Lezersrecensie
Een sprookje dat doet denken aan Lord of the rings
Vooraf wil ik vermelden dat Ronald van Assen bij dezelfde uitgeverij zit als waar mijn boek Het goud van de Gelaarsde Kat is uitgegeven.
Ronald vroeg me of ik zijn boek De tranen van de eenhoorn wilde lezen en mijn leeservaring met jullie te delen. Hiervoor stuurde hij een exemplaar van zijn boek vanuit Invisia naar Olst. Blijkbaar vonden de eenhoorn en de smorgels het zo geweldig bij de post, dat ze daar zijn gebleven. Ik hoop maar dat ze de postvoorziening niet al te veel tot last zijn. Gelukkig is het tweede exemplaar dat Ronald mij stuurde wel goed aangekomen.
Het boek begint met een scene waarin de zeventienjarige Linda uit school komt. Ze woont bij haar tante Sofie in het bos in Woudenveld, dat ligt in onze wereld. Algauw gebeuren er vreemde dingen en moet ze vluchten naar Invisia, een verborgen deel van de aarde. Gelukkig gaan haar twee beste vriendinnen, Miranda en Masha, met haar mee. Persoonlijk was ik het verhaal enige tijd later begonnen, wanneer de meiden al in Invisia zijn. Via terugblikken of een korte uitleg was dan ook wel duidelijk geworden waar ze zijn opgegroeid. Toch maken de uitspraken van tante Sofie veel vragen los en wil je graag weten wat die betekenen.
In Invisia heerst er op dat moment chaos. De hoofdstad Amarena wordt belegerd door legers afzichtelijke monsters die worden aangestuurd door een nietsontziende koningin en haar even sadistische en gruwelijke dochter. Wezens en volken worden tegen elkaar opgezet.
Om de toekomst van Invisia te redden, gaan Miranda en Masha op zoek naar de tranen van de eenhoorn. Ze krijgen daarbij hulp van de smorgel Smorgy, een grappig klein wezentje, en een andere bijzondere persoon.
In de tussentijd proberen de inwoners van Amarena zich voor te bereiden op de op handen zijnde aanval van de stad. Mensen, elfen, dwergen en andere wezens werken samen, maar hebben ieder ook hun eigen belangen.
We krijgen geregeld een kijkje in Mockelburg, de stad waar de mockels wonen. Hun koningin Morissa en haar dochter Cruentia willen hun macht uitbreiden en deinzen nergens voor terug. Onschuldige aardmannen, trollen en gevangenen worden ingezet in de strijd.
Hoewel Linda, Miranda en Masha in onze tijd leven, lijkt Invisia qua technologie meer in de middeleeuwen te zitten. Ze hebben daar wel hele gave maanrijders, een soort zelfrijdende wagens die door middel van maanlicht worden opgeladen. Dat is noch eens duurzaam.
Het boek bestaat uit bijna zestig korte hoofdstukken, die elk bestaan uit meerdere stukjes. De wisseling in perspectief is dan ook erg snel. Dan weer reis je met het gezelschap van Miranda en Masha door het Regenboogwoud, dan bevind je je in het paleis in Amarena en een tiental regels verder ben je aan het hof van koningin Morissa. Dan heb je ook nog Halina, een vrouw die als kluizenaar leeft en een duister geheim verbergt, de mysterieuze Wachter en elfenkoningin Forestra. Iedereen komt aan het woord, waardoor er niet echt een hoofdpersoon is aan te wijzen.
Van alle verschillende wezens in Invisia vind ik Smorgy de leukste. Hij praat vaak in de derde persoon over zichzelf en deed me denken aan Dobby uit Harry Potter. Hij is de naïeve vriendelijkheid zelve. De zwarte feeksen zijn daarentegen helemaal niet vriendelijk. Ze kunnen vliegen en zo alles en iedereen bespioneren.
Het hele boek lijkt qua opzet op Lord of the rings, compleet met een queeste en wezens die graag terug willen naar hun gewone leventje van voordat het werd verstoord. Om dat te bereiken moeten ze eerst een gevaarlijke reis ondernemen en leren ze vrienden en vijanden kennen.
Hoewel het gespring van het ene personage naar het andere niet storend is, vond ik het wel lastig om Cruentia en Ciardha uit elkaar te houden, mede doordat ze allebei aan het hof van Mockelburg leven en niet voor elkaar onderdoen.
Als het boek enkel vanuit het perspectief van Miranda en Masha was geschreven, was het het zoveelste (saaie) verhaal geweest over een gezelschap dat op queeste gaat. Door juist ook te schrijven hoe het de achterblijvers en de vijand vergaat, wordt het een spannend en meer gelaagd boek.
Wie de vijand is, denk je als lezer algauw te weten, maar in Invisia is niets wat het lijkt en op een gegeven moment weet je niet meer wie je wel en niet kunt vertrouwen.
Lange tijd dacht ik het einde te kennen, maar de auteur wist me toch te verrassen zonder dat het uit de lucht kwam vallen.
Op de voorkant staat een witte eenhoorn in het bos. Dit past goed bij de inhoud van het boek, want de toekomst van Invisia hangt immers af van de tranen van de eenhoorn.
Zelf zou ik graag een keer een kom kippensoep met deze eenhoorn delen. Wat dat betekent, ontdek je als je het boek gaat lezen.
Ronald vroeg me of ik zijn boek De tranen van de eenhoorn wilde lezen en mijn leeservaring met jullie te delen. Hiervoor stuurde hij een exemplaar van zijn boek vanuit Invisia naar Olst. Blijkbaar vonden de eenhoorn en de smorgels het zo geweldig bij de post, dat ze daar zijn gebleven. Ik hoop maar dat ze de postvoorziening niet al te veel tot last zijn. Gelukkig is het tweede exemplaar dat Ronald mij stuurde wel goed aangekomen.
Het boek begint met een scene waarin de zeventienjarige Linda uit school komt. Ze woont bij haar tante Sofie in het bos in Woudenveld, dat ligt in onze wereld. Algauw gebeuren er vreemde dingen en moet ze vluchten naar Invisia, een verborgen deel van de aarde. Gelukkig gaan haar twee beste vriendinnen, Miranda en Masha, met haar mee. Persoonlijk was ik het verhaal enige tijd later begonnen, wanneer de meiden al in Invisia zijn. Via terugblikken of een korte uitleg was dan ook wel duidelijk geworden waar ze zijn opgegroeid. Toch maken de uitspraken van tante Sofie veel vragen los en wil je graag weten wat die betekenen.
In Invisia heerst er op dat moment chaos. De hoofdstad Amarena wordt belegerd door legers afzichtelijke monsters die worden aangestuurd door een nietsontziende koningin en haar even sadistische en gruwelijke dochter. Wezens en volken worden tegen elkaar opgezet.
Om de toekomst van Invisia te redden, gaan Miranda en Masha op zoek naar de tranen van de eenhoorn. Ze krijgen daarbij hulp van de smorgel Smorgy, een grappig klein wezentje, en een andere bijzondere persoon.
In de tussentijd proberen de inwoners van Amarena zich voor te bereiden op de op handen zijnde aanval van de stad. Mensen, elfen, dwergen en andere wezens werken samen, maar hebben ieder ook hun eigen belangen.
We krijgen geregeld een kijkje in Mockelburg, de stad waar de mockels wonen. Hun koningin Morissa en haar dochter Cruentia willen hun macht uitbreiden en deinzen nergens voor terug. Onschuldige aardmannen, trollen en gevangenen worden ingezet in de strijd.
Hoewel Linda, Miranda en Masha in onze tijd leven, lijkt Invisia qua technologie meer in de middeleeuwen te zitten. Ze hebben daar wel hele gave maanrijders, een soort zelfrijdende wagens die door middel van maanlicht worden opgeladen. Dat is noch eens duurzaam.
Het boek bestaat uit bijna zestig korte hoofdstukken, die elk bestaan uit meerdere stukjes. De wisseling in perspectief is dan ook erg snel. Dan weer reis je met het gezelschap van Miranda en Masha door het Regenboogwoud, dan bevind je je in het paleis in Amarena en een tiental regels verder ben je aan het hof van koningin Morissa. Dan heb je ook nog Halina, een vrouw die als kluizenaar leeft en een duister geheim verbergt, de mysterieuze Wachter en elfenkoningin Forestra. Iedereen komt aan het woord, waardoor er niet echt een hoofdpersoon is aan te wijzen.
Van alle verschillende wezens in Invisia vind ik Smorgy de leukste. Hij praat vaak in de derde persoon over zichzelf en deed me denken aan Dobby uit Harry Potter. Hij is de naïeve vriendelijkheid zelve. De zwarte feeksen zijn daarentegen helemaal niet vriendelijk. Ze kunnen vliegen en zo alles en iedereen bespioneren.
Het hele boek lijkt qua opzet op Lord of the rings, compleet met een queeste en wezens die graag terug willen naar hun gewone leventje van voordat het werd verstoord. Om dat te bereiken moeten ze eerst een gevaarlijke reis ondernemen en leren ze vrienden en vijanden kennen.
Hoewel het gespring van het ene personage naar het andere niet storend is, vond ik het wel lastig om Cruentia en Ciardha uit elkaar te houden, mede doordat ze allebei aan het hof van Mockelburg leven en niet voor elkaar onderdoen.
Als het boek enkel vanuit het perspectief van Miranda en Masha was geschreven, was het het zoveelste (saaie) verhaal geweest over een gezelschap dat op queeste gaat. Door juist ook te schrijven hoe het de achterblijvers en de vijand vergaat, wordt het een spannend en meer gelaagd boek.
Wie de vijand is, denk je als lezer algauw te weten, maar in Invisia is niets wat het lijkt en op een gegeven moment weet je niet meer wie je wel en niet kunt vertrouwen.
Lange tijd dacht ik het einde te kennen, maar de auteur wist me toch te verrassen zonder dat het uit de lucht kwam vallen.
Op de voorkant staat een witte eenhoorn in het bos. Dit past goed bij de inhoud van het boek, want de toekomst van Invisia hangt immers af van de tranen van de eenhoorn.
Zelf zou ik graag een keer een kom kippensoep met deze eenhoorn delen. Wat dat betekent, ontdek je als je het boek gaat lezen.
2
Reageer op deze recensie