Lezersrecensie
Op hol geslagen verbeelding
Een vrouw heeft een lamsbout in de oven gezet en wacht tot haar man thuiskomt. Die avond krijgen ze gasten en morgen gaan ze eten bij de Pierrots, de rijke buren. Voordat ze aan tafel mogen zullen ze een duik in het zwembad moeten nemen. En de vrouw leidt aan geheugenverlies.
Wereld, wereld stond op de longlist van de Europese literatuurlijst in 2016. Het heeft de shortlist niet gehaald maar de nominatie was voor mij reden genoeg om deze roman van een voor mij onbekende schrijver - nog nooit van gehoord zelfs - een kans te geven. Ook al omdat één van beide vertalers Martin de Haan is, de vaste vertaler van Michel Houellebecq. Ik verwachtte mij dus al aan een moeilijk boek.
Zonder twijfel is dit boek volledig experimenteel. Verwacht je aan geen 'gewone' leeservaring. De hele verhaallijn zelf is eigenlijk flinterdun.
Hoewel de achterflap beweert dat het boek een overweldigende roman is,
'een bruisend feest van verbeeldingskracht, een demonstratie van krankzinnige vertelkunst en gitzwarte humor. Een wonderbaarlijke literaire freakshow, dat ook, maar dan wel een die erg vertrouwd overkomt en akelig onder de huid kruipt.'
Een overenthousiaste uitgever, zou ik zeggen. Het bruisend feest van verbeeldingskracht is eerder een op hol geslagen verbeelding van de schrijver. Gelukkig is het boek begrensd tot 428 pagina's. Maar mijn uithouding en geduld waren al lang op. Want hoewel een kat negen levens heeft, heeft ons hoofdpersonage er veel meer. Om precies te zijn: vijfhonderdzeven! Ja, u leest het goed. De beide vertalers Martin de Haan en Rokus Hofstede hebben ze geteld. Ze wisselt voortdurend van naam, van identiteit, van beroep, van leeftijd, van heden, van verleden, het blijft maar doorgaan. Soms zijn er slechts enkele regels gewijd aan haar nieuw personage, soms meer dan een pagina. Ze wisselt ook af en toe van gender en wordt man. Aangepast aan de moderne tijd.
De namen zijn typisch klassieke, wat oubollige Franse namen. Een voorbeeld:
'Ze is een Mortier, een Béberat, een Samanter, zo'n familie waarin de vrouwen een uiterst broze geestelijke gezondheid hebben, aan het eind van hun leven zijn ze kinds en zwakzinnig, en hun geheugen steevast zo bot als een baksteen... Ze is Karine Retas, geboren in Brest, in een middenstandsgezin. Ze luistert naar de naam Amandine Dupanle, afkomstig uit Jura, Julie Muit uit Lausanne, Caroline Fry uit de Haut-Rhin. Haar naam is Marie-France Jovaud, haar vader is genealoog, hij is vorig jaar omgekomen bij een aardbeving toen hij een plezierreisje maakte.'
Alsof de schrijver de spot drijft met de Franse bourgeoisie en de gegoede middenklasse.
Ook het perspectief wisselt - van zij-perspectief naar het je-perspectief en af en toe richt de auteur zich zelf rechtstreeks tot de lezer. Het werkt bevreemdend.
'De personages spoeden zich naar het graf als dorstigen naar een caféterras. Misschien zou u hetzelfde moeten doen, de dood zou u als gegoten zitten.'
Ja, vrolijk word je niet van dit boek. Het leven van het personage ontspoort voortdurend. Dit is dan ook een echte feel-bad-novel. Zo zwart had ik het nog nooit gelezen. Net als die lamsbout die te lang in de oven heeft gezeten. De roman deed mij trouwens denken aan het werk van Arnon Grunberg, maar dan in de overtreffende trap en aan de gedichten van Delphine Lecompte.
'Ze heeft te veel namen gekregen, niemand weet meer wie ze is. Op dit moment is de bout rauw, het lam maakt er nog gebruik van om over de velden te dartelen, in de bomen te klimmen, op te vliegen van de hoogste tak met de gratie van een kiezelsteen, een kaaiman, een lezer die met zijn kop voorover in een roman is gevallen. Een onverwachts overleden roman.
Boeken sterven in het harnas.'
Maar de auteur heeft met zijn boek vooral mij tegen zich in het harnas gejaagd.
Wereld, wereld stond op de longlist van de Europese literatuurlijst in 2016. Het heeft de shortlist niet gehaald maar de nominatie was voor mij reden genoeg om deze roman van een voor mij onbekende schrijver - nog nooit van gehoord zelfs - een kans te geven. Ook al omdat één van beide vertalers Martin de Haan is, de vaste vertaler van Michel Houellebecq. Ik verwachtte mij dus al aan een moeilijk boek.
Zonder twijfel is dit boek volledig experimenteel. Verwacht je aan geen 'gewone' leeservaring. De hele verhaallijn zelf is eigenlijk flinterdun.
Hoewel de achterflap beweert dat het boek een overweldigende roman is,
'een bruisend feest van verbeeldingskracht, een demonstratie van krankzinnige vertelkunst en gitzwarte humor. Een wonderbaarlijke literaire freakshow, dat ook, maar dan wel een die erg vertrouwd overkomt en akelig onder de huid kruipt.'
Een overenthousiaste uitgever, zou ik zeggen. Het bruisend feest van verbeeldingskracht is eerder een op hol geslagen verbeelding van de schrijver. Gelukkig is het boek begrensd tot 428 pagina's. Maar mijn uithouding en geduld waren al lang op. Want hoewel een kat negen levens heeft, heeft ons hoofdpersonage er veel meer. Om precies te zijn: vijfhonderdzeven! Ja, u leest het goed. De beide vertalers Martin de Haan en Rokus Hofstede hebben ze geteld. Ze wisselt voortdurend van naam, van identiteit, van beroep, van leeftijd, van heden, van verleden, het blijft maar doorgaan. Soms zijn er slechts enkele regels gewijd aan haar nieuw personage, soms meer dan een pagina. Ze wisselt ook af en toe van gender en wordt man. Aangepast aan de moderne tijd.
De namen zijn typisch klassieke, wat oubollige Franse namen. Een voorbeeld:
'Ze is een Mortier, een Béberat, een Samanter, zo'n familie waarin de vrouwen een uiterst broze geestelijke gezondheid hebben, aan het eind van hun leven zijn ze kinds en zwakzinnig, en hun geheugen steevast zo bot als een baksteen... Ze is Karine Retas, geboren in Brest, in een middenstandsgezin. Ze luistert naar de naam Amandine Dupanle, afkomstig uit Jura, Julie Muit uit Lausanne, Caroline Fry uit de Haut-Rhin. Haar naam is Marie-France Jovaud, haar vader is genealoog, hij is vorig jaar omgekomen bij een aardbeving toen hij een plezierreisje maakte.'
Alsof de schrijver de spot drijft met de Franse bourgeoisie en de gegoede middenklasse.
Ook het perspectief wisselt - van zij-perspectief naar het je-perspectief en af en toe richt de auteur zich zelf rechtstreeks tot de lezer. Het werkt bevreemdend.
'De personages spoeden zich naar het graf als dorstigen naar een caféterras. Misschien zou u hetzelfde moeten doen, de dood zou u als gegoten zitten.'
Ja, vrolijk word je niet van dit boek. Het leven van het personage ontspoort voortdurend. Dit is dan ook een echte feel-bad-novel. Zo zwart had ik het nog nooit gelezen. Net als die lamsbout die te lang in de oven heeft gezeten. De roman deed mij trouwens denken aan het werk van Arnon Grunberg, maar dan in de overtreffende trap en aan de gedichten van Delphine Lecompte.
'Ze heeft te veel namen gekregen, niemand weet meer wie ze is. Op dit moment is de bout rauw, het lam maakt er nog gebruik van om over de velden te dartelen, in de bomen te klimmen, op te vliegen van de hoogste tak met de gratie van een kiezelsteen, een kaaiman, een lezer die met zijn kop voorover in een roman is gevallen. Een onverwachts overleden roman.
Boeken sterven in het harnas.'
Maar de auteur heeft met zijn boek vooral mij tegen zich in het harnas gejaagd.
1
Reageer op deze recensie