Het twinkelt nergens
Evie Wyld (1980) werd geboren in Londen en is vervolgens in Australië en Engeland opgegroeid. Haar tweede roman, Overal vogelzang werd overladen met prijzen. Daarna schreef ze een, eveneens positief ontvangen, geïllustreerde autobiografie. Wij zijn de wolven is haar derde roman en vertaald door Astrid Huisman en Roos van de Wardt.
Wij zijn de wolven volgt de levens van drie vrouwen. In de achttiende eeuw moet Sarah vluchten nadat ze beschuldigd wordt van hekserij. Na de Tweede Wereldoorlog probeert Ruth het beste te maken van haar nieuwe leven met een weduwnaar en zijn twee zonen, in een huis waar de overleden eerste echtgenote van haar man nog alom aanwezig is. In datzelfde huis rouwt Viviane zestig jaar later om de dood van haar vader.
Wyld begint de roman subtiel. Zó subtiel dat je als lezer geruime tijd eigenlijk niet weet wat ze precies wil zeggen. Spoedig laat ze de nuance echter achter zich en bedient ze zich van het tegenovergestelde: ze hamert keihard op elk punt dat ze wil maken. Beide benaderingen missen hun doel. Het geschakel door de tijd heen – met daarbij nog extra hoofdstukjes over willekeurige, belaagde meisjes en vrouwen – is prima, maar de drie verhaallijnen zijn wel erg losjes met elkaar verbonden.
De hoofdpersonages zijn over het algemeen voldoende uitgewerkt. Viviane en Ruth zijn zeker niet altijd sympathiek en ook niet voortdurend slim bezig, maar duidelijk vrouwen van vlees en bloed. Sarah komt er daarentegen nogal bekaaid vanaf. Aangezien haar het hardste gelag ten deel valt, is het nogal zonde dat uitgerekend zij niet goed uit de verf komt. De keuze om juist haar vanuit het perspectief van een man te beschrijven, pakt ongelukkig uit.
Wij zijn de wolven is een aanklacht tegen de vergaande invloed die mannen door de geschiedenis heen hebben gehad op de levens van vrouwen – in negatieve zin. Het geweld varieert van gaslighting (iemand manipuleren door te doen alsof hij, maar meestal zij, gek is) tot verkrachting en moord. Dat is een interessant thema, maar Wyld stipt eigenlijk weinig nieuws aan. Soms is het misbruik binnen de scheve machtsrelatie tussen mannen en vrouwen werkelijk misselijkmakend, maar dat vertaalt zich niet naar een boeiend verhaal. Af en toe is het zelfs ronduit saai. Gotische elementen in de roman, in de vorm van een meisje dat spookt door het huis waar Ruth en later Viviane wonen, spelen zich dusdanig op de achtergrond af dat ze eveneens weinig opwinding veroorzaken.
Er wordt een hoop tegen de muur gegooid in Wij zijn de wolven; er blijft helaas weinig plakken. De beschrijvingen zijn uitstekend, de situaties treffend naar en de personages herkenbaar, maar het twinkelt nergens.
Reageer op deze recensie