De afgrond was nog nooit zo mooi
De Amerikaanse auteur Rachel Kushner (1968) debuteerde in 2008 met Telex from Cuba. Daarop volgde in 2013 The Flamethrowers. Waar haar eerste roman nog redelijk onder de radar bleef – voor zover dat mogelijk is bij een boek dat de shortlist van de National Book Award bereikt – betekende de opvolger haar definitieve doorbraak. Nu, vijf jaar later, verschijnt de derde roman van haar hand.
The Mars Room zit dicht op de huid van de 29-jarige Romy Hall. Zij was een nachtclubdanseres met een kind en een vriend. Nu is ze een veroordeelde met twee keer levenslang. Wat is er gebeurd?
Lang voordat onthuld wordt wat Romy heeft gedaan, is al duidelijk dat haar leven tot weinig goeds zal leiden. Er gaat een onvermijdelijkheid uit van de omstandigheden die haar gevormd hebben. Kushner volbrengt hier iets curieus: door de personages zonder sympathie - of afkeer - te beschrijven, wekt ze sympathie op voor het merendeel van hen. Het is niet zozeer dat je met ze meeleeft, dat is vermoedelijk ook niet het beoogde effect; er ontstaat een groeiend besef dat de situatie waarin ze verkeerden behoorlijk heeft bijgedragen aan hun misdaad. Op een gegeven moment merkt Romy op over haar ex-vriend:
“Normal, educated, had a job, felt there was a purpose to his existence and so forth, and he didn’t understand about people who grew up in the city, the nihilism, the inability to go to college or join the straight world, get a regular job or believe in the future.”
Het is alsof Kushner hiermee tegen de lezer wil zeggen, ‘dat ben jij, maar maak je geen zorgen: aan het einde van het boek snap je het’. Criminelen worden vaak gereduceerd tot dieren, gekken, monsters et cetera, maar met The Mars Room doet Kushner juist het omgekeerde: ze maakt weer mensen van ze. De titel verwijst dus niet alleen naar de naam van de stripclub waar Romy ooit haar kost verdiende, maar ook naar de sensatie die de gemiddelde lezer ervaart als deze The Mars Room openslaat: het is in het begin bijna alsof je een andere planeet betreedt. In zekere zin verdwijnt dat gevoel nergens helemaal, want de roman is onmiskenbaar Amerikaans. Mensen die minder bekend zijn met de historie en cultuur van de VS missen belangrijke context om bepaalde thema’s en verbanden te duiden.
Kushner is niet bang om een parallel te trekken, waarvan je als lezer op het eerste gezicht denkt ‘nou, nou, dit is nogal vergezocht’ om er gaandeweg achter te komen dat de twee uitersten een stuk dichter bij elkaar liggen dan je aanvankelijk dacht. Neem bijvoorbeeld de vergelijking die een personage maakt tussen Thoreau en de Unabomber. Deze wordt, naarmate de roman vordert, steeds plausibeler. Alles is mogelijk en niets is zeker. Dat zorgt voor een aanhoudend onbehaaglijk en beklemmend gevoel, en dat lijkt precies te zijn wat de auteur wil bereiken. Je denkt dat je veilig bent? Je bent niet veilig. Je denkt dat je normaal bent: wat is normaal? Romy staat mijlenver van je af? Jij had Romy kunnen zijn.
Deze roman laat de lelijkheid van het bestaan zien, ontkent niet hoe tragisch en toch mooi het leven soms is en verwoordt dit allemaal op prachtige, empathische wijze. Wat Kushner doet met The Mars Room, is door middel van fictie de werkelijkheid begrijpelijk maken. Iets dat meer romans zouden mogen doen.
Reageer op deze recensie