Groots in zijn eenvoud
Maud Martha is voor het eerst verschenen in 1953. Het is de enige roman van Gwendolyn Brooks (1917). Brooks schreef voornamelijk poëzie, waar ze in 1950 de Pulitzerprijs voor heeft ontvangen. Ze was de eerste zwarte auteur die een Pulitzerprijs voor poëzie won en de eerste zwarte vrouw die werd benoemd tot Poet Laureate van de Verenigde Staten. Het voorwoord bij de roman is verzorgd door Margo Jefferson, eveneens een Pulitzerprijs-winnaar (voor kritiek), en de Nederlandse vertaling door Adiëlle Westercappel.
'Elk hoofdstuk is een kort maar krachtig, volledig gerealiseerd, twinkelend, gepolijst diamantje.' – recensent Lieke
Maud Martha is een zwart meisje dat volwassen wordt in het Chicago van de jaren veertig. Ze is een beetje een dromer, maar verliest nooit de realiteit uit het oog: ze is vastbesloten om obstakels het hoofd te bieden en zoveel mogelijk van haar leven te genieten. In 34 korte hoofdstukken schetst Brooks het leven van deze vrouw.
'Maud Martha werd geboren in 1917.
Ze leeft nog steeds.'
Het meest opvallende aan de hoofdpersoon is dat Maud Martha eigenlijk helemaal niet opvallend is. Ze is niet rebels, roeit niet tegen de stroom in, ze staat niet op tegen het onrecht waardoor het tijdperk waarin ze leeft gekenmerkt wordt. Ze is, kortom, niet uitzonderlijk. Ze gaat een liefdeloos huwelijk aan, waarin ze zich voortdurend bewust is van het feit dat zij niet voldoet aan de wensen van haar echtgenoot. Qua huidskleur en qua schoonheid is zij simpelweg niet wat hij wil. Maud Martha aanvaardt dit met een lichtheid die haar pijn niet logenstraft. Ook andere incidenten waarin ze te maken krijgt met racisme worden ingetogen beschreven. Het materiaal voor melodrama is ruimschoots aanwezig, maar Maud Martha weigert in deze heftige emoties te zwelgen. Deze terughoudendheid loont, want mede hierdoor zijn de verschillende bijna alledaagse vernederingen des te aangrijpender.
De keuze voor korte hoofdstukken die stuk voor stuk als een kraal in de ketting van het bestaan van Maud Martha fungeren, is eveneens interessant. De beperkte ruimte van maar een paar pagina’s voor deze momenten zou moeten leiden tot een fragmentarische roman van vluchtige indrukken, maar er is helemaal niets impressionistisch aan deze vignetten. Elk hoofdstuk is een kort maar krachtig, volledig gerealiseerd, twinkelend, gepolijst diamantje. En het boek voelt allerminst aan als een verzameling van losse elementen: het is een mozaïekroman, waarbij elk stukje onderdeel uitmaakt en een beter beeld geeft van het grote geheel. Bij een minder getalenteerde auteur was dit ongetwijfeld een twijfelachtig mengelmoesje geworden, maar in de handen van Brooks ontstaat een grootse kroniek van een klein leven.
Met Maud Martha zet Gwendolyn Brooks een indrukwekkende prestatie neer. De kleinste gebeurtenissen zijn doordrenkt met diepgang en reikwijdte, waardoor ze, ondanks de beheerste toon, nabulderen bij de lezer. De roman schittert in zijn eenvoud.
Reageer op deze recensie