Onderhoudend en indrukwekkend thrillerdebuut
Hans Koppel (Zweden, 1964) schreef onder zijn eigen naam Petter Lidbeck meer dan twintig kinderboeken, waarvoor hij diverse prijzen ontving. In 2008 besloot hij zijn volwassen werk onder een pseudoniem uit te brengen. Hans Koppel schreef vervolgens drie satirische romans onder die naam voordat hij in 2011 debuteerde met zijn eerste thriller Kommer aldrig mer igen, welke krap een jaar later onder de titel Ze komt nooit meer terug in het Nederlands verscheen.
De personages in de eerste hoofdstukken van Ze komt nooit meer terug lijken in eerste instantie weinig met elkaar te maken te hebben. Een man die wordt gedood op weg naar een afspraakje, een hoogleraar die een lezing geeft, een miljonair die terugblikt op zijn schooltijd en de aanloop tot zijn succes.
Vervolgens maken we kennis met Ylva Zetterberg, die zich dit keer niet laat overhalen om na het werk nog wat met collega’s te gaan drinken. Ze zegt naar huis te gaan, maar komt daar nooit aan. Omdat haar echtgenoot Mike denkt dat zij wél een glas wijn is gaan drinken wordt hij pas ongerust als zij de volgende dag nog steeds niet thuis is. Wat volgt is een onzekere tijd, waarin de Zweedse politie ontdekt dat de relatie tussen Mike en Ylva lang niet rooskleurig was en daardoor uiteindelijk de conclusie trekt dat Mike zelf wel eens de hoofdverdachte in het drama kan zijn. Boze echtgenoot vermoordt zijn vrouw: zaak opgelost. Zonder bewijs beginnen ze echter niets, en door hun voortdurende tunnelvisie en onvermogen om grip op de zaak te krijgen, loopt het onderzoek naar Ylva’s verdwijning vast.
Voor de lezer is het echter al vanaf het begin duidelijk wat Ylva's lot is. Een gebeurtenis uit haar verleden schijnt de aanleiding tot dit alles te zijn, en daarin spelen de personages uit de eerste hoofdstukken een rol...
Door Koppels heldere, bijna simplistische schrijfstijl vergt het lezen van Ze komt nooit meer terug weinig inspanning en merk je duidelijk dat zijn wortels bij de kinderboeken liggen. De hoofdstukken, stuk voor stuk vrij kort, worden beschreven vanuit de perspectieven van Mike, van Ylva, de politie en een journalist die langzaam maar zeker de puzzelstukjes samenvoegt. Nergens wordt het taalgebruik hoogdravend, maar de dialogen verlopen soepel en zijn, vooral tussen Mike en zijn dochtertje, zeer geloofwaardig. Hier en daar komt zelfs een dosis humor om de hoek kijken, waarbij een glimlach niet te onderdrukken valt. Door de snelle wisseling van perspectieven, soms zelfs in één hoofdstuk, blijft vanaf de eerste tot de laatste bladzijde de vaart in het verhaal. Over de plot is goed nagedacht en is, ondanks dat een ontmoeting tussen Mike en de ontvoerder nét iets te toevallig is, knap in elkaar gezet.
De korte psychologische schetsjes die boven sommige hoofdstukken staan, getuigen van een gedegen onderzoek naar de methoden waarop macht verkregen wordt. Een beetje jammer is het dat die methoden niet net wat dieper worden uitgewerkt. Het sadistische spel waar in de beschrijving van het boek naar verwezen wordt, komt hierdoor maar matig uit de verf. Aan Ylva’s gevoelens wordt weinig aandacht besteed, waardoor je je moeilijk met haar kunt identificeren en waardoor het psychologische aspect van de relatie tussen dader en slachtoffer nogal oppervlakkig blijft. En ook echtgenoot Mike en de daders blijven vrij eendimensionaal. Een gemiste kans voor de auteur. Met iets meer verdieping van de karakters had hij een dijk van een psychologische thriller kunnen neerzetten, die ver boven het gemiddelde uitsteekt. Nu is er van échte nagelbijtende spanning nauwelijks sprake. Maar al zit je tijdens het lezen niet op het puntje van je stoel, de broeierige sfeer die door het hele boek zweeft, geeft toch een ietwat oncomfortabel gevoel en doet langzaam beseffen dat keuzes die in het verleden gemaakt zijn, niet altijd ongestraft blijven.
Het laatste hoofdstuk, waarin de toedracht tot het hele drama uit de doeken wordt gedaan, is verrassend origineel. Niet zozeer door de verklaring van de plot, die een geoefende lezer al van verre ziet aankomen, maar meer door de manier waarop het is neergezet. Een stuk tekst van bijna twee pagina’s schrijven waarin geen enkele punt voorkomt, maar dat toch nog goed te volgen is, is geen sinecure. En dat is bedoeld als een compliment.
Al met al is Ze komt nooit meer terug een onderhoudend en indrukwekkend thrillerdebuut, dat je het liefst achter elkaar uitleest. Op de site van de uitgeverij staat vermeld dat het boek het eerste deel van een trilogie is. Reden temeer om reikhalzend naar Koppels tweede thriller uit te kijken. Als hij daarin iets meer diepgang aanbrengt, verdient hij er wellicht minstens de vier sterren mee die Ze komt nooit meer terug nét niet haalt.
Reageer op deze recensie