Een ongewone roman over lezen, schrijven en taal
Kassa 19 is de eerste roman van Claire-Louise Bennett. Zij is geboren in Engeland en woont momenteel in Ierland. Van haar hand verscheen eerder de verhalenbundel Poel. Haar debuutroman is naar het Nederlands vertaald door Karina van Santen en Martine Vosmaer.
De roman bestaat uit zeven delen die ruwweg het leven beschrijven van een auteur in wording. Elk deel wordt begeleid door een literair citaat. Vanzelfsprekend begint het verhaal met de liefde voor lezen die uiteindelijk uitmondt in een liefde voor schrijven, aangemoedigd of juist ontmoedigd voor verschillende personen in het leven van de opgroeiende vrouw.
'Het gaat altijd over lezen, schrijven, taal en hoe dat in beweging blijft. Er zit zoveel liefde voor lezen in.' – Recensent Lieke
Het boek opent en eindigt met een soort monoloog in wij-vorm, waarin de indruk wordt gewekt van een dialoog doordat voortdurend antwoord wordt gegeven op niet of aan zichzelf gestelde vragen. Het is bijna een 'stream of consciousness'-manier van vertellen. Het is een heel aparte start, waardoor je goed voorbereid de rest van deze onconventionele roman ingaat. Dit is geen standaard kop-staartfictie. Het is fictie om op te kauwen. Het begin, waarbij de origine van de relatie van de nog jonge hoofdpersoon tot boeken uitvoerig uit de doeken wordt gedaan, is een prettig opwarmertje, dat automatisch doet denken aan het ontstaan van je eigen liefde voor literatuur.
De onderstroom van het boek is sterk feministisch. Bennett gaat bijvoorbeeld in op de 'propaganda' rondom menstrueren, waarin alles erop gericht lijkt te zijn om niets te laten merken van het lichamelijke ongemak en gewoon door te gaan. Een narratief waarin de jonge vrouw in de roman oorspronkelijk meegaat en waarvan ze pas later inziet hoe belachelijk het eigenlijk is. Een ander voorbeeld is de wijze waarop mensen om haar heen over vrouwen praten, waar de hoofdpersoon het hare over denkt:
'Mijn grootmoeder zei vaak: "Dat zou je niet aan haar afzien"
over de een of andere vrouw.'
Zo raakt ze door de jaren heen en de vele boeken die ze verslindt doordrenkt van het onrecht dat vrouwen is aangedaan en soms nog steeds wordt aangedaan. Zelf maakt ze mee dat een vriendje haar notitieboek met een verhaal kapotscheurt, puur uit jaloezie, en hoe een andere vriend probeert haar weg te houden van het werk van Sylvia Plath en Anne Sexton, omdat het slecht voor haar zou zijn. Het is duidelijk een terugblik op hoe ze dingen wellicht anders aan had moeten pakken, maar waar ze toentertijd niet goed mee om wist te gaan.
Binnen de roman laat Bennett de schrijfster uitweiden over door haar geschreven verhalen, soms in zulk detail dat ze onderdeel worden van haar ontwikkeling als individu, lezer en auteur. In tegenstelling tot het redelijk overzichtelijke leven van de hoofdpersoon zitten deze onnavolgbare vertellingen vol met absurde en surrealistische elementen. Wat alles in deze roman met elkaar verbindt: het gaat altijd over lezen, schrijven, taal en hoe dat in beweging blijft. Er zit zoveel liefde voor lezen in, van herlezen, tot proberen iets te lezen, tot iets niet uitlezen of nog willen lezen. Het stookt het leesvuur bij de lezer onherroepelijk op.
'Sommige geschreven woorden zijn levend,
actief, bestaand – ze bevinden zich volkomen in het heden,
hetzelfde heden als jij. Het voelt eigenlijk alsof ze geschreven
worden terwijl je ze leest, dat je ogen op de bladzij ze mis-
schien zelfs laten verschijnen, hoe dan ook, bepaalde zinnen
voelen totaal niet afgescheiden van jou of van het tijdstip dat
je ze leest. Je hebt het gevoel dat ze niet zouden bestaan zon-
der dat jij ze zag. Alsof ze niet zouden bestaan zonder jou. En
is het tegenovergestelde niet ook waar – dat de bladzijden die
je leest jou tot leven brengen?'
Kassa 19 is een ongewone, meanderende roman voor liefhebbers die niet alleen houden van lezen, maar vooral ook van lezen over lezen. Het boek valt voor de gemiddelde lezer vermoedelijk iets te veel uit de toon.
Reageer op deze recensie