Lezersrecensie
Een grote teleurstelling
Mazen Maarouf (1978) stond vorig jaar met de originele, Engelstalige versie van de verhalenbundel Grappen voor de schutters op de longlist van de Man Booker Prize. Dat schept verwachtingen en die worden helaas niet ingelost.
De bundel bestaat uit veertien verhalen, waarvan het titelverhaal is opgedeeld in tien korte hoofdstukken. Een aantal beloftes van de achterflap worden waargemaakt. Oorlog speelt bijna altijd een rol, de verhalen zijn absurdistisch en ze zoeken de grens op tussen de realiteit en fantasie. De humor is meestal echter ver te zoeken.
Het probleem met het merendeel van de verhalen is de mate van absurdisme. Sommige verhalen zijn niet absurd genoeg, waardoor de humor niet landt, terwijl andere verhalen zo bizar zijn dat ze eigenlijk nergens meer op slaan. Verschillende verhalen laten daarom vrijwel geen indruk achter, simpelweg omdat de boodschap zo onsamenhangend is dat deze niet overkomt. De beste verhalen in de bundel – Biscuit, Het andermansdromensyndroom, Aquarium en Gordijn – hebben gemeen dat ze subtiel zijn zonder onbegrijpelijk te worden. Ook gaan ze niet expliciet over de oorlog, maar slaagt de auteur er toch in om de lezer een oorlogsgevoel te laten beleven.
Naast het gebrek aan humor en de overmaat aan absurdisme lijden vooral de verhalen in de eerste helft van de verzameling onder het feit dat ze verschrikkelijk veel op elkaar lijken en hierdoor moeilijk van elkaar te onderscheiden zijn. De hele korte verhalen van een paar pagina’s gaan ten onder aan weer een ander euvel: er is zo weinig “daar daar” dat het magere ‘plot’ meteen vervliegt. Ook bij de langere verhalen is er af en toe amper een verhaallijn te ontdekken. Een duidelijke kop en staart ontbreekt regelmatig.
Al met al is deze bundel, op een paar prima verhalen na, een grote teleurstelling. Het te ver of soms juist niet ver genoeg doorgevoerde absurdisme zorgt ervoor dat de verhalen structuur en betekenis verliezen, de verhalen zijn niet verschillend genoeg en de pogingen tot humor zijn zelden grappig.
De bundel bestaat uit veertien verhalen, waarvan het titelverhaal is opgedeeld in tien korte hoofdstukken. Een aantal beloftes van de achterflap worden waargemaakt. Oorlog speelt bijna altijd een rol, de verhalen zijn absurdistisch en ze zoeken de grens op tussen de realiteit en fantasie. De humor is meestal echter ver te zoeken.
Het probleem met het merendeel van de verhalen is de mate van absurdisme. Sommige verhalen zijn niet absurd genoeg, waardoor de humor niet landt, terwijl andere verhalen zo bizar zijn dat ze eigenlijk nergens meer op slaan. Verschillende verhalen laten daarom vrijwel geen indruk achter, simpelweg omdat de boodschap zo onsamenhangend is dat deze niet overkomt. De beste verhalen in de bundel – Biscuit, Het andermansdromensyndroom, Aquarium en Gordijn – hebben gemeen dat ze subtiel zijn zonder onbegrijpelijk te worden. Ook gaan ze niet expliciet over de oorlog, maar slaagt de auteur er toch in om de lezer een oorlogsgevoel te laten beleven.
Naast het gebrek aan humor en de overmaat aan absurdisme lijden vooral de verhalen in de eerste helft van de verzameling onder het feit dat ze verschrikkelijk veel op elkaar lijken en hierdoor moeilijk van elkaar te onderscheiden zijn. De hele korte verhalen van een paar pagina’s gaan ten onder aan weer een ander euvel: er is zo weinig “daar daar” dat het magere ‘plot’ meteen vervliegt. Ook bij de langere verhalen is er af en toe amper een verhaallijn te ontdekken. Een duidelijke kop en staart ontbreekt regelmatig.
Al met al is deze bundel, op een paar prima verhalen na, een grote teleurstelling. Het te ver of soms juist niet ver genoeg doorgevoerde absurdisme zorgt ervoor dat de verhalen structuur en betekenis verliezen, de verhalen zijn niet verschillend genoeg en de pogingen tot humor zijn zelden grappig.
1
Reageer op deze recensie