Genieten voor de elite
Ton Hoenselaars (1956) is hoogleraar vroegmoderne Engelse taal- en letterkunde aan de Universiteit Utrecht. In 2012 viel hem de eer te beurt om zich de Sam Wanamaker Fellow van Shakespeare’s Globe in Londen te mogen noemen. Dat betekent dat hij zich bezig mocht houden met alle projecten binnen deze replica van het beroemde Globe Theatre.
Shakespeare Forever! gaat niet zozeer over Shakespeare, aangezien er vrij weinig over zijn persoon bekend is, of zijn werken, maar juist over de interactie van zijn oeuvre met de maatschappij. Dit behelst de invloed die de periode waarin de toneelstukken geschreven en opgevoerd werden had op hun vorm en inhoud, maar ook hoe de veranderingen door de jaren heen hun weerslag hebben gehad op de manier waarop de gedichten en de theaterstukken benaderd en aangepast zijn. Tenslotte wordt er vanzelfsprekend aandacht besteed aan de onverminderde en schijnbaar oneindige impact van Shakespeare op de populaire cultuur.
In de inleiding corrigeert Hoenselaars meteen op een heldere manier het wellicht foutieve beeld van de lezer over Shakespeare. Ja, zijn toneelstukken werden opgevoerd voor de adellijke stand, maar óók voor het gewone volk. Verder plaatst Hoenselaars de man en zijn werk in de goede historische, politieke en internationale context. Duidelijk van toon en in overzichtelijke hoofdstukken opgedeeld: Shakespeare Forever! gaat prima van start.
Op grappige doch gedecideerde wijze zet Hoenselaars de aanhangers van de theorie dat Shakespeare in werkelijkheid Edward de Vere was weg als fanaten met tunnelvisie. Zelf waakt de auteur ervoor om te snel conclusies te trekken of dingen op een voor hemzelf aantrekkelijke manier te interpreteren. Hij mag dan een enorme bewonderaar van Shakespeare zijn; hij heeft geen onrealistisch ideaal van zijn held voor ogen en is zich terdege bewust van diens tekortkomingen.
Hoenselaars hanteert een redelijk losse schrijfwijze. Het boek is doorspekt met leuke grapjes en verwijzingen naar bijvoorbeeld Taylor Swift (ja, echt!), Arnold Schwarzenegger en Blackadder. Toch is Hoenselaars’ universitaire achtergrond duidelijk voelbaar in het taalgebruik. Hij behandelt de materie in een stijl die academici gewend zijn, maar die de minder wetenschappelijk onderlegde lezer wel eens onaangenaam zou kunnen verrassen. Hoenselaars schrijft niet vervreemdend – helemaal niet zelfs – maar toch begint Shakespeare Forever! gaandeweg meer te lijken op een naslagwerk dan een leesboek.
Aangezien Hoenselaars het boek opent door af te rekenen met het idee dat Shakespeare alleen voor de elite zou zijn, is het ironisch dat Shakespeare Forever! de neiging heeft om zich te richten tot de bovenlaag van de bevolking in plaats van tot de gewone lezer. Hierdoor is het twijfelachtig of het boek de gemiddelde Shakespeare fan zal kunnen bekoren. Maar als de lezer bereid is om een beetje moeite te doen, dan biedt Shakespeare Forever! een schat aan informatie over de aanhoudende invloed van de werken van de bard op de wereld.
Reageer op deze recensie