalme, lichte manier van schrijven die als ongewenst bijeffect heeft dat geen enkel obstakel een reëel gevaar vormt. En dat heeft dan weer tot gevolg dat delen van de roman langdradig aanvoelen.
De roman opent met een proloog, wordt halverwege onderbroken en eindigt met een epiloog. Deze drie delen spelen zich af in 2019 en gaan over de disfunctionele relatie van de auteur en hoe ze het idee opdeed om dit boek te gaan schrijven. De reden voor het opnemen van deze eentonige verhaallijn in de roman is onhelder. Een poging tot het trekken van een parallel tussen de worsteling van auteur en personage gaat mank.
De man die een berg werd is bij vlagen een prikkelende, aangrijpende roman waarin het onbegrijpelijke begrijpelijk wordt gemaakt. Vaak werkt de lichte pen van de auteur echter tegen haar, zodat gebeurtenissen te weinig gewicht meekrijgen. Ook het schijnbaar willekeurige besluit om zichzelf in het verhaal te incorporeren pakt ongelukkig uit. Er zit een goed boek verstopt in De man die een berg werd, maar dit debuut is het nèt niet.
Reageer op deze recensie