Lezersrecensie
Verhalen die bijblijven en een pamflet dat knettert
Ik vond Knetterende schedels een openbaring. Zo mooi en invoelend geschreven.
Van de Velde lijkt een scherp observator te zijn en tegelijk heel vaardig met de pen. Hij weet het rauwe en het gruwelijke goed neer te schrijven. De beelden die hij gebruikt raakten mij echt. Ik heb er maar één opgeschreven: een kille vermomming 'als een nat laken over de zaal'. Hij schrijft heel helder, weet te raken en het boek is zeer de moeite waard om nog te lezen.
In (bijna) elk hoofdstuk moest ik wel een woord (of meerdere) opzoeken. Eén voorbeeld: 'de gamel'. Dat was een vaak afsluitbaar keteltje voor eten dat gewoonlijk werd gedragen door soldaten. Of 'rocamboleske': fantastisch, ongelooflijk, onwaarschijnlijk - naar de romanfiguur Rocambole in de buitengewone avonturen van Ponson du Terrail (1829-1871).
In de korte tragische verhalen raakt hij ook vaak existentiële kwesties aan zoals in het verhaal 'Bevroren water' waarin de vraag komt 'Geloof jij dat God bestaat?' en de vraag waarom God dan al het lijden toelaat. De doofstomme Séraphin stelt de vraag 'Als God bestaat, waarom heeft hij dan het water in mijn mond en in mijn oren bevroren?'
In het verhaal 'Les in wijsbegeerte' gaat het over het onderwerp geluk. En dat geluk niet bestaat. Dat het een abstracte uitvinding is, 'een nostalgieke verzuchting naar een verloren paradijs dat nooit heeft bestaan.'
Het deed er mij aan denken dat psychisch lijden ook mensen zijn die lijden op existentieel niveau. Ze zijn hun houvast kwijt en sommigen zoeken ook naar antwoorden op levensvragen. Wat is de zin van mijn leven? Hoe ik gelukkig zijn? Bestaat God? Waarom is er zo veel lijden?
Het Pamflet Recht op antwoord heb ik gelezen als een aanklacht tegen de censuur. Althans in het begin. Maar daarbij ging het vaak om schrijvers die doelbewust provoceerden en zo op een goedkope manier in de belangstelling kwamen. Bij zijn leven gaat het om 'echte' censuur. Hij verblijft in de gevangenis, meerdere jaren, krijgt geen typemachine en krijgt zelfs een publicatieverbod wanneer hij weer vrij zou zijn. Nogal een contrast als je het mij vraagt.
Hij gaat ook in tegen de willekeur van het gevangeniswezen en onbekwame psychiaters die met bijna geen hulpmiddelen en onderzoeken de verdere loop van iemands (lees: Van de Veldes) leven bepalen.
Ook het gebrek aan toereikende zorg en behandeling klaagt hij aan.
En de vraag: is er vijftig jaar later al veel veranderd? Want als het leven een gevangenis is, heeft Van de Velde het slotakkoord geschreven.
Van de Velde lijkt een scherp observator te zijn en tegelijk heel vaardig met de pen. Hij weet het rauwe en het gruwelijke goed neer te schrijven. De beelden die hij gebruikt raakten mij echt. Ik heb er maar één opgeschreven: een kille vermomming 'als een nat laken over de zaal'. Hij schrijft heel helder, weet te raken en het boek is zeer de moeite waard om nog te lezen.
In (bijna) elk hoofdstuk moest ik wel een woord (of meerdere) opzoeken. Eén voorbeeld: 'de gamel'. Dat was een vaak afsluitbaar keteltje voor eten dat gewoonlijk werd gedragen door soldaten. Of 'rocamboleske': fantastisch, ongelooflijk, onwaarschijnlijk - naar de romanfiguur Rocambole in de buitengewone avonturen van Ponson du Terrail (1829-1871).
In de korte tragische verhalen raakt hij ook vaak existentiële kwesties aan zoals in het verhaal 'Bevroren water' waarin de vraag komt 'Geloof jij dat God bestaat?' en de vraag waarom God dan al het lijden toelaat. De doofstomme Séraphin stelt de vraag 'Als God bestaat, waarom heeft hij dan het water in mijn mond en in mijn oren bevroren?'
In het verhaal 'Les in wijsbegeerte' gaat het over het onderwerp geluk. En dat geluk niet bestaat. Dat het een abstracte uitvinding is, 'een nostalgieke verzuchting naar een verloren paradijs dat nooit heeft bestaan.'
Het deed er mij aan denken dat psychisch lijden ook mensen zijn die lijden op existentieel niveau. Ze zijn hun houvast kwijt en sommigen zoeken ook naar antwoorden op levensvragen. Wat is de zin van mijn leven? Hoe ik gelukkig zijn? Bestaat God? Waarom is er zo veel lijden?
Het Pamflet Recht op antwoord heb ik gelezen als een aanklacht tegen de censuur. Althans in het begin. Maar daarbij ging het vaak om schrijvers die doelbewust provoceerden en zo op een goedkope manier in de belangstelling kwamen. Bij zijn leven gaat het om 'echte' censuur. Hij verblijft in de gevangenis, meerdere jaren, krijgt geen typemachine en krijgt zelfs een publicatieverbod wanneer hij weer vrij zou zijn. Nogal een contrast als je het mij vraagt.
Hij gaat ook in tegen de willekeur van het gevangeniswezen en onbekwame psychiaters die met bijna geen hulpmiddelen en onderzoeken de verdere loop van iemands (lees: Van de Veldes) leven bepalen.
Ook het gebrek aan toereikende zorg en behandeling klaagt hij aan.
En de vraag: is er vijftig jaar later al veel veranderd? Want als het leven een gevangenis is, heeft Van de Velde het slotakkoord geschreven.
1
Reageer op deze recensie