Navelstaren met troebel (in)zicht
Eerder schreef Jessie Greengrass (1982) al de verhalenbundel An Account of the Decline of the Great Auk, According to One Who Saw It. Sight is haar debuutroman en hiermee veroverde ze meteen een plaats op de shortlist van de Women’s Prize for Fiction 2018. Ze ging er uiteindelijk niet met de prijs vandoor.
Sight is een poging om door middel van analyse helderheid te verwerven. De worsteling van de anonieme hoofdpersoon om in het reine te komen met tegenstrijdige gevoelens over het krijgen van kinderen wordt gekoppeld aan historische doorbraken op het gebied van fotografie, medische wetenschap, psychoanalyse en ruimtevaart. De universele “quest for understanding” is het onderwerp.
De roman kan qua materie ruwweg in tweeën gedeeld worden. Voor elk deel hanteert Greengrass een andere schrijfstijl. De passages over de angsten en twijfels van de naamloze verteller zijn reflecterend, analyserend en vooral op het innerlijk gericht. Handelingen zijn zeldzaam; gekunstelde overpeinzingen zijn in overvloed aanwezig. Al dit zogenaamd diepzinnig gemijmer is als een trein die rondjes rijdt over dezelfde rails: het leidt nergens toe. Het pseudo-intellectuele, introspectieve gezeur van de naamloze verteller begint vermoeiend om vervolgens ronduit vervelend te worden. Het taalgebruik is al niet veel beter. Het wemelt van de beeldspraak die even hoogdravend als nietszeggend is. Toch zit er soms een ironisch pareltje tussen.
'[…] for all the picture seemed significant I could make no sense of it. My memory refused to resolve into anything concrete and the photograph remained impenetrable surface, glossy, chemically rendered and preserved.'
Dat is exact hoe het voelt om Sight te lezen! Wollige beschrijvingen volgen elkaar op zonder enige indruk achter te laten en hierna zweeft de auteur weer verder. Het leest als een middelmatig academisch essay. Denk aan oneindige zinnen gevuld met geforceerde formuleringen, vage gevolgtrekkingen en weinig originele gedachten die keer op keer herhaald worden. Hoe meer je op de steriele tekst kauwt; hoe duidelijker wordt dat het louter uit oppervlakte bestaat. De lezer blijft achter met een hol gevoel.
De fragmenten over pioniers – in disciplines die gerelateerd zijn aan (in)zicht - zijn ontdaan van de kunstgrepen die de rest van de roman zo weeïg doen smaken. Deze ontdekkingen op wetenschappelijk vlak zijn een stuk helderder verwoord. De stijl en inhoud van deze passages is aantrekkelijker dan de eigenlijke focus van Sight. Vooral de biografische stukken over Freud, zijn dochter Anna en de verstrengeling van hun professionele en persoonlijke relatie zijn interessant en relevant. Het spiegelt mooi de relatie tussen de protagonist en haar enigmatische oma, die als psychoanalytica poogt haar kleindochter de techniek van zelfanalyse bij te brengen. De emoties hieromtrent voelen authentiek; ze resoneren. Hier heeft Greengrass werkelijk iets te zeggen en brengt ze iets teweeg. Hier komt het boek tot leven.
Sight is helaas een teleurstelling. De interessante onderdelen zijn dun gezaaid en worden ondergesneeuwd door opgeblazen proza gecombineerd met beschouwingen die nauwelijks het niveau ontstijgen van veredelde navelstaarderij.
Reageer op deze recensie