Lezersrecensie
Magische reis door de Maan vallei
Toen ik *De Maanvallei – Een magische reis, voor het eerst in handen kreeg, viel me als illustratie liefhebber meteen op hoe mooi het boek eruitzag en hoeveel werk erin zit. Op de omslag een grof geïllustreerd zeepaardje in het groen. De titel in dezelfde kleur, uitnodigend in kleine letters geschreven. Het is of het zeepaard wacht, tot het boek opengaat om dan weg te zwemmen.
Het welkomstwoord is aan het kind in het algemeen gericht, een oproep om alle kinderen te herinneren aan de fontein der wijsheid en de oneindige bron van licht en liefde. Een kleine reminder om meer in verbinding te komen met elkaar en met de natuur.
Mathias en zijn zusje Hannah (de twee hoofdpersonages) houden van licht. Ze wonen in een doodgewone straat, maar de naam van de straat is wel heel bijzonder. Ze wonen namelijk in de Eeuwig-lichtlaan. In de winter brengen Mathias en Hannah veel tijd door in haar fonkelkamer. Ze versiert haar kamer graag met slingers vol gekleurde lampjes. Maar zodra het lente is en de geur van gemaaid gras door de ramen glipt, zijn ze bijna altijd in de verwilderde tuin van buurman Tijn te vinden. Ze liggen er vaak te dagdromen tussen de bloemen.
Buurman Tijn gaat zoals elk jaar voor de feestdagen op bezoek bij zijn dochter en daarom mogen Mathias en zijn zusje Hannah voor poes Atlas zorgen. Ze kunnen goed omgaan met dieren, want ze hebben zelf twee honden, Sol en Luna. Als de eerste sneeuw is gevallen lopen ze sneller dan de wind naar buiten. Wat is de bloementuin mooi. Opeens zien ze een glinsterend licht door een haag schijnen. Het voelt een beetje als de wondere wereld van Narnia. Samen met Atlas en de hondjes gaan ze door de heg heen en komen in een fantasiewereld terecht.
Het is alsof ze in een schilderij zijn gestapt. In de verste horen ze een zachte stem en ze besluiten die te volgen. Zo ontmoeten ze de sneeuwkoningin. In haar armen ligt een gouden boek. Het is het begin van een avontuurlijke reis naar 'De fontein der wijsheid' in de Maanvallei.
In hun mysterieuze zoektocht naar licht en liefde komen ze in contact met allerlei dieren en magische wezens. Het maakt de kinderen blij, maar af en toe moeten ze ook even flink wennen aan al die bijzonderheden. Zo groeien niet alleen de paardenbloemen uit tot enorme pluizenbollen, maar zijn de honingbijen ook reusachtig groot en pluizig. Ze moeten hun oren bedekken tegen het luide gezoem. Als de angst wat gezakt is, neemt nieuwsgierigheid de overhand. Hoe zou hun vacht voelen? Mathias en Hannah mogen tot hun grote verrassing een rondje op hun rug meevliegen over het land naar de korven.
Het ene avontuur volgt na het andere in dit fantasierijk verhaal. De wascoachtige illustraties bij het verhaal zijn prachtig en vol kleur. Op de losse tekeningen na, beslaan ze vaak een dubbele pagina. Heel mooi en sfeervol gedaan. Er wordt veel met wit gespeeld, waardoor je het idee hebt dat het licht van de pagina straalt. Het heeft iets magisch. Terwijl je aan het kijken bent staat de tijd even stil. Het geeft een moment van rust en bezinning.
Er is ook flink ruimte genomen voor het verhaal en de tekst. Het taalgebruik is speels, toegankelijk, maar niet te gemakkelijk. Ook hier wordt gewerkt met de kracht van verbeelding en de filosofische inslag doet de rest. Ik snap de kinderen wel, die dol zijn op dwarrellichtjes, sprinkers, fladderaars en vuurkruipers.
Een aanrader voor dromertjes en avonturiers!
Geschikt als voorleesverhaal vanaf ca. 6 jaar, zelf lezen vanaf ca. 8 jaar.
Het welkomstwoord is aan het kind in het algemeen gericht, een oproep om alle kinderen te herinneren aan de fontein der wijsheid en de oneindige bron van licht en liefde. Een kleine reminder om meer in verbinding te komen met elkaar en met de natuur.
Mathias en zijn zusje Hannah (de twee hoofdpersonages) houden van licht. Ze wonen in een doodgewone straat, maar de naam van de straat is wel heel bijzonder. Ze wonen namelijk in de Eeuwig-lichtlaan. In de winter brengen Mathias en Hannah veel tijd door in haar fonkelkamer. Ze versiert haar kamer graag met slingers vol gekleurde lampjes. Maar zodra het lente is en de geur van gemaaid gras door de ramen glipt, zijn ze bijna altijd in de verwilderde tuin van buurman Tijn te vinden. Ze liggen er vaak te dagdromen tussen de bloemen.
Buurman Tijn gaat zoals elk jaar voor de feestdagen op bezoek bij zijn dochter en daarom mogen Mathias en zijn zusje Hannah voor poes Atlas zorgen. Ze kunnen goed omgaan met dieren, want ze hebben zelf twee honden, Sol en Luna. Als de eerste sneeuw is gevallen lopen ze sneller dan de wind naar buiten. Wat is de bloementuin mooi. Opeens zien ze een glinsterend licht door een haag schijnen. Het voelt een beetje als de wondere wereld van Narnia. Samen met Atlas en de hondjes gaan ze door de heg heen en komen in een fantasiewereld terecht.
Het is alsof ze in een schilderij zijn gestapt. In de verste horen ze een zachte stem en ze besluiten die te volgen. Zo ontmoeten ze de sneeuwkoningin. In haar armen ligt een gouden boek. Het is het begin van een avontuurlijke reis naar 'De fontein der wijsheid' in de Maanvallei.
In hun mysterieuze zoektocht naar licht en liefde komen ze in contact met allerlei dieren en magische wezens. Het maakt de kinderen blij, maar af en toe moeten ze ook even flink wennen aan al die bijzonderheden. Zo groeien niet alleen de paardenbloemen uit tot enorme pluizenbollen, maar zijn de honingbijen ook reusachtig groot en pluizig. Ze moeten hun oren bedekken tegen het luide gezoem. Als de angst wat gezakt is, neemt nieuwsgierigheid de overhand. Hoe zou hun vacht voelen? Mathias en Hannah mogen tot hun grote verrassing een rondje op hun rug meevliegen over het land naar de korven.
Het ene avontuur volgt na het andere in dit fantasierijk verhaal. De wascoachtige illustraties bij het verhaal zijn prachtig en vol kleur. Op de losse tekeningen na, beslaan ze vaak een dubbele pagina. Heel mooi en sfeervol gedaan. Er wordt veel met wit gespeeld, waardoor je het idee hebt dat het licht van de pagina straalt. Het heeft iets magisch. Terwijl je aan het kijken bent staat de tijd even stil. Het geeft een moment van rust en bezinning.
Er is ook flink ruimte genomen voor het verhaal en de tekst. Het taalgebruik is speels, toegankelijk, maar niet te gemakkelijk. Ook hier wordt gewerkt met de kracht van verbeelding en de filosofische inslag doet de rest. Ik snap de kinderen wel, die dol zijn op dwarrellichtjes, sprinkers, fladderaars en vuurkruipers.
Een aanrader voor dromertjes en avonturiers!
Geschikt als voorleesverhaal vanaf ca. 6 jaar, zelf lezen vanaf ca. 8 jaar.
2
Reageer op deze recensie