Een ontroerend verhaal, magnifiek verteld
Wie kent hem niet: Arnaldur Indriðason (Reykjavik, 28 januari 1961), de IJslandse schrijver en geestelijke vader van inspecteur Erlendur Sveinsson. In 2005 kwam zijn eerste thriller, Maandagskinderen, in Nederlandse vertaling op de markt en sindsdien is hij niet meer weg te denken uit onze thrillerwereld. Zelfs bij iemand die nog nooit iets van hem gelezen heeft, roept zijn naam herkenning op. In de laatste twee boeken van Indriðason was Erlendur uitgeweken naar zijn geboortegrond de Oostfjorden, en dat is ook de plek waar Verdwijnpunt, het derde deel uit een vierluik, zich afspeelt.
In Verdwijnpunt heeft Erlendur zich gevestigd in de vervallen ouderlijke boerderij, waar hij geplaagd wordt door beelden uit en herinneringen aan zijn verleden. Als jongetje van tien kwam hij namelijk met zijn vader en twee jaar jongere broertje Bergur in een sneeuwstorm terecht. Erlendur en zijn vader werden gered, Bergur daarentegen werd nooit gevonden. Sinds die dag heeft Erlendur een diepe fascinatie voor verdwijningen op de hoogvlakten en dat is misschien ook de reden dat hij zich verdiept in de onopgeloste zaak van een vrouw die jaren geleden tijdens een nachtelijke storm spoorloos verdween. In diezelfde nacht raakte ook een groep Britse soldaten zoek, die echter stuk voor stuk werden teruggevonden. Hoe is het mogelijk dat de groep soldaten en de vrouw elkaar op die berg niet zijn tegengekomen, vraagt Erlendur zich af en hij besluit op onderzoek uit te gaan. Mede door zijn zoektocht naar wat er zoveel jaar geleden met Bergur gebeurd zou kunnen zijn, wordt Erlendur gedwongen de confrontatie met het verleden aan te gaan, een confrontatie die een hartverscheurende ontknoping tot gevolg heeft.
Op zijn eigen sobere, soms zelfs beklemmende wijze vertelt Indriðason het verhaal van een besloten dorpsgemeenschap. Een gemeenschap waar iedereen elkaar kent, alles van elkaar weet en niemand geheimen voor elkaar heeft. Indriðason weet die veronderstellingen op meesterlijk wijze te ontkrachten door alle betrokkenen hun eigen visie over de verdwijningen te laten vertellen. Visies die bijna allemaal verschillend zijn, maar die geen van alle openlijk worden uitgesproken. Langzaam, zonder opsmuk of mooischrijverij, laat Indriðason de lezer kennismaken met diep weggestopte, soms zelfs vermeend vergeten gevoelens, inclusief die van zijn hoofdpersonage Erlendur. Oude wonden worden opengehaald, haat en nijd, verdenkingen en beschuldigingen komen boven als Indriðason de verhaallijnen van Matthildur, de verdwenen vrouw, en die van zijn nimmer teruggevonden broertje Bergur op indringende wijze laat samenkomen. Konden we Erlendur na alle voorgaande boeken nog steeds niet doorgronden, na Verdwijnpunt weten we in ieder geval wat hem gemaakt heeft tot de man die hij nu is.
Een ontroerend verhaal, magnifiek verteld. Tel daarbij op de prachtige beschrijvingen van de ongerepte IJslandse natuur, de sfeervolle beelden van lang vervlogen tijden die Indriðason weet op te roepen en je hebt een boek dat je nog lang nadat je het hebt dichtgeslagen zal bijblijven.
Reageer op deze recensie