Een verrassend debuut
Christoffer Carlsson werd in 1986 geboren in Halmstad, Zweden. Hij studeert criminologie aan de Universiteit van Stockholm, waar hij sinds 2005 ook woont. De vrouw die uit het niets kwam is zijn literaire debuut en werd zo goed ontvangen dat de rechten ervan aan vijf landen werden verkocht. In Zweden is inmiddels zijn tweede boek verschenen.
Hoofdpersoon in De vrouw die uit het niets kwam is Vincent Franke, een beetje mislukte crimineel, die net is vrijgekomen uit de gevangenis waar hij onder verdenking van drugshandel heeft vastgezeten. Hij is verslaafd aan morfinetabletten en verkeert meestentijds in een zware roes. Kort na zijn terugkeer in zijn groezelige appartement, dat tijdens een huiszoeking door de politie tot gort is geslagen, verschijnt zijn vriend Marko bij hem thuis. Marko laat een jonge vrouw bij hem achter, aan handen en voeten gebonden met tape, met de opdracht op haar te letten voor hooguit een week. Vincent, ver heen door de drugs die hij regelmatig slikt, stemt toe. De vrouw, die zichzelf Maria Magdalena noemt, doet hem denken aan een vroegere schoolvriendin van hem, het enige meisje waar hij ooit van gehouden heeft. Onder invloed van de morfine haalt Vincent herinneringen op aan dit meisje en aan zijn jeugd en langzamerhand ontstaat er een voorzichtige vriendschap tussen de twee. Als Maria op een dag verdwenen is, is Vincent radeloos en zet vervolgens zijn leven op het spel om haar terug te vinden door de confrontatie aan te gaan met Pastor, de baas van de Stockholmse onderwereld.
De vrouw die uit het niets kwam doet vanaf het eerste hoofdstuk denken aan een oude film noir. Het verhaal is donker en somber, de personages zijn allemaal op de een of andere manier beschadigd: een gebroken jeugd, armoede of ze hebben slechts de behoefte om anders te zijn. Christoffer Carlsson weet het met zijn eenvoudige, rechttoe rechtaan schrijfstijl allemaal prachtig neer te zetten. Doordat Carlsson zijn hoofdpersonage het verhaal met de nodige humor en zelfspot in de ik-vorm laat vertellen, kost het weinig moeite om sympathie op te brengen voor de zwaar verslaafde en gedesillusioneerde Vincent, en naarmate het verhaal vordert, komt daar ook begrip bij voor het hoe en waarom hij zo geworden is. Ook de andere personages komen goed uit de verf, al blijft het karakter Maria een beetje aan de oppervlakte. Ondanks dat de titel impliceert dat ze uit het niets komt, rijst af en toe de vraag: wie is zij precies, waar komt zij vandaan? En, niet onbelangrijk, hoe is ze in de criminele handen van Pastor de mensenhandelaar terechtgekomen? Maar zelfs met dat minpuntje blijft Maria een interessante persoonlijkheid met duidelijk een triest verleden.
Het enige wat een beetje stoorde was het, vooral in het begin, veelvuldige gebruik van vergelijkingen. Soms verschenen de woorden als en alsof wel een dozijn keer op één pagina, waardoor irritatie op de loer lag. In sommige hoofdstukken waren die vergelijkingen amper aanwezig, waarmee Carlsson bewijst dat hij ze ook helemaal niet nodig heeft om zijn verhaal boeiend te vertellen. Want boeiend is het zeker. En vooral naar het einde toe ook dermate spannend dat het steeds moeilijker wordt om het boek weg te leggen. Het geheel heeft wat weg van het klassieke 'Bonnie and Clyde' verhaal, waarvan je in het begin al vermoed dat het nooit goed kan aflopen met de twee verschoppelingen. Of, zoals Vincent Franke het zegt: "De twee eenzaamste mensen in Zweden".
Alles bij elkaar genomen is De vrouw die uit het niets kwam een verrassend debuut, dat smaakt naar meer en dat reikhalzend doet uitkijken naar Carlssons tweede boek, Het eenogige konijn.
Reageer op deze recensie