Lezersrecensie
Het verhaal van een vrouwelijke schilder tegen de achtergrond van de tulpengekte
Dit boek kocht ik ooit als bookazine, een boek in tijdschriftvorm.
Hoofdpersoon Hester groeit in de 17e eeuw op als dochter van een koopman. Ze schildert graag, maar als vrouw daar je brood mee verdienen is lastig. Wanneer haar vader overlijdt, trekt ze in bij Judith Leyster (1609-1660), op dat moment de enige vrouwelijke schilder van Haarlem. Persoonlijk had ik het leuker gevonden wanneer het boek over Judith was gegaan. Zij heeft immers echt bestaan en haar levensverhaal bevat genoeg elementen voor een boek.
De vrouwen raken bevriend, hoewel die vriendschap niet echt goed wordt uitgewerkt. Als Judith en haar man verhuizen, voelt Hester zich gedwongen te trouwen met Christiaan, een man die ook schildert en samenwoont met zijn zus Elsken. De twee hebben samen een geschiedenis, die stukje bij beetje duidelijk wordt, maar nooit helemaal. Het lijkt wel of de auteur die info bewust achterhoudt om te kunnen gebruiken in een volgend boek.
Hester wil dolgraag blijven schilderen en haar schilderijen onder haar eigen naam verkopen. Maar als vrouw wordt je niet zomaar toegelaten tot het gilde en zonder lidmaatschap daarvan mag je niets verkopen. Tegenwoordig moeilijk voor te stellen, maar zoiets was vroeger heel normaal. Een geheim uit Hesters verleden speelt hierin ook een rol. Hester probeert dat geheim te verbergen, bang voor de gevolgen als het aan het licht komt. Als lezer vraag je je lang af wat dat geheim is. Als het dan eindelijk bekend wordt, voel je de frustratie. Vrouwen hadden in die tijd weinig rechten en weinig zeggenschap over hun leven.
Hesters huwelijk is ongelukkig. Als lezer krijg je een kijkje in hun huishouden, waar (schoon)zus Elsken ook deel van uitmaakt. Je voelt bijna de kilte tussen Christiaan en Hester toenemen. En waar staat Elsken in dit alles?
De auteur geeft met dit boek ook een kijkje in een schildersatelier van de zeventiende eeuw, met beschrijvingen van verf mengen, een leerling die wordt opgeleid en klanten die poseren voor een portret.
Intussen heerst er in Haarlem een hausse op de tulpenhandel. Tulpen worden verkocht voor de waarde van een Amsterdams grachtenpand. Tulpenbollen worden gekocht, doorverkocht en nogmaals doorverkocht zonder dat de kopers het product ooit gezien hebben. Vaak volstaat een briefje met de belofte dat het product later geleverd zal worden. Deze briefjes worden ook weer gretig gekocht en verkocht. Hester en haar man verdienen hier ook flink geld aan en bezoeken kroegen en andere gelegenheden waar de bloembollen geveild worden.
Tegen het einde van het boek beraamt Hester een plan om zich uit haar huwelijk te bevrijden. Het plan wordt beetje bij beetje uitgewerkt. Ik vroeg me wel af hoe Hester zichzelf ging beschermen tegen de gevolgen van haar plan. En wat zal er gebeuren als uitlekt wat zij gedaan heeft? Een aantal jaar geleden is ze immers voor een ander schandaal de stad Leiden ontvlucht. Hester lijkt hier echter totaal niet over na te denken, of toch wel?
In het begin kabbelt het verhaal een beetje voort, later lijkt het meer op een spannende roman waarin een vrouw probeert wraak te nemen op haar echtgenoot. Dit alles tegen de achtergrond van de tulpengekte (de eerste economische zeepbel uit de geschiedenis) en het immer dreigende risico op een nieuwe uitbraak van de pest.
Dit boek vermengt historische feiten met fictie. Op de website van de auteur (www.femkeroobol.nl) staat veel interessante achtergrondinformatie over dit boek, waaronder de beweegredenen van de auteur om dit verhaal op te schrijven.
Hoofdpersoon Hester groeit in de 17e eeuw op als dochter van een koopman. Ze schildert graag, maar als vrouw daar je brood mee verdienen is lastig. Wanneer haar vader overlijdt, trekt ze in bij Judith Leyster (1609-1660), op dat moment de enige vrouwelijke schilder van Haarlem. Persoonlijk had ik het leuker gevonden wanneer het boek over Judith was gegaan. Zij heeft immers echt bestaan en haar levensverhaal bevat genoeg elementen voor een boek.
De vrouwen raken bevriend, hoewel die vriendschap niet echt goed wordt uitgewerkt. Als Judith en haar man verhuizen, voelt Hester zich gedwongen te trouwen met Christiaan, een man die ook schildert en samenwoont met zijn zus Elsken. De twee hebben samen een geschiedenis, die stukje bij beetje duidelijk wordt, maar nooit helemaal. Het lijkt wel of de auteur die info bewust achterhoudt om te kunnen gebruiken in een volgend boek.
Hester wil dolgraag blijven schilderen en haar schilderijen onder haar eigen naam verkopen. Maar als vrouw wordt je niet zomaar toegelaten tot het gilde en zonder lidmaatschap daarvan mag je niets verkopen. Tegenwoordig moeilijk voor te stellen, maar zoiets was vroeger heel normaal. Een geheim uit Hesters verleden speelt hierin ook een rol. Hester probeert dat geheim te verbergen, bang voor de gevolgen als het aan het licht komt. Als lezer vraag je je lang af wat dat geheim is. Als het dan eindelijk bekend wordt, voel je de frustratie. Vrouwen hadden in die tijd weinig rechten en weinig zeggenschap over hun leven.
Hesters huwelijk is ongelukkig. Als lezer krijg je een kijkje in hun huishouden, waar (schoon)zus Elsken ook deel van uitmaakt. Je voelt bijna de kilte tussen Christiaan en Hester toenemen. En waar staat Elsken in dit alles?
De auteur geeft met dit boek ook een kijkje in een schildersatelier van de zeventiende eeuw, met beschrijvingen van verf mengen, een leerling die wordt opgeleid en klanten die poseren voor een portret.
Intussen heerst er in Haarlem een hausse op de tulpenhandel. Tulpen worden verkocht voor de waarde van een Amsterdams grachtenpand. Tulpenbollen worden gekocht, doorverkocht en nogmaals doorverkocht zonder dat de kopers het product ooit gezien hebben. Vaak volstaat een briefje met de belofte dat het product later geleverd zal worden. Deze briefjes worden ook weer gretig gekocht en verkocht. Hester en haar man verdienen hier ook flink geld aan en bezoeken kroegen en andere gelegenheden waar de bloembollen geveild worden.
Tegen het einde van het boek beraamt Hester een plan om zich uit haar huwelijk te bevrijden. Het plan wordt beetje bij beetje uitgewerkt. Ik vroeg me wel af hoe Hester zichzelf ging beschermen tegen de gevolgen van haar plan. En wat zal er gebeuren als uitlekt wat zij gedaan heeft? Een aantal jaar geleden is ze immers voor een ander schandaal de stad Leiden ontvlucht. Hester lijkt hier echter totaal niet over na te denken, of toch wel?
In het begin kabbelt het verhaal een beetje voort, later lijkt het meer op een spannende roman waarin een vrouw probeert wraak te nemen op haar echtgenoot. Dit alles tegen de achtergrond van de tulpengekte (de eerste economische zeepbel uit de geschiedenis) en het immer dreigende risico op een nieuwe uitbraak van de pest.
Dit boek vermengt historische feiten met fictie. Op de website van de auteur (www.femkeroobol.nl) staat veel interessante achtergrondinformatie over dit boek, waaronder de beweegredenen van de auteur om dit verhaal op te schrijven.
1
Reageer op deze recensie