Een heerlijke Britse whodunit
Ann Cleeves (1954) bracht haar jeugd door in Heresfordshire en later in een dorpje in North Devon, waar haar vader leraar was. Na haar onvoltooide studie aan de universiteit van Sussex werkte ze onder andere bij de kinderbescherming, bij een vrouwenopvangcentrum, als hulp bij de kustwacht en als kok. Vervolgens keerde ze terug naar de schoolbanken en werd reclasseringsambtenaar. In 1983 begon Cleeves met het schrijven van thrillers en detectives, waaronder de Vera Stanhope-reeks. Stille stem is daar de vierde van.
Als Vera Stanhope vlak voor ze aan het werk gaat nog even een paar baantjes trekt in het zwembad van een plaatselijk hotel, treft ze in de sauna het levenloze lichaam aan van Jenny Lister, maatschappelijk werkster en alleenstaande moeder van Hannah. Hannah, volledig uit het veld geslagen door de dood van haar moeder, vindt troost bij haar verloofde Simon, zoon van welgestelde ouders die het volstrekt niet eens zijn met hun relatie. Als Vera in het verleden van Jenny duikt, stuit ze op een gebeurtenis waarbij achttien jaar geleden een kind dat onder toezicht van Jeugdzorg stond omkwam en waarvan de vrouw die hiervoor verantwoordelijk werd geacht, Connie Masters, op steenworp afstand van Jennys huis woont. Al gauw vermoedt Vera dat deze oude zaak alles te maken heeft met Jenny's dood en zet ze alles op alles om de onderste steen boven te krijgen.
Cleeves laat er geen gras over groeien in Stille stem. Reeds op de derde pagina komt de misdaad naar voren in de vorm van een levenloos lichaam in de sauna. Dat het Vera zelf is die het vindt, balanceert op het randje van toevalligheid, maar door de gebeurtenissen eromheen, heeft dat geen storend effect. Op haar eigen aparte wijze zet Vera het onderzoek in gang en vergt het uiterste van haar team, vooral van Joe Ashworth, Veras rechterhand, waar ze normaal gesproken mee kan lezen en schrijven, maar die deze keer regelmatig een middenweg moet zien te vinden tussen Veras impulsieve gedrag en zijn verantwoordelijkheid als echtgenoot en vader.
In het begin is het allemaal wat rommelig. De belangrijkste figuren, vooral Vera zelf – een pluspunt! – worden goed uitgediept, de andere een heel stuk minder. Hierdoor raak je als lezer af en toe de draad kwijt en moet je goed nadenken wie nou ook weer wie is en wat de connectie is met de hoofdpersonages. Daarnaast heeft Vera soms zo haar eigen gedachtes, die regelmatig tussen gesproken zinnen staan en die verwarring zaaien, waardoor de grens tussen wat personages zeggen of denken nogal vervaagt. Of dit aan de vertaling ligt, is gissen.
Halverwege het boek wordt het verhaal wat logischer, loopt het allemaal wat vloeiender en als uiteindelijk de afzonderlijke gebeurtenissen in elkaar beginnen te passen, dendert het verhaal als een trein richting de ontknoping, die zowel verrassend als onverwacht is.
Conclusie: een heerlijke Britse whodunit, in al zijn glorie. En ook nog eens stukken beter dan de tv-serie. Lezen dus!
Reageer op deze recensie