Interessant maar niet hoogstaand
Veertien dagen is tot stand gekomen als samenwerkingsproject van zesendertig Noord-Amerikaanse auteurs, onder leiding van de Authors Guild of America, met Margaret Atwood en Douglas Preston als redacteurs. De Nederlandse vertaling is verzorgd door Lidwien Biekmann en Tjadine Stheeman.
'Het boek bevat een keur aan interessante verhalen van een redelijk literair niveau, met af en toe een uitschieter naar boven.' – recensent Lieke
Je zou Veertien dagen een verhalenbundel kunnen noemen, maar dat dekt de lading niet helemaal. Het is een raamvertelling waarin een groep bewoners van een flat in Manhattan gedurende een lockdown tijdens het begin van de coronacrisis op het dak van het gebouw bij elkaar komen en elkaar verhalen beginnen te vertellen. Verhalen over dingen die ze zelf hebben meegemaakt, maar ook over dingen die bekenden van hen zijn overkomen, verhalen die ze weer van anderen hebben gehoord of simpelweg verhalen die ze hebben verzonnen.
Het boek bestaat uit een voorwoord, veertien hoofdstukken corresponderend aan de veertien dagen uit de titel en een lijst achterin waarin je als lezer je nieuwsgierigheid kunt bevredigen over welke auteur verantwoordelijk is voor welk verhaal. Elk hoofdstuk opent met een kleine afbeelding van het flatgebouw met daarin telkens een raam van een ander appartement verlicht. Veertien ramen die staan voor veertien appartementen met veertien bewoners waarvan er elke dag eentje een verhaal vertelt, toch? Fout! Per hoofdstuk worden er meerdere verhalen verteld door verschillende personen. Alles is met elkaar verweven. Er is eigenlijk geen duidelijke afbakening tussen de conciërge (wiens perspectief de raamvertelling domineert), het gepraat op het dak en het vertellen van verhalen. Er wordt vooraf wat gekeuveld, de verhalen worden regelmatig onderbroken en naderhand soms ook nog eens becommentarieerd door de flatgenoten.
De personages zijn een gemêleerd gezelschap dat net zo divers is als de groep auteurs die meewerkt aan Veertien dagen, waaronder opvallend veel vrouwen en mensen van kleur. De auteurs zijn daarnaast ook nog eens actief in wijd uiteenlopende genres, waardoor de verhalen sterk van elkaar verschillen: in onderwerp, toon en kwaliteit. Af en toe word je daarom eventjes omvergeblazen door een verhaal, zoals een onverwacht sciencefiction relaas van de hand van Atwood, maar vaker zijn ze beslist interessant maar niet heel hoogstaand. Hetzelfde geldt voor de raamvertelling zelf. Er is een zekere mate van wanhoop aanwezig in het overkoepelende verhaal, vanwege de omringende dood, de angst om besmet te raken en de isolatie, maar deze schemert slechts zo nu en dan door. Het is handig voor de plot, die pandemie, zodat men op het dak bijeenkomt, maar verder doet het er eigenlijk weinig toe. Dat is zonde, want de verhalen zouden waarschijnlijk toch iets beter uit de verf zijn gekomen als de situatie waarin de bewoners zich bevinden wat steviger en alarmerender was neergezet. Ook het einde boet hierdoor aan doeltreffendheid in, al zou dat vermoedelijk sowieso een tikkeltje slapjes zijn ontvangen.
De inhoud van Veertien dagen weerspiegelt de diverse samenstelling van de auteurs. Het boek bevat een keur aan interessante verhalen van een redelijk literair niveau, met af en toe een uitschieter naar boven.
Wil jij ook meer en leuker lezen? Lees dan dit boek voor de Hebban Reading Challenge van 2024!
Vink er bijvoorbeeld de volgende checklistcategorieën mee af: 'Lees een hoog boek' en 'Lees een jong boek'. Meedoen kan via Hebban.nl/challenge.
Reageer op deze recensie